De elfde actiedag tegen de verhoging van de pensioenleeftijd tot 64 jaar, zag minder volk op straat – 2 miljoen volgens het vakbondsfront – dan de meeste vorige actiedagen. De arrogante beledigende houding van president Emmanuel Macron zet veel kwaad bloed en maakt de verleiding tot geweld groter, maar tegelijk wordt veel woede lijdzaam opgeslagen. Misschien verwachten sommigen iets van het Grondwettelijk Hof dat op 14 april uitspraak doet over de pensioenwet, en over de manier waarop die is opgedrongen. Maar dat zijn illusies.
La Cour
Dat Hof is zogenaamd een juridische garantie van grondwetspecialisten die, los van politieke berekeningen, oordelen of de grondwet is nageleefd. Voorzitter is Laurent Fabius, ooit premier en kopstuk van de PS. Een van de negen andere is Alain Juppé, rechtse ex-premier wiens medewerkers premier en topministers van Macron werden. Zes andere zijn benoemd door de president of door de rechtse Senaatsvoorzitter Larcher die voor de wet is, en door de vroegere voorzitter van de Assemblée, een man van Macron.
Er is wel voor oogverblinding gezocht. De regering heeft willens wetens enkele bepalingen in de wet ingelast, die er niet thuis horen. Zoals een quotum voor de tewerkstelling van oudere werknemers. Zo kan het Hof de eer redden door enkele onbelangrijke onderdelen af te wijzen. En zo kan het systeem de schijn van legaliteit ophouden
Indien het Hof op 14 april de wet toch volledig zou afwijzen, zou dat alleen een hoopvol teken zijn dat de rechtsstaat toch geen illusie is. Maar maken we ons beter geen illusies.
Uitbreiding
Een meerderheid van Franse trapt daar niet in en blijft de kern van de wet, de 64 jaar, in zeer grote meerderheid afwijzen. Maar massaal op straat komen en weer afspreken voor een volgende actiedag – volgende donderdag, zet weinig zoden aan de dijk.
Het dringt wel tot Macron door dat hij in een impasse zit. Hij heeft alleen door kunstgrepen en brutale ingrepen zijn onrechtvaardige en onnodige wet kunnen doordrukken. Hij heeft nog vier jaar te gaan, vrezend dat hij de weg plaveit voor uiterst-rechts, voor Marine Le Pen.
Hij hield de deur gesloten voor het vakbondsfront, waardoor hij bij zijn vroegere ‘bondgenoot’, Laurent Berger van de CFDT, niet meer moet aankloppen. Macron speelde het zelfs klaar om Berger vanuit Peking in zijn gezicht uit te lachen.
Hij heeft geen parlementaire meerderheid, daarom tracht de Macronie harder dan ooit de nog rechtsere Les Républicains (LR) binnen te halen. Hij heeft eerder al hun personeel en het grootste deel van hun kiezers gestolen, nadien ook hun ideeën en praktijken.
Hoe kan hij nog verder gaan. Zijn uiterst repressieve minister van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin, verantwoordelijk voor al dat politiegeweld, tot premier benoemen? Of gewoon een van LR als premier nemen, met het risico op een (mini)revolte in eigen rangen? Senaatsvoorzitter Gerard Larcher bij voorbeeld, die zo hard voor de pensioenwet heeft gepleit?
Het maakt weinig uit. Met het brutale geweld van de politie in Sainte-Soline en de politieraids tegen betogers in de steden, neemt Macron de laatste twijfel weg: dat van een brutale autocraat.