« C’est inadmissible d’utiliser un 49.3 et de mettre le feu au pays… » (Het is onaanvaardbaar het land met een 49.3 in vuur te zetten). Aan het woord is geen woedende betoger, maar een conservatieve politicus, Charles de Courson van ‘Les Centristes’. Hij en zijn bonte fractie LIOT (Liberté, Indépendents, Outre-mer et Territoires) dienen in de Franse Assemblé Nationale een “transpartizane” motie van wantrouwen tegen de regering in nadat die met 49.3 het parlement buitenspel zette; na eerst de vakbonden en het land ook al volkomen te hebben genegeerd.
Vrijdag werd opnieuw op tientallen plaatsen betoogd tegen de brutale inzet van 49.3 om de gehate pensioenwet door te drukken. Er waren ook alweer talrijke stakingsacties. Her en der werden wegversperringen opgeworpen. Macron heeft maar één keer toegegeven, dat was na het geweld van de ‘gilets jaunes’, aldus meer en meer actievoerders.
Kansen voor motie
Charles de Courson zit sinds 1993 in de Assemblée als een centrumrechts gekozene. Maar de pensioenwet van president Macron, en ook de manier waarop hij door het strot van de Fransen wordt geduwd, maakt hem boos. Een van de vele miljoenen Fransen die Macron veroordelen omwille van zijn misprijzen voor de werkende bevolking. “Die 49.3 heeft mij een boost gegeven”, zei een boze spoorwegman na de elfde 49.3.
De fractie LIOT, 20 leden, zal kunnen rekenen op de rest van de oppositie; links heeft het de laatste tijd nogal voor de Courson; het uiterst-rechtse Rassemblement National (RN) zei voor alle moties van wantrouwen te zullen stemmen. Blijft de rechtse LR (Les Républicains) die erg verdeeld is over de kwestie.
Partijleider Eric Ciotti wil Macron redden. Niet uit liefde of sympathie, maar om de gekrompen LR onmisbaar te maken voor de komende vier jaar. Aurélien Pradié, door Ciotti begin dit jaar afgezet als onder-voorzitter van LR, speelt dat niet mee en zal allicht wel voor de motie van wantrouwen stemmen. Hoeveel LR volgen hem? Het moeten er heel wat zijn om de motie een kans te geven. Daar hangt het lot van de regering van Elisabeth Borne van af.
Naar de kiezer?
Wat als de motie van wantrouwen het haalt? Dan staat Macron voor een loodzware keuze. Hij kan een nieuwe regering doen vormen, mogelijks in contractueel vastgelegde coalitie met LR. Hopend dat die dan wel een echte meerderheid zou kunnen halen – maar dat is een gok, want LR zou dan best kunnen uiteenvallen. En dan is er nog steeds geen meerderheid.
Of hij kan de Assemblée ontbinden en nieuwe verkiezingen uitschrijven. Dat is evenzeer een grote gok. Denkt de Macronie met een dramatiserende tactiek van “Ik, Jupiter, of de haos”, zoals de Gaulle het ooit deed, die verkiezingen te winnen? Hij riskeert met zijn brandstichting veel mensen te hebben gemotiveerd om dan toch maar naar de stembus te gaan om hem af te straffen.
Wie daar van profiteert? Het uiterst-rechtse RN rekent op winst, maar heeft één groot zwak punt: uiterst-rechts staat zeer zwak in de grote en middelgrote stedelijke agglomeraties, daar valt voor RN weinig te rapen. Buiten de grote agglomeraties daarentegen…
En de linkse Nupes (Nouvelle Union populaire écologique et sociale)? De enorme verontwaardiging over Macrons bulldozerpolitiek speelt links in de kaart, Maar een meerderheid halen van de 577 zetels? Vertrekkende van 145 nu naar het dubbele, 289?
Feest of furie
Enfin, zo ver zijn we nog lang niet. Indien de motie van wantrouwen het haalt, wordt de volgende actiedag, donderdag 23 maart, zowat een volksfeest. Indien ze het niet haalt, wordt de pensioenleeftijd van 64 wet. Dan wordt het een dag om de woede uit te schreeuwen. Maar tegelijk met de woede is er ook een zekere gelatenheid waartegen de vakbondsleidingen moeten optornen.
Tegelijk vrezen die uitbarstingen van geweld. Want de redenering van veel betogers en stakers is dat Macron in 2019 wel gezicht is voor geweld, namelijk dat van de ‘gilets jaunes’: hij heeft toen 13 miljard euro vrijgemaakt om enigszins aan de eisen tegemoet te komen. Macron verstaat alleen de taal van het geweld, luidt het in sommige militante vakbondssectoren.
Maar dan dreigen we de sympathie en steun van een deel van de bevolking te verliezen, waarschuwen vakbondsleiders. Wat hebben we te verliezen, luidt dan het antwoord.