Een verkiezingscampagne zonder campagne, met een nasleep van de pandemie, een oorlog vlakbij, en prijzen die de pan uitvliegen. Wat geeft dat zondag 10 april, de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen?
Volgens de peilers: Alweer een duel Macron – Le Pen, net zoals in 2017, met Emmanuel Macron als – dit keer nipte – winnaar van de tweede ronde. Met de komst van een uiterst-rechtse concurrent, Eric Zemmour, leek Marine Le Pen even uitgespeeld. Maar ze kwam terug, en de jongste dagen is er zelfs groeiende twijfel aan de uitkomst van de tweede ronde, Macron kan niet langer op beide oren slapen. Le Pen is niet kansloos.
Overlopers
De president is net voor de stembussen klaar staan, niet meer zeker van zijn eerste plaats in de eerste ronde. Hij heeft nochtans de voorbije weken zeer veel kopstukken van zowel rechts als links binnengehaald. Grote namen van de rechtse Les Républicains (LR) verlieten hun zinkend schip voor kapitein Macron. Terwijl aan de andere kant enkele grote namen uit de sociaaldemocratie bij de Macronie kwamen. Ook Jean-Pierre Chevènement, ooit leider van een linkervleugel bij de PS en al jaren het boegbeeld van zogenaamd ’soevereinistisch links’ die genade vindt in de ogen van Le Pen.
De officiële LR-kandidate, Valérie Pécresse, zag het met lede ogen aan, al die deserteurs – zoals ex-pemier Jean-Pierre Raffarin en ex-minister Eric Woerth. Ze beschuldigde de president er ook, terecht, van de fotokopieermachine te hebben bovengehaald om haar (rechts) programma te stelen, zodat hij er toch nog een had. Daarin enkele grote rechtse blikvangers: wettelijke pensioenleeftijd op 65, en verplichte arbeid van 15 tot 20 uur per week voor wie een RSA (revenu de solidarité active, een sociale minimumuitkering) heeft.
Als president had Macron eerder al de belasting op het fortuin (ISF) ingetrokken en de belastingen op bedrijfswinsten sterk verminderd. Hij had ook de arbeidswet hervormd ten gunste van de ondernemers. Dat alles met het negeren van de vakbonden.
Staatsman
Om al die sociaaldemocraten die bij hem zitten toch iets toe te werpen, stal hij op zijn enige meeting een slogan van de trotskistische NPA: “Nos vies valent nieux que leurs profits”. Je moet maar durven, Macron, de président des riches, die uithaalt naar de superrijken en hun winsthonger…De president die de revolte van de gilets jaunes met ongekend brutaal geweld had beantwoord.
Om het even wat dus. Macron had erop gerekend zonder campagne te kunnen azen op een tweede ambtstermijn, als president en voorzitter van de EU-Raad, trad hij als staatsman op de voorgrond. Met de Russische agressie in Oekraïne, gaven de telefoongesprekken met collega Vladimir Poetin hem een aura van wereldgezag. Tot die gesprekken een blok aan het been werden, want ze hadden niets uitgehaald.
Voor Macron kan de eerste ronde dan ook niet snel genoeg komen, de peilingen worden voor hem steeds somberder. Dat geldt ook voor de meeste andere concurrenten die hun aanhang dag aan dag zien smelten. Op twee uitzonderingen na: Jean-Luc Mélenchon van La France insoumise (LFI) en Marine-Le Pen van het Rassemblement National (RN).
Jean-Luc
Mélenchon heeft net als in 2017 een indrukwekkende campagne geleverd. De vijf andere kandidaten van links liggen zonder uitzondering nu al in de touwen, terwijl Mélenchon althans in de peilingen zijn aanhang verdubbelde.
In 2017 kon Mélenchon, een verrassende 19,6 % in de eerste ronde, nog rekenen op de steun van de communistische PCF die nu een eigen kandidaat heeft, Fabien Rousel. Na een dynamische campagne, zag die zijn aanhang de jongste dagen leeglopen, met kiezers die “nuttig” willen stemmen, zijnde Mélenchon die nog kans maakt op de tweede ronde.
Waar de geslonken aanhang van de groene kandidaat Yannck Jadot naartoe loopt, is minder duidelijk. Zelfs het evenaren van de score van de groene Noël Mamère in 2002, zijnde 5,25%, lijkt nu buiten bereik. Dat is nog altijd een pak meer dan de verwachte 2 % voor Anne Hidalgo van de PS. Zij zou al tevreden mogen zijn nationaal evenveel stemmen te halen als bij de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar in Parijs, maar zelfs dat lijkt te hoog gegrepen. Er wordt nu al discreet onderhandeld over de beste manier om de PS op te doeken.
De trotskistische kandidaat van de NPA, Philippe Poutou, haalde op zijn campagnetournee overvolle zalen en enthousiast publiek. Maar of zich dat in stemmen vertaalt, is erg twijfelachtig. Want ook bij die aanhang speelt de drang om Le Pen in de eerste ronde al de pas af te snijden en voor Mélenchon te stemmen. Misschien hadden de communist en de twee trotskistische kandidaten de moed moeten hebben, om zich na een succesvolle campagne terug te trekken ten voordele van Mélenchon?
