Het is pijnlijk, zeer pijnlijk, om te zien hoe Marine Le Pen de harten van de Franse arbeiders wint. Peilingen zijn wat ze zijn, maar er zijn ook de kantonnale verkiezingen geweest die de tendens bevestigen. 36% van de ‘ouvriers’ (werknemers met een arbeidersstatuut) zouden bij de presidentsverkiezingen overwegen om voor de leidster van het uiterst-rechtse Front National (FN) te stemmen. Wat is er met de Franse arbeidersklasse, zo lang het hart van links en vooral de communistische Parti Communiste Français (PCF), gebeurd?
Bij de vorige presidentsverkiezingen, die van 2007, stemden er iets meer arbeiders voor de rechtse Nicolas Sarkozy dan voor de socialistische kandidate Ségolène Royal – en toen een zesde voor vader Le Pen. Nu ook weer, aldus de peilingen, zouden nog bijna even veel – of even weinig – voor Sarkozy stemmen als voor de socialistische kandidaat, ongeveer elk een zesde. En links van de Parti Socialiste (PS) doet het evenmin goed: de kandidaten van het Front de Gauche, van de Nouveau parti anticapitaliste (NPA) en van Lutte Ouvrière samen 5%. Kortom, de Franse arbeiders stemmen uitgesproken rechts.
Bij links tracht men zich te troosten met de gedachte dat de campagne nog moet beginnen en het tij nog kan keren. Een groot deel van links bezondigt zich alweer aan chronische blindheid voor de werkelijkheid; een campagne zal daar niet veel aan veranderen als die in de lijn ligt van de al decennia lang gevolgde politiek die er ook een is van blindheid voor de problemen van het dagelijks bestaan.
Arbeiders die in 2007 voor Sarkozy stemden, kregen in plaats van de beloofde hogere koopkracht enkele maatregelen die letterlijk de rijke vrienden van Sarkozy nog rijker maakten (zoals de beruchte “bouclier fiscal” met een veel lager plafond voor de hoogste inkomens). Bovendien voelden zij aan den lijve de afbouw van collectieve voorzieningen als openbaar vervoer, gezondheidszorg, onderwijs…
Stilte
Links zou normaal van de afkeer van Sarkozy’s beleid de vruchten moeten kunnen plukken. Maar vooral de PS komt erg ongeloofwaardig over, de herinnering aan diverse door de PS geleide regeringen en hun beleid is nog niet helemaal vervaagd. Het waren regeringen die evenzeer als de rechtse een neoliberaal beleid voerden in het kader van de kapitalistische mondialisering – de regering van Lionel Jospin (1997-2002) voerde een groot aantal privatiseringen door, met communistische regeringsdeelname.
Dat maakt het voor Marine Le Pen zeer makkelijk om de “UMPS” (UMP, Union pour un mouvement populaire, van Sarkozy en PS in één term) verantwoordelijk te stellen voor de nefaste gevolgen van die mondialisering. Er is in haar discours aan de ene kant het establishment van de UMPS dat massale immigratie toestaat omdat de patroons zo op grote schaal zwaar onderbetaalde arbeidskrachten hebben en zo de druk op de lonen kunnen opvoeren. Daarbij wordt verwezen naar de leiding van de grote patronale organisatie Medef die inderdaad aandringt op meer economische immigratie.
Mengelmoes
Dat versterkt de indruk bij veel Fransen dat de partijen van het “establishment” alleen maar aan de belangen van de rijken denken en zich niets aantrekken van het “gewone volk”. Het FN mengt op die manier deskundig zijn xenofobie, een wezenlijk onderdeel van zijn programma, met onvrede over de gevolgen van de mondialisering.
Het kan dat des te makkelijker omdat Sarkozy en zijn UMP het terrein grondig hebben geëffend, eerst met hun nepdebat over de “nationale identiteit” vorig jaar en dit jaar met een pseudodebat over de lekenstaat en de plaats van de godsdiensten, vooral de islam, daarin. De PS en links in het algemeen steken een handje toe. Links heeft de problemen rond die kwesties straal genegeerd onder meer uit schrik te worden beticht van onverdraagzaamheid of racisme, maar ook uit interne verwarring.
Bij uiterst-links leek het even dat de NPA het tij kon doen keren. Olivier Besancenot van de NPA maakte zich sterk dat een combattief uiterst-links het beste middel is om uiterst-rechts te dwarsbomen. Maar de interne verwarring bij de NPA kortwiekt die ambitie. Toen de NPA bij de regionale verkiezingen, vorig jaar een gesluierde kandidate op haar lijst plaatste, bleek ook daar hoe weinig er over die problemen was nagedacht.
Het is allemaal koren op de molen van een FN dat zich nu met Marine Le Pen als eerbaar aandient, maar niets van zijn xenofobe aard heeft opgegeven. Het FN werkt op vruchtbaar terrein. Veel Fransen voelen zich onzeker in het bestaan en dat heeft vooral te maken met werkloosheid, precaire arbeidssituaties als interims, tijdelijke contracten enz. Het FN wijst de schuldige aan: de mondialisering die volgens het FN het nationale zijn aantast in de vorm van delocalisaties én immigratie.
Mondialisering is de schuld, de concrete vorm van die mondialisering is de migrant. Het FN kan met die redenering vooral scoren omdat de grote rechtse en linkse partijen dat terrein braak laten liggen, want zij zijn mede verantwoordelijk voor die mondialisering en de gevolgen ervan. Dat de PS mogelijks Dominique Strauss-Kahn (DSK), voorzitter van het IMF, zou voordragen als presidentskandidaat, spreekt boekdelen.
Terwijl zeker arbeiders wakker liggen van het moeilijke dagelijkse bestaan en de bedreigingen, houden de PS-leiders zich vooral bezig met intriges in de aanloop naar de voorverkiezingen om een kandidaat aan te duiden. Die paleisintriges laten niet alleen de arbeiders steenkoud, ze illustreren vooral hoe ver die partij afstaat van de ernstige problemen waarmee zoveel Fransen worstelen.
(Uitpers nr. 131, 12de jg., mei 2011)