Het HSBC-schandaal heeft tot de zoveelste golf van verontwaardiging en beloften over aanpak van fiscale fraude en de bestrijding van fiscale paradijzen geleid. Met de grote financiële schok van 2008 ontdekten miljoenen mensen voor de eerste keer de omvang van die fraude via fiscale paradijzen. De toen opgestarte G20 deed plechtige beloften over bestrijding ervan. HSBC zegt nu dat het allang tot inkeer is gekomen. Maar dat is larie en apekool: de fiscale paradijzen bloeien meer dan ooit, met voorop de nummer één, de City van Londen – in de EU. Hoe dat komt? Omdat, aldus specialisten te velde, de politieke wil te zwak is om de strijd aan te gaan. Soms erger: overheden zijn vaak medeplichtig.
Londen zwijgt
Stilzwijgende medeplichtigheid, dat is zeker het geval voor de Britse premier David Cameron en zijn omgeving. In het Britse Lagerhuis legde Ed Milliband, leider van Labour, hem het vuur aan de schenen rond HSBC. In 2010 benoemde de premier Peter Green tot staatssecretaris voor Handel en Overheidsinvesteringen. Lord Green is een Anglicaanse dominee die in december 2010 van de voorzitterszetel van HSBC rechtstreeks overstapte naar een regeringszetel. Acht maanden eerder had Frankrijk de Britten een lijst bezorgd met ongeveer 6.000 namen van Britten die bij het Zwitsers filiaal van HSBC zwarte rekeningen hadden.
Zoals te verwachten was, trad de Britse regering niet op. In 2011 kondigde de dienst fraudebestrijding aan dat er duizenden dossiers zouden geopend worden – vandaag is er slechts één dossier aan de justitie overgemaakt. Na het recente uitlekken van ‘Swissleaks’ hield de woordvoerder van de regering staande dat geen enkel regeringslid ooit weet had van wat dat Zwitsers filiaal van HSBC uitspookt. Green, de voorzitter, wist dus absoluut niet wat er in zijn bank gebeurde? De krant The Guardian schreef dat de buitenlandse zakenlui met de benoeming van Green in de regering toch wel het groot lot hadden gewonnen. Green zelf zwijgt. De dominee ging er vroeger prat op dat hij God en het geld met elkaar verzoende.
Dat zegt veel over de manier waarop de regering van het Verenigd Koninkrijk fraude en fiscale paradijzen aanpakt. Niet alleen de Conservatieven trouwens, onder de Labourregeringen van Blair en Brown was het niet anders, de banden tussen Downing Street 10 en de City waren toen even innig. Die City zit bij de top van de fiscale paradijzen waar de sjeiks, de Russische oligarchen en zoveel andere topfortuinen huizen.
Censuur
Hoe sommige media medeplichtig zijn, blijkt uit de troubles bij de conservatieve krant Daily Telegraph. De belangrijkste editorialist van die krant, Peter Oborne, is er opgestapt, woedend over het feit dat de Daily Telegraph het nieuws over Swissleaks had weggemoffeld. De krant besteedde nauwelijks aandacht aan die zaak.
De eigenaars van de krant, de gebroeders Barclay, verblijven zelf op het Britse Kanaaleilandje Brecqhou, vlakbij de Franse kust. Een fiscaal mini-paradijs. Oborne zei dat op de krant de scheiding tussen commerciële diensten en redactie weggevallen is. Hij onthulde ook dat de redactie in 2012 een reportage had gemaakt over het filiaal van HSBC op het Kanaaleiland Jersey. Onder druk van de eigenaars moesten de journalisten alle e-mails over hun onderzoek vernietigen. Ook andere berichten over HSBC werden uit de krant geweerd.
Zwarte lijsten
Roland Veillepeau, tot september 2014 hoofd van de ‘Direction nationale des enquêtes fiscales’, de Franse dienst voor bestrijding van fiscale fraude, windt er geen doekjes om (Le Monde, 11 februari 2015). Een fiscaal paradijs is een land of gebied dat zeer efficiënt met geheimen omspringt en medewerking weigert met de bestrijders.
En waar vinden we die? Dat zijn onder meer de VS-staat Delaware (op een boogscheut van Washington), Luxemburg, Zwitserland, de Kaaiman-eilanden, het Verenigd Koninkrijk (de City van Londen met haar satellieten Jersey, Guernesy, Gibraltar, het eiland Man), Ierland, Bermuda, Singapore, Libanon en Hongkong. Maar er zijn er zoveel meer. Zo vinden enkele grote ondernemingen en fortuinen België een fiscaal paradijs. Op de lijst van Forbes van 2010 stond België bij de top 10! Nochtans, op de officiële “zwarte lijsten” komen die zelden voor, na enige lobbying worden meestal alleen enkele exotische eilanden genoemd, zoals Montserrat, Niue, Nauru, de Marshall-eilanden. Geen Monaco, Liechtenstein, Cyprus en zovele anderen.
Juncker
Als de lijsten al een grapje zijn, kan de bestrijding ervan al niet veel beter zijn. Veillepeau beschrijft hoe de Franse overheid die strijd afremt, bij voorbeeld door experten inzake bestrijding te vervangen door ambtenaren zonder veel kennis van zaken. Er zijn internationaal wel enkele klappen toegebracht aan het bankgeheim, zoals Duitsland dat na onthullingen de Liechtensteinse bank LGT aanpakte, en de VS die het Zwitserse UBS op de knieën kreeg.
Daar zagen we de nefaste rol van banken gespecialiseerd in het beheer van immense privéfortuinen, aldus Veillepeau. Die banken zorgen voor het versluizen en witwassen van fraudegeld, van opbrengsten uit de georganiseerde misdaad en van corruptie. Banken, verzekeringsmaatschappijen en co zorgen er via schermbedrijven en ingewikkelde constructies voor recyclage. De bestrijders hebben de middelen niet om op te treden in fiscale paradijzen die elke ernstige medewerking weigeren. Hert is een oude klacht, er is ondankas alle aankondigingen over opheffing van het bankgeheim weinig aan veranderd.
Wat doet men eraan? Onze staten spreken met een gespleten tong, ze