Marine
Linkse kiezers die naar Mélenchon trekken om te beletten dat het weer een match Macron – Le Pen wordt en Macron het tegen links moet opnemen. De kandidate van het RN is de jongste weken verrassend opgeklommen tot in de buurt van Macrons score. Ondanks dus de agressieve concurrentie van Eric Zemmour die enkele kopstukken weghaalde, samen met haar nicht Marion Maréchal.
Zemmour heeft haar meer geholpen dan geschaad. Precies door zijn agressieve stijl, rond thema’s als ‘de grote omvolking’ (le grand remplacement), remigratie en identiteit, hielp hij Marie Le Pen “dediaboliseren”, normaliseren. Met Zemmour aan haar rechterkant, leek Le Pen ineens zoveel minzamer, bijna gematigd. Dat haar programma in alle opzichten uiterst-rechts is en blijft en op een xenofobe politiestaat aanstuurt, verdween helemaal uit de campagne. Le Pen zegt als presidente een regering van nationale eenheid te zullen vormen, met competente bestuurders van alle kanten….Voor Zemmour een verdoken socialiste.
Zemmour ging vooral kiezers zoeken bij klassieke rechts, in de vijver waar Les Républicains hun stemmen moeten halen. Zemmour en Marion Maréchal mikken vooral op de eenheid van rechts, rond hun programma. En bij LR had men gezien dat die thema’s bij een groot deel van de achterban aanslaan. In de voorverkiezingen bij LR kreeg Eric Ciotti, die op de lijn Zemmour zit, heel wat steun. En Pécresse liep dat achterna. Ook bij haar partij rijst nu de vraag hoe ze de verwachte ramp kunnen overleven. Want in juni zijn er parlementsverkiezingen.
Koopkracht
Het werd in de achterhoede een strijd tussen Pécresse en Zemmour om het leiderschap van een kwijnend rechts. Beide zakten weg onder het gewicht van de oorlog en de prijsstijgingen. Ze waren nog nauwelijks hoorbaar nu koopkracht en vooral koopkrachtverlies de grootste bekommernis werd.
Le Pen heeft dat goed begrepen, zij maakte er haar centraal thema van. De prijzen van brandstoffen blokkeren, de btw verlagen, daar gaat het bij de meeste Fransen nu om. Le Pen verschijnt op de markt als een bezorgde Franse die het zelf moeilijk heeft de eindjes aan elkaar te knopen, in vol contrast met een president van en voor de rijken, een imago dat hij niet van zich afschudde. Frankrijk herinnert zich de gilets jaunes die aan de kruispunten de brandstofprijzen contesteerden.
Dat is het publiek van Le Pen: de “classes populaires”, de volksklassen, terwijl concurrent Zemmour en nicht Maréchal op een bourgeoismilieu mikken dat vijf jaar geleden achter LR-kandidaat François Fillon marcheerde. Le Pen, met sterke inplanting in het verarmede noorden waar de communistische PCF ooit een “contre-culture” onderhield.
Reflex?
Wat indien het inderdaad alweer een duel Macron – Le Pen wordt? Wat zal Mélenchon doen? Wat zullen zijn kiezers doen?
Ik ben voorgedragen door 310.000 Fransen. In het onwaarschijnlijke geval dat ik de tweede ronde niet haal, zullen wij die achterban vragen te kiezen uit drie mogelijkheden: niet-stemmen, blanco of Macron, aldus Mélenchon. Diverse peilingen geven aan dat wel tot bijna een kwart van Mélenchons kiezers zo een grote afkeer van Macron hebben, dat ze er Le Pen voor over hebben.
Een groter deel zou dan toch voor Macron kiezen. Uit een “republikeinse reflex” zoals in 2002. Toen kwam vader Jean-Marie Le Pen in de tweede ronde uit tegen de zittende rechtse president Jacques Chirac. De “republikeinse reflex” werkte volop, tot en met uiterst-links stemde voor Chirac die met 82% herkozen werd.
In 2017 haalde dochter Marine Le Pen 35 %. Ook toen stemden klassiek rechts en links in een “republikeinse reflex” tegen uiterst-rechts. Macron is sindsdien zo fel naar rechts opgeschoven, dat veel linkse kiezers nu wellicht zullen weigeren hun neus dicht te knijpen om toch voor hem te stemmen.
Maar misschien wordt het dan toch een compleet andere tweede ronde, de Franse peilers zijn zeer sterk in vergissingen. Want een zeer groot deel van de kiezers zou niet stemmen. Er wordt gevreesd voor een lage opkomst, van bij de eerste ronde al. Minstens 20 % zegt vastbesloten te zijn niet te stemmen, een deel wacht tot zondag om al dan niet te gaan. Dus even wachten tot zondagavond 20.01u.