LR, EELV, LFI, NPA…
Al hebben Franse politieke partijen nauwelijks leden, toch hebben ze een druk intern leven – wat dan tenminste op activiteit wijst. In één weekend zijn diverse van die partijen goed opgeschud, zowel rechts (Les Républicains, LR) als links (groene EELV, linkse LFI, trotskistische NPA). Het roert ook bij de communistische PCF en binnenkort is de PS aan de beurt. Bij Renaissance, de partij van president Emmanuel Macron, weerspiegelt de rust doodgewoon het gebrek aan leven.
LR, Kalli en Zizou
Bij LR hebben de leden Eric Ciotti als nieuwe partijleider gekozen, met 53% tegen 46 % voor tegenkandidaat Bruno Retailleau. Ciotti verklaarde tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen dat hij bij een duel tussen Macron en de fascist Eric Zemmour, voor Zemmour zou stemmen. Dat zegt al veel over het rechtse gehalte van Ciotti.
Nu, Retailleau moet niet echt onderdoen voor Ciotti. Op het vlak van ethische kwesties is hij reactionairder dan Ciotti, hij komt uit de stal van Philippe de Villiers die nu achter Zemmour staat. In de campagne voor de verkiezingen was er een rechts opbod tussen de drie kandidaten – de derde, Aurélien Pradié, haalde in de eerste ronde 22%. Die campagne verliep dubieus: het aantal partijleden steeg ineens van 48.000 tot meer dan 90.000. Het bleek dat ook twee katten, Kalli en Zizou, hadden meegestemd. Le Journal du Dimanche had ze zonder enig probleem lid gemaakt van LR. Het is nkiet bekend voor welke kandidaat ze kozen. Bij de keuze voor een presidentskandidaat had vorig jaar een hond meegestemd.
Met Ciotti aan de leiding, hoopt Macron dat enkele gematigder LR-parlementsleden naar het regeringskamp overlopen. Ciotti wil snel een kandidaat aanduiden voor de presidentsverkiezingen van 2027, met name de al even rechtse Laurent Waucquiez. Eerst de Europarlementsverkiezingen van 2024 afwachten.
Groen EELV
Ook bij het groene Europe Ecologie-Les Verts (EELV) wordt al volop gediscussieerd over die verkiezingen van 2024. De militanten hebben zich met overgrote meerderheid uitgesproken voor een autonome lijst. Dus geen lijst van Nupes (Nouvelle Union populaire, écologique et sociale) met het linkse LFI, PS en PCF.
Groen doet het bij Europese verkiezingen altijd veel beter dan bij nationale: in 2019 haalde EELV 13%, terwijl de PS en la France insoumise (LFI) elk nauwelijks boven 6 % uitkwamen. Vooral LFI dringt aan op een lijst van Nupes..
De groene militanten kozen Marine Tondelier als nieuwe partijleidster. Tondelier leidt de oppositie in het noordelijke Hénin-Beaumont, de plaats die de uiterst-rechtse Marine Le Pen naar het parlement stuurt. Zij en haar project haalden in de eerste ronde 47% van de stemmen, terwijl de lijst gesteund door presidentskandidaat Yannick Jadot slechts 12% haalde en die gesteund door de radicale Sandrine Rousseau 13% ..Rousseau leidde deze zomer de campagne tegen partijleider Julien Bayou die ze verweet zijn partner tot zelfmoordpoging te hebben gedreven, al had ze daar geen enkel bewijs voor. Bayou trad af maar verweet Rousseau een heksenjacht tegen hem te hebben georganiseerd.
EELV heeft nationaal slechts 11.000 ingeschreven leden van wie ongeveer de helft heeft gestemd. Groen bestuurt nochtans steden als Bordeaux, Lyon, Straatsburg, Grenoble, Tours maar slaagt er niet in zich als partij uit te bouwen, onder meer door de hardnekkige interne verdeeldheid tussen clans – die dus elk hooguit een bescheiden aanhang hebben. Groen krijgt weinig aansluiting met de milieubewegingen, die zijn veel meer te vinden bij LFI dat ook een sterk ecologisch programma heeft.
LFI la gazeuse
Bij het snel groeiende LFI broeit onrust. LFI blijft onderstrepen dat het geen partij is,wel een beweging. Wat een excuus is van Jean-Luc Mélenchon om geen structuren uit te bouwen, de beslissingen worden in zeer beperkt conclaaf genomen.
