De Franse premier Elisabeth Borne maakte maandag bekend dat de regering de pensioenleeftijd tegen 2030 geleidelijk wil optrekken tot 64 jaar. Voor een volwaardig pensioen zal 43 jaar bijdrage vereist zijn. De pensioenleeftijd ligt nu op 62. De verhoging stuit op eenparig verzet van de vakbonden en is volgens peilingen erg onpopulair. De vakbonden kondigden een eerste dag van manifestaties aan voor 19 januari.
President Emmanuel Macron had altijd 65 jaar vooropgesteld. Maar Borne sprak de jongste tijd over 64. Wellicht was dat een samenspel om toch de vakbond CFDT aan boord te krijgen. CFDT-voorzitter Laurent Berger is meestal erg meegaand tegenover Macron, maar hij staat onder sterke druk van zijn basis die tegen is.
Volgens peilingen is meer dan driekwart van de Fransen tegen de hervorming gekant. De vakbonden staan momenteel op één lijn, ze lijken vastbesloten samen grote acties te organiseren tegen deze hervorming. Die zullen zeer snel worden aangekondigd.
Evenwicht
Macron zelf had getracht de Fransen te overtuigen met het argument dat de besparing in de pensioenuitgaven nodig is om de transitie, onderwijs en gezondheidszorg te financieren. Premier Borne zag zich gedwongen te onderstrepen dat de beoogde besparingen alleen zullen dienen om de pensioensector in evenwicht te brengen.
Ze deed dat o.m. om de rechtse Les Républicains (LR) mee aan boord te krijgen. De regeringspartijen hebben geen meerderheid in de Nationale Assemblée en rekenen op rechts voor goedkeuring. Maar LR is zelf verdeeld over eventuele steun.
Diverse pensioenspecialisten betwisten de bewering van de regering dat de pensioensector op een groot onevenwicht afstevent. Ze wijzen er ook op dat het bedrijfsleven veel mensen nu al afdankt eer ze de pensioenleeftijd hebben bereikt, wat zware lasten legt op andere uitkeringen. Met een hogere pensioenleeftijd zal dat alleen maar verergeren.
Wordt zeer snel vervolgd.