Op 12 september verliet de laatste Israëlische soldaat de sinds 1967 bezette Gazastrook. Alle joodse kolonies in dit dertig kilometer lange en nauwelijks 15 kilometer brede gebied werden zonder noemenswaardige problemen ontruimd.
Televisieploegen uit alle continenten volgden de operatie. Dat leverde uitstekende emo-televisie op. De joodse kolonisten die al 38 jaar volstrekt illegaal in Gaza aanwezig waren, werden zo waar als slachtoffers voorgesteld. Er werd wat afgehuild die dagen in de villa’s van de twintig kolonies in de buurt van Gaza. Sommige kolonisten zetten bij hun vertrek liederen in, die de joden op hun weg naar de gaskamers in de nazi-uitroeiingskampen hadden gezongen.
De Israëlische kwaliteitskrant Jerusalem Post vergeleek de verhuis van 1.500 kolonistengezinnen met de verdrijving van 800.000 Palestijnen uit hun land in 1948. Sharon had zijn operatie ‘disengagement’ en niet ‘withdrawal’ genoemd. Enkele dagen later werd hij met veel honneurs ontvangen in het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York. De ontruiming van Gaza was volgens Sharon “een pijnlijke toegeving”. Het dividend dat hij opstrijkt met deze schertsvertoning is echter van onschatbare waarde voor de staat Israël.
Even leek het erop dat het ontruimingsplan van de regering Sharon tot een nooit geziene gewelduitbarsting zou leiden. Sommige Israëlische pessimisten hadden zelfs een burgeroorlog voorspeld. Zij vreesden dat er in het leger en in de meest extremistische kolonistenkringen een soort OAS (Organisation armée secrète) zou ontstaan, zoals tijdens de laatste dagen van het koloniale Algerije, toen gewapende kolonisten en dissidente officieren terreur zaaiden.
De ontruiming van Gaza is zonder noemenswaardige incidenten verlopen. Tenminste voor wie twee bloedige anti-Palestijnse aanslagen over het hoofd wil zien. Op 4 augustus, enkele dagen voor de ontruiming van de kolonies in Gaza, pleegde Eden Nathan-Zada, een militant van de fascistische partij Kach en een deserteur van het Israëlische leger, in Shfaram, een plaatsje in het Noorden van Israël, een aanslag op een lijnbus. Vier Palestijnse burgers kwamen hierbij om het leven. En op 17 augustus schoot de kolonist Asher Weisgan in Shilo, een Israëlische nederzetting op de bezette Westelijke Jordaanoever, vier Palestijnse arbeiders dood.
De Israëlische premier veroordeelde met klem deze terroristische aanslagen. Yuval Diskin, de chef van de Israëlische inlichtingendienst Shin Beth, betreurde op 21 september dat zijn diensten hadden gefaald en “de joodse terreur niet hadden kunnen stoppen”. De Israëlische regering heeft inmiddels beslist dat de nabestaanden van de slachtoffers in Shfaram – allemaal Israëlische Arabieren – geen aanspraak kunnen maken op overheidssteun. In Israël ontvangen weduwen en wezen van slachtoffers van terreuraanslagen maandelijks een uitkering van de staat van 3.600 tot 9.700 shekel (ongeveer 650 tot 1.800 euro). Familieleden van de slachtoffers van de aanslag in Shfaram komen echter niet in aanmerking voor deze uitkering, zo berichtte de Israëlische krant Haaretz op 30 augustus. Zij zijn immers niet vermoord door “vijandelijke terroristen”, aangezien de dader een soldaat van het Israëlische leger was.
Een dosis formol
Voor het overige is de operatie ‘disengagement’ volstrekt volgens plan verlopen. Dov Weisglass, één van de topadviseurs en kabinetschef van premier Ariel Sharon, wordt in Israël beschouwd als de architect van de terugtrekking uit de Gazastrook. Op 6 oktober 2004 zette hij in een gesprek met Haaretz glashelder de bedoeling van dit Israëlische manoeuvre uiteen. “In de herfst van 2003 hadden we begrepen dat alles muurvast zat,” zei Weisglass. “De internationale positie van Israël is aangetast. Er is binnenlandse erosie. Alles stort in elkaar, de economie bevindt zich in een helse situatie.” De druk uit het buitenland en vooral het enorme kostenplaatje van de bezetting van de Gazastrook waren voor de Israëlische regering ondraaglijk geworden. Sharon heeft Gaza nooit als een gebied van “nationaal strategisch belang” beschouwd, aldus Weisglass. En dat klopt zonder meer. De 1.500 kolonistengezinnen in de twintig nederzettingen van Gaza betekenen niets vergeleken met de 240.000 kolonisten op de Westelijke Jordaanoever. Na de terugtrekking uit Gaza kunnen de Israëli’s zich volledig toeleggen op een versterkte aanwezigheid op de strategisch belangrijke Westelijke Jordaanoever. Tijdens de ontruiming van de Gazastrook beloofde Ariel Sharon dat de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever nog zullen worden uitgebreid. De jongste cijfers van het Israëlische centraal bureau voor de statistiek geven aan dat dit geen loze belofte is. Hieruit blijkt dat de bouwactiviteit in de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever tijdens het eerste trimester van 2005 met 83% is toegenomen (in Israël zelf kende de bouwsector in dezelfde periode een achteruitgang van 25%).
