En ondemocratischer dan ooit
De kiezers hebben zondag de helft van de Franse Senaat hernieuwd, 170 zetels. Rechts blijft erg dominant. Die kiezers zijn dan ook niet het volk, maar vertegenwoordigerts van het volk, gekozenen. Met een ruim overwicht voor gekozenen uit dorpen en stadjes waar rechts bij gemeenteraadsverkiezingen goed scoort. Resultaat: de drie grootste partijen uit de Kamer zijn amper of helemaal niet vertegenwoordigd in de Senaat.
Die Senaat heeft wel het laatste woord niet in de wetgeving, maar is niet zonder invloed. De Senaat kan de goedkeuring van wetten blokkeren of toch op de lange baan schuiven, vaak moet er in gemengde commissies van Kamer en Senaat een compromistekst worden uitgewerkt. Rechts profiteert daarvan, Senaatsvoorzitter Gérard Larcher maakt daar gretig gebruik van om zijn forse gewicht in de schaal te werpen.
Macronie lijdt
Door de bizarre samenstelling van het kiezerskorps heeft rechts een comfortabele meerderheid: van de 348 senatoren heeft het rechtse Les Républicains (LR) en bondgenoten er 151, met daarnaast nog 78 ‘centrum’ van wie een deel regeringsgezind. De partij van Macron, Renaissance, deed het erg pover. Het enige regeringslid dat deelnam, Sonia Backès, verloor op Nieuw-Caledonië ten voordele van een voorstander van onafhankelijkheid. In Parijs, 12 zetels, verliest de Macronie haar enige senator.
Links wint een beetje: PS 82, groen 15, communistische PCF 17 . Die drie hadden eenheidslijsten gemaakt. Met uitsluiting van La France insoumise (LFI) dat niet in de Senaat geraakt. Die verdeeldheid illustreert de spanningen binnen de linkse alliantie Nupes. De kans is groot dat elke partij volgend jaar bij de Europese verkiezingen van juni met een eigen lijst uitpakt.
Het uiterst-rechste Rassemblement National doet met drie gekozenen zijn herintrede in de Senaat.
In de Kamer zijn Renaissance, RN en LFI de grootste partijen. Zij vertegenwoordigen meer dan de helft van de kiezers. In de Senaat zijn ze zogoed als afwezig, wat veel zegt over het ondemocratisch gehalte van die instelling. En over de zwakke lokale inplanting van die partijen. LFI voorop, wat misschien ligt aan wat partijchef Jean-Luc Mélenchon het “gazeuse” karakter van LFI noemt.