In Frankrijk draait de politiek van langs om meer rond het uiterst-rechtse Front National (FN). De grote partijen zijn bezeten door de schrik voor een grote doorbraak van het FN bij de gemeenteraadsverkiezingen in de lente van volgend jaar. De regerende PS vreest dat vele ontgoochelde kiezers zich zullen onthouden of de stap naar het FN zetten. Bij het rechtse UMP gaat de oorlog tussen de clans over de relaties met het FN. Partijleidster Marine Le Pen verzorgt intussen zeer deskundig het imago van haar FN als een partij die klaar staat om aan de macht te komen.
Doof
“Waarom keren de volks- en middenklassen zich meer en meer tot het Front National? Niet omwille van het xenofobe, racistische, antisemitische discours, maar omdat ze hen hun eigen maatschappelijke werkelijkheid voorspiegelt: de afbrokkeling van het sociaal weefsel, hun toenemende kwetsbaarheid, hun onzekere toekomst. Wat ze UMP en PS verwijten is dat die doof zijn voor de aftakeling van hun dagelijks bestaan”. Socioloog Alain Mergier (le Monde, 18 september 2013) meent dat zowel rechts als links daardoor te maken hebben met de aantrekkingskracht van het FN.
Die nam toe sinds Marine Le Pen en haar staf het discours van het FN “versoepelden” om de dijken rond haar partij te doen breken. Met succes. Ex-president Nicolas Sarkozy (2007-2012) droeg er zijn steentje toe bij. Vooral door in de campagne voor zijn herverkiezing een rechts-radicale draai te maken, maakte hij de klassieke thema’s van het FN – onveiligheid, immigratie – tot de zijne. Zijn kamp zag in het resultaat, meer dan 48 %, het bewijs dat dit loont, dat ze op die weg moeten verder gaan.
Zonder complexen
Sindsdien is de UMP, nu in de oppositie, inderdaad op dat elan verder gegaan. Bij de verkiezingen voor het leiderschap wierp Jean-François Coppé zich met zijn “droite décomplexée” – rechts zonder complexen – op als de erfgenaam van Sarkozy, terwijl zijn rivaal, ex-premier François Fillon, als de “gematigde” naar voor trad. Die verkiezing eindigde in een drama: Coppé riep zich te winnaar uit, wat Fillon betwistte.
Maar in de aanloop naar de aanwijzing van de rechtse kandidaat voor de presidentsverkiezingen van…. 2017, wisselt Fillon het geweer van schouder. Hij verwierp vroeger de houding van Coppé samengevat als “ni ni”: noch PS noch FN als men voor de keuze staat. Ineens zei Fillon half september dat hij in geval van een duel PS-FN “voor de minst sectaire kandidaat” zou stemmen, dus eventueel ook voor een FN-kandidaat. Fillon wil daarmee zijn kansen op het leiderschap van rechts versterken, want bij de UMP-basis is een meerderheid gewonnen voor vormen van samenwerking met het FN.
Die samenwerking was er in de straat bij de massale mobilisaties tegen het homo-huwelijk. In wat een “anti-Mei 68” moest worden, stapten vertegenwoordigers van rechts en van het FN (maar niet Marine Le Pen) samen op tegen een hervorming die in zoveel landen zonder veel omhaal werd doorgevoerd. Rechts en uiterst-rechts mooi samen in bijzonder obscurantistische manifestaties. Zonder complexen.
Inplanting
De strategie van Marine Le Pen is erop gericht die UMP te doen ontploffen om het FN , desnoods onder andere benaming, te verruimen met flinke brokken van wat nu nog gewoon rechts is. Dat gaat gepaard met pogingen op lokaal vlak om tot samenwerking te komen, in welke vorm dan ook. Het FN rekent op de verovering van een aantal stadjes in het zuidoosten, al langer een bolwerk. De gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar moeten de gelegenheid zijn om zich lokaal sterker in te planten.
PS en UMP zijn als de dood voor de vele plaatsen waar in de tweede ronde een duel dreigt tussen het FN aan de ene kant, PS of UMP aan de andere kant. Hoe dan ook het FN tegenhouden? Dat is niet de houding van de UMP met haar ni ni, maar op veel plaatsen steken rechtse politici niet weg dat ze hun kiezers geen stemadvies tegen het FN zullen geven.
Président des patrons
De PS vreest het ergste bij die verkiezingen. Veel van haar vroegere kiezers zijn erg ontgoocheld, ook al waren de verwachtingen bij de verkiezing van François Hollande niet hooggespannen. Maar zelfs dat was nog teveel., de jongste weken is Hollande steeds duidelijker “le président des patrons”. Wellicht zullen veel van die kiezers de moeite niet meer nemen om een stem uit te brengen. Maar de PS-leiding vreest dat anderen zullen bezwijken voor de lokroep van de enige partij die in hun ogen een alternatief is voor het dove establishment: het FN.