Verscheidene kopstukken van LFI vernamen vorige week via de media dat er zaterdag een belangrijke vergadering was om de leiding uit te bouwen. ‘C’est une purge”, dit is een zuivering, zei Leila Chalbi van de LFI-fractie in het EU-parlement. Het was ook de indruk van een kopstuk als Clémentine Autain die eerder al had aangegeven ruimer (dan LFI) te willen werken. Andere historische figuren zoals François Rufin, Alexis Corbière en Eric Coquerel, bleken niet uitgenodigd. Ze zitten niet in de nieuwe bestuursraad van 21, ook al zijn zij na Mélenchon de bekendste figuren van LFI.
De “leiding” – blijkbaar Mélenchon en coördinator Manuel Bompard (vervanger van Adrien Quatennens die opzij is gezet na aanklacht van zijn vrouw voor geweld) hadden 60 kaderleden en 100 bij loting aangeduide militanten verzameld om de toekomst van LFI uit te tekenen. De “beweging” heeft niet alleen een zeer fumeuze (‘gazeuse’, aldus de LFI-term)structuur, maar ook een zeer zwakke lokale inplanting. Bij lokale en regionale verkiezingen komt LFI er niet aan te pas.
“Er is een gebrek aan pluralisme”, zei Autain na de vergadering waaraan ze dus niet deelnam. Ze betreurt dat aldus de verschillende opinies binnen LFI niet aan bod kunnen komen. Alles wordt binnenskamers bedisseld, vinden Autain en Rufin. Van interne democratie is geen sprake, er wordt niet gestemd, er :moet maar “consensus” zijn. Bompard vindt democratie niet zo belangrijk, efficiëntie moet voorop staan.
Implosie NPA
Bij de trotskistische Nouveau Parti Anticapitaliste (NPA) was het weekend bijzonder dramatisch. Op het congres stapte de helft van de 200 afgevaardigden op. Ze kantten zich tegen de greep van een kartel van 4 interne fracties die de NPA volledig lam leggen.
De NPA ligt al een tijdje verlamd. Bij de stichting in 2009 was er groot enthousiasme. Naast de kern van de Ligue Communiste Révolutionaire (LCR) van Alain Krivine kwamen er veel jonge militanten bij. Olivier Besancenot deed het zeer goed bij de presidentsverkiezingen, de NPA had de wind in de zeilen. Maar onduidelijke standpunten over onder meer de hoofddoek, neigingen tot sectarisme en vooral onderlinge onenigheid tussen fracties, hebben dat elan snel afgebroken. Bij de voorbije presidentsverkiezingen haalde kandidaat Philippe Poutou nauwelijks iets meer dan één percent. De NPA heeft nu nog ongeveer 1.500 leden.
De breuk op het congres gaat tussen enerzijds de “historische kern” met Besancenot, Poutou en figuren uit de LCR die pleiten voor grotere samenwerking met LFI; die groep haalde 48,5%. Anderzijds is er een alliantie van ‘ groepen rond diverse teksten die alleen zeer occasionele samenwerking met LFI zien zitten. Sommigen pleiten voor nauwer samenwerken met de trotskisten van Lutte Ouvriére. Die groep haalde 43 %. De rest was voor een kleine groep ‘verzoeners’.
Hoe het nu verder moet met NPA is onduidelijk. Wellicht volgt er een strijd om het gebruik van de naam, om de lokalen en de financiën.
Om het nog wat complexer te maken: een groep die er vorig jaar uitstapte, ‘Révolution permanente’, kondigde aan volgend weekend een nieuwe partij op te richten. Daarnaast zijn er nog minstens drie andere trotskistische groepen actief in Frankrijk. Daaronder de Parti Ouvrier Indépendant waaruit Mélenchon komt en die bij de parlementsverkiezingen via LFI een gekozene haalde.
PCF
Ook bij de communistische PCF broeit er wat. Partijleider Fabien Roussel kreeg vorige week op de nationale raad, het partijparlement, slechts 58% voor zijn tekst ter voorbereiding van het congres. Zijn voorstellen voor zijn autonome kandidatuur bij de presidentsverkiezingen hadden ook al maar 52 % gekregen. Verscheidene afdelingen blijken ontevreden over de balans van de voorbije verkiezingen, ze verwijten de leiding gebrek aan realiteitszin tegenover de crisis die de PCF nu al zo veel jaar doormaakt. De PCF moet het hebben van enkele lokale inplantingen om overeind te blijven.
Bij de PS worden de messen geslepen met het oog op het nakende partijcongres. Partijleider Olivier Faure vecht voor zijn politiek van linkse samenwerking binnen de Nupes, terwijl een oppositie Nupes verwerpt.