“Wat wij willen doen is elk onderhandelingsproces met de Palestijnen bevriezen. Door dit proces stil te leggen, beletten we de oprichting van een Palestijnse staat en verhinderen we elke discussie over het vraagstuk van de vluchtelingen, de grenzen en Jeruzalem.” “Het disengagementplan bevat de nodige dosis formol om te beletten dat er een onderhandelingsproces komt met de Palestijnen.”
De terugtrekking uit Gaza moest het door de Verenigde Staten, de Verenigde Naties, de Europese Unie en Rusland gesteunde stappenplan (Road Map) van 20 december 2002 definitief ten grave dragen. Dat plan was een erg verdunde heruitgave van de inmiddels ter ziele gegane Oslo-akkoorden van 1993. De ‘Road Map’ voorzag in het “einde van het geweld”, de terugtrekking van het Israëlische leger uit de autonome Palestijnse gebieden naar de posities van bij het begin van de tweede Intifada in september 2000, de bevriezing van de kolonies, de hervorming van het Palestijns Nationaal Gezag en de hervatting van de onderhandelingen over de oprichting van een Palestijnse staat tegen 2005…
Dov Weisglass liet er niet de minste twijfel over bestaan dat de regering Sharon met een eenzijdige terugtrekking uit Gaza het stappenplan (en elk ander toekomstig onderhandelingsinitiatief) “voor onbepaalde tijd van de agenda wilde schrappen”. En volledigheidshalve voegde hij eraan toe dat alles “met de instemming van de Amerikaanse president” gebeurde.
Akkoord Bush-Sharon
De kabinetschef van premier Sharon blufte niet. Twee dagen na het vertrek van de laatste Israëlische militairen uit Gaza werd de Israëlische premier met alle égards ontvangen in New York voor de zestigste algemene vergadering van de Verenigde Naties. Sharon heeft – zoals al zijn voorgangers – een diepgeworteld misprijzen voor de VN. En dat herhaalde hij vanop de VN-tribune: “De Israëli’s zijn de tientallen harde en onrechtvaardige beslissingen van de Verenigde Naties tegen hen niet vergeten.” De rest van de wereld is helaas wel vergeten hoe de Israëli’s al deze ‘harde’ VN-resoluties systematisch naast zich neer hebben gelegd.
In New York nam Sharon op 14 september de felicitaties van VS-president George Bush in ontvangst. “Ik weet dat de terugtrekking uit Gaza voor u zeer hard was,” zei Bush, “maar ik bewonder uw moed”. Sharon en Bush zitten volledig op dezelfde golflengte. Sharon herhaalde dat het onderhandelingsproces met de Palestijnen “onmogelijk kan verder gaan, zolang de Palestijnse overheid het terrorisme niet aan banden legt.” Bush zei nagenoeg hetzelfde: “het stappenplan kan maar vooruitgang boeken als de Palestijnse overheid de principes van goed bestuur respecteert en het terrorisme aanpakt.”
De boodschap aan het adres van de Palestijnse president Mahmud Abbas was duidelijk: vergeet nieuwe onderhandelingen, vergeet het stappenplan, vergeet de oprichting van een Palestijnse staat, kortom vergeet een twee-statenoplossing voor het Israëlisch-Palestijns conflict. Israël plaatst met de terugtrekking uit Gaza de Palestijnse leiders eens te meer voor voldongen feiten. Gaza is onbezet bezet gebied. Israël controleert alle grenzen, het luchtruim en de kustlijn. De regering Sharon begint weldra aan de bouw van een derde grenslijn rond Gaza en van een “verdedigingsmuur” in zee. De Israëlische troepen zijn weg uit Gaza, maar kunnen op gelijk welk moment weer tot de actie overgaan. De Gazastrook blijft hermetisch afgesloten. Economisch blijft het Palestijnse getto Gaza volledig afhankelijk van de staat Israël. Inmiddels strijkt Ariel Sharon met veel genoegen zijn “vredesdividend” op. De Verenigde Staten staan pal achter hem. In de rest van de wereld heerst oorverdovende stilte, ook al herhaalt Sharon dat de kolonisatie van de Westelijke Jordaanoever ongestoord verdergaat. De Europese Unie, mede-opsteller van het stappenplan, neemt niet het geringste initiatief en geeft geen kik. Ook in Europa heerst er alom bewondering voor Sharons “moedige stap naar de vrede”…
(Uitpers, nr. 68, 7de jg., oktober 2005)