Uiterst-rechts blijkt immers meer en meer aanhang te winnen bij “les classes populaires”, vooral dan in de crisisregio’s van bedrijfssluitingen en massale werkloosheid. Waar het gevoel heerst dat de regeerders, wie dat ook zijn, niet beseffen wat die uitzichtloosheid betekent. Daar komt het FN aanzetten met zijn mokerslagen tegen de mondialisering, tegen “Europa” en zijn beleid van sociale afbraak, maar ook tegen de “migrantenvloed”, een constante in het discours van het FN.
Ook de oorlogstaal van Hollande rond Syrië bood Marine Le Pen de kans hem aan te vallen als schoothondje van Washington. Ze vertolkte daarmee wat een grote meerderheid van de Fransen erover denkt. Het zal die meerderheid worst wezen dat Le Pens standpunt ook sterk ingegeven is door islamofobie. Het is alleszins begrijpelijker dan het standpunt van PS-leider Harlem Desir die de tegenstanders van militaire interventie nog maar eens aanpakte met een dwaze en algemeen afgekeurde verwijzing naar Munchen 1938, de capitulatie voor Hitler. “Frankrijk gedraagt zich als een vazal van de Amerikanen”, aldus Le Pen die daarmee bij gaullisten en links een gevoelige snaar bespeelde.
Noord-Zuid
Marine Le Pen plaatst zichzelf op de politieke schaal niet rechts, ze propt haar propaganda vol met sociale accenten. Het moeilijke leven van alledag waar de regeerders geen oor naar hebben, de zeer concrete problemen waar de PS alleen maar ethische standpunten tegenover stelt. Die sociale accenten klinken wel veel luider in het noorden, in de crisisregio’s, waar Le Pen zich zelf vestigde, terwijl haar vader Jean-Marie Le Pen in het zuidoosten vooral de migranten als zondebokken aanpakt. In die regio komt het soms tot samenwerking met het zeer racistische Bloc Indentitaire.
In het noorden is het aandeel van arbeiders en bedienden in het FN-kiezerskorps beduidend groter dan in het zuidoosten waar de kleine middenstand sterker aanwezig is. Daar jaagt het FN op terreinen waar vroeger de communistische PCF sterk was ingeplant. Het Front de Gauche – PCF, de Parti de Gauche van Jean-Luc Mélenchon en enkele kleinere linkse groepen- slaagt er maar matig in de onvrede naar links te kanaliseren.
Vooral de PCF heeft het imago van bondgenoot van de PS. Die PCF aarzelt Mélenchon te volgen om volgend jaar met zoveel mogelijk lijsten links van de PS uit te pakken, ze vreest zo veel bestuursposities te verliezen. Ze zou dus veel liever met de PS scheep willen gaan, waardoor ze moeilijk als alternatief voor het regeringsbeleid naar voor kan komen.
Slapend rijk?
Het FN hoeft in feite maar toe te kijken hoe PS en UMP zich in de prak rijden. Bij de UMP houdt Sarkozy zich klaar om als redder in de nood het leiderschap van rechts weer op te nemen, met een programma dat steeds sterker op dat van het FN gaat lijken – rechts “zonder complexen”. Het probleem is dat kiezers vaak het origineel boven de kopie verkiezen. De grote vrees bij links en rechts is nu al dat Marine Le Pen in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen van 2017 zal zitten. In 2002 deed haar vader dat, waarop de “republikeinse reflex” speelde en links massaal voor uittredend president Jacques Chirac koos. Maar wat als het bij voorbeeld een tweede rond wordt tussen Hollande en Le Pen? Wat zullen de rechtse kiezers dan doen?
Intussen brengen dagelijks gebeurtenissen koren op de molen van het FN. De recente moordpartijen in het noorden van Marseille vestigen spectaculair de a
andacht op de onveiligheid in veel stadsdelen van Franse steden. De blijkbare machteloosheid van rechts stadsbestuur en linkse regering levert het FN vanzelf stemmen op.
Maar het FN slaapt niet. Elke bevolkingscategorie wordt bespeeld, nu ook de ouderen die tot nog toe traditioneel vooral rechts maar zeer weinig op het FN stemden. Dat veel oudere kiezers nu van plan zijn toch voor uiterst-rechts te stemmen, voorspelt weinig goeds voor de gemeenteraadsverkiezingen.