Economische theorieën leren dat prijzen een eigen leven leiden. Al wat centrale banken kunnen doen is inspelen op randvoorwaarden, zoals de geldvoorraad, in de hoop dat de prijzen volgen. In de praktijk blijkt dit niet te lukken. Al jaren probeert de Europese Centrale Bank (ECB) de inflatie omhoog te krijgen naar de beoogde 2 procent, zonder succes. Nu de inflatie op hol slaat wordt de rente stap voor stap verhoogd om via een economische recessie de prijzen in bedwang te houden. Die recessie, dat zal wel lukken, maar of daarmee de inflatie wordt ingedamd is een open vraag.
Betwist
Niet iedereen is het met dat beleid eens.
De lopende inflatie wordt aangejaagd door de energieprijzen. Die stijgen niet omdat er een tekort is aan energie. De oorzaak is de ‘onzekerheid’ op de energiemarkten, waarvan de grote fossiele energiebedrijven profiteren om de prijzen op te drijven. Zij maken enorme winsten. Het gaat hier dus niet om een ‘natuurlijk fenomeen’ met prijzen die een eigen leven leiden, maar om bewuste strategieën uitgewerkt in de hoofdkantoren van Shell, Chevron, ExxonMobil, BP, TotalEnergies, Eni, Repsol, …
De overheid zou daar iets aan kunnen doen, door deze superwinsten weg te belasten of, beter nog, door prijsplafonds op te leggen in de energiesector, zodat de inflatie in de knop wordt gebroken. De prijsplafonds voor consumenten die nu met vertraging en in verspreid slagorde worden ingevoerd in een aantal landen zijn een stap in die richting, behalve dat de energieleveranciers via belastinggeld gecompenseerd worden voor de ‘verliezen’ als gevolg van deze plafonds.
Dat leidt tot ingewikkelde constructies. In Nederland is het nog niet zeker of het voor 1 januari geplande prijsplafond er dan daadwerkelijk komt, omdat de leveranciers niet willen dat hun ‘verlies’ berekend wordt in functie van wat zij zelf betalen voor de aankoop van energie, maar in functie van de prijzen die zij ‘normaal’ de consumenten wilden aanrekenen…
Naast een gericht prijsbeleid zou het deflatoir rentebeleid plaats moeten maken voor overheidsinvesteringen waar het aanbod vastloopt: in groene energie, in duurzame landbouw, in opleidingen om personeelstekorten aan te pakken, in nieuwe vormen van mobiliteit, …
Wie zit aan de knoppen?
Waarom gebeurt dit niet? Waarom wordt niet gekozen voor bewust gericht overheidsbeleid in plaats van de blinde en gevaarlijke recessiegok van de centrale banken?
Volgens een recent rapport van Corporate Europe Observatory omdat ook bij de overheid, in dit geval de Europese Commissie, de fossiele industrie aan de knoppen draait.
Sinds de Russische invasie in Oekraïne vergaderde de fossiele industrie gemiddeld om de drie dagen met de Europese Commissie. Tijdens deze vergaderingen waarschuwde de fossiele industrie de Commissie niet te gaan prutsen aan marktmechanismen, want dat zou onbedoelde gevolgen kunnen hebben. Een prijsplafond vond de fossiele industrie ‘problematisch’. Telkens opnieuw werd aangestuurd op uitstel van beslissingen omdat de zaak niet voldoende onderzocht zou zijn.
Aan de markt werd dus niet geraakt. De Europese Unie (EU) en de lidstaten gingen wel holder de bolder energie inslaan, met als gevolg enorme prijsstijgingen en een explosie van de winsten van de fossiele giganten.
En daar bleef het niet bij. De EU heeft een plan om Europa los te koppelen van Russische energie, RePowerEU genaamd. Na een ontmoeting van de industrie met Commissievoorzitter Ursula von der Leyen werd beslist een werkgroep op te zetten met de grote fossiele bedrijven om de Commissie hierin te adviseren: waar en hoe investeren. De eerste vergadering vond plaats op 26 oktober. Alle fossiele giganten zitten in de werkgroep, maar van andere maatschappelijke groepen, zoals consumentenorganisaties, is geen spoor te bekennen.
Marginaal
Zo zal de fossiele industrie er in slagen ook voor de toekomst de EU afhankelijk te houden van fossiele energie. Haar focus ligt op CO2-opslag, en op het massaal aanleggen van pijpleidingen. Die zouden in de toekomst moeten dienen voor het transport van groene waterstof, maar in het hier en nu verankeren zij de Europese afhankelijkheid van fossiel gas, ingevoerd via pijpleidingen en LNG-terminals. Het deel van de superwinsten dat geïnvesteerd wordt in daadwerkelijk groene energie (zonne- en windenergie, …) is marginaal.
Het volledige rapport van CEO in het Engels:
https://corporateeurope.org/en/2022/10/fuelling-cost-living-crisis