Frank Vandenbroucke vindt dat hij te veel verdient. Heeft hij gelijk?
“We zijn te duur”, luidt het zonder omwegen. “Onze loonkosten zijn, relatief maar ook in absolute termen, te hoog. Het zal veel inspanningen en tijd vergen om ze te verlagen. Het zal een jarenlang volgehouden politiek van loonmatiging vergen, waarbij bovenop de inflatie weinig ruimte zal zijn”
Dit zijn de woorden van minister van Arbeid en Onderwijs Frank Vandenbroucke.
We nemen er akte van dat de minister vindt dat hijzelf, persoonlijk, in absolute termen, te duur is, en dus tevens bij uitbreiding ook de volledige politieke klasse, en, bij nog verdere uitbreiding, onze managers, de CEO’s en de leden van de raden van bestuur van onze bedrijven. Maar de Picanol-wet gaat even niet door.
Vandaag de dag zijn raden van beheer van een bedrijf zoiets als zelfhulpgroepen voor politici-einde-loopbaan. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat Frank Vandenbroucke van de gelegenheid gebruik maakt om het VBO (hamburgers en heilige koeien inclusief) en UNIZO (separatisme inclusief) in hun harde opstelling bij te treden.
Wij mogen dus akte nemen van de mening van de minister dat de lonen van Belgische topfuncties te hoog zijn, en verwachten dan ook initiatieven van de minister om deze toplonen daadwerkelijk te verlagen, zodat er ruimte komt voor meer duurzaamheid, meer cultuur en meer ziekenzorg.
De Sp.a, met het voorstel om energieprijzen te verlagen, draagt daar niet toe bij. Die voorstellen willen alleen de index binnen de perken houden, jawel, om de lonen te verlagen.
Waar is de tijd dat socialisten gingen voor loonsverhoging van gewone werknemers i.pv, zoals heden, voor persoonlijke carriere-planning van topfuncties?
Peter Van de Ven
(Uitpers, nr. 72, 7de jg., februari 2006)
Bron: Indymedia