De top van de G20 met de grote geïndustrialiseerde en opkomende economieën in Washington is uitgelopen op een totale mislukking. De internationale financiële crisis is diep, de beurzen hebben in oktober 2008 ongeveer 40 % van hun waarde verloren, en de financiële markten zijn overgeleverd aan de Staten om remedies te vinden zodat de toekomst er wat minder somber gaat uitzien. Een weekend lang was de aandacht van de wereld gericht op Washington.
Maar wat is er gebeurd in Washington? Een ontmoedigend spektakel, een scenario zonder enige geloofwaardigheid, maar dit lijkt slechts weinig toeschouwers te beroeren. In politiefilms maakt men het maar zelden mee dat de sleutels van het justitiepaleis worden toevertrouwd aan de schuldigen die net een vreselijke misdaad begingen. Toch is dat wat de G20 aan het doen is.
Sinds de schuldencrisis in1982 hebben de grote geïndustrialiseerde landen energiek neoliberale economische maatregelen verdedigd die door het IMF (Internationaal Muntfonds) en de Wereldbank aan de ontwikkelingslanden werden opgedrongen. Het Zuiden zat met vele schulden als gevolg van de daling van de grondstoffenprijzen in de decennia 1980-90 en van de brutale verhoging van de rentevoeten beslist door de VS in 1979, zodat het niet anders kon dan economische hervormingen door te voeren om de schulden af te kunnen betalen: verwoede dereguleringen, massale privatiseringen, opengooien van de markten voor de grote bedrijven uit de geïndustrialiseerde landen, afbouw van de sociale budgetten en de openbare dienst… Het teveel aan Staat was de oorzaak van alle kwaad, en haar invloed op de economische sfeer moest ten alle prijze worden teruggedrongen,ook – of vooral – die functies van de Staat die gericht waren op het verdedigen van de belangen van de grote meerderheid.
De remedies van het IMF, de Wereldbank en later de WHO (Wereldhandelsorganisatie) waren voor de bevolking in het Zuiden erger dan de kwaal die zij geacht werden te bestrijden. Er waren heel wat volksopstanden tegen het IMF, bijvoorbeeld wanneer de broodprijs op één nacht tijd werd verdubbeld. Met uitzondering van enkele linkse regeringen die dan ook achter de schermen werden gedestabiliseerd om hen tot de orde te roepen, hebben de meeste regeringen in het Zuiden deze recepten zonder verpinken toegepast. Er was geen andere weg naar rijkdom dan deregulering, en gans de planeet werd er dan ook aan onderworpen.
Zo hadden financiële instellingen de handen vrij om steeds ingewikkelder financiële producten op de markt te brengen met als doel steeds meer winst binnen te halen, zonder oog voor de gevolgen voor de reële economie. Ongelofelijke financiële constructies werden opgezet, zonder overheidscontrole en zonder moraal. De duistere kant van de deregulering werd zo lang mogelijk verstopt achter mooie groeicijfers, zonder er bij te zeggen dat deze groei enkel de rijken ten goede kwam terwijl de ongelijkheid sterk toenam.
Maar uiteindelijk kreeg de waarheid toch haar rechten. In augustus 2007 brak de internationale financiële crisis los, en die werd in 2008 alleen maar erger. Grote banken (Northern Rock, RBS, Bear Stearns, ING, Fortis, Dexia, UBS en zovele andere), grote verzekeringsmaatschappijen (AIG) en grote maatschappijen voor hypothecair krediet (Freddy Mac, Fannie Mae) riepen de Staat ter hulp die dikwijls bereid bleek de kassen terug te vullen en reddingsplannen op poten te zetten. Maar in plaats van deze situatie te gebruiken om deze waanzinnige onmenselijke mechaniek terug onder controle te krijgen liet de Staat de beslissingsmacht over aan juist zij die in de eerste plaats voor de huidige impasse verantwoordelijk zijn.
De top van de G20 maakte duidelijk dat er geen lessen worden getrokken. De oude kwalen woekeren verder. Het IMF en de Wereldbank zijn alle legitimiteit kwijt na de mislukking van de maatregelen die zij 25 jaar lang hebben opgelegd, en nadat hun organisatie zelf op drift is geraakt (Paul Wolfowitz werd als voorzitter van de Wereldbank tot ontslag gedwongen, Horst Köhler en Rodrigo Rato stapten op bij het IMF voor het einde van hun mandaat, Dominique Strauss-Kahn werd onlangs het voorwerp van een onderzoek bij het IMF), maar toch krijgen zij nog steeds een centrale rol in de oplossingen die worden voorgesteld. Men wil ook de onderhandelingen in de schoot van de WHO terug opstarten om de economie verder te dereguleren, terwijl de mislukking van die koers nu duidelijk is bewezen. Niemand wilde nog weten van leningen van het IMF, maar nu staan Hongarije, Oekraïne en Pakistan toch weer aan te schuiven. In tegenstelling tot wat beweerd wordt zijn deze leningen nog steeds gekoppeld aan dezelfde verwerpelijke voorwaarden: in ruil voor de laatste lening had Hongarije de keuze tussen de schrapping van de dertiende maand of de bevriezing van de wedden van haar ambtenaren. Japan is zelfs bereid tot 100 miljard dollar te lenen aan het IMF opdat het haar schadelijke leningpraktijken verder zou kunnen zetten.
Het valt op dat de vergadering in Washington zoekt naar een wereldwijde oplossing niet in het kader van de VN maar in het enge kader van de G20. De promotoren van een onrechtvaardig en op termijn onleefbaar model krijgen de verantwoordelijkheid de wereldeconomie te redden. De enige oplossingen die worden voorgesteld zijn gericht op de verdediging van de belangen van de grote schuldeisers. De gewone mensen en de arme landen hebben niets in de pap te brokkelen.
Met een scenario dat zo weinig samenhang heeft en zo slecht in elkaar steekt is het wachten op een reactie voor meer rechtvaardigheid en ethiek. Dat kan enkel komen van sociale strijd om overal radicale nieuwe economische oriëntaties af te dwingen. Indien het einde van de film even slecht is als het begin dreigen de toeschouwers dit niet langer te nemen en dit met kracht te laten weten aan de twintig regisseurs.
(Uitpers, nr 104, 10de jg., december 2008)
Damien Millet is woordvoerder van CADTM Frankrijk (Comité pour l’annulation de la dette du tiers-monde, www.cadtm.org). Eric Toussaint is voorzitter van CADTM België. Zij schreven het boek 60 Questions 60 Réponses sur la dette, le FMI et la Banque mondiale, CADTM/Syllepse, november 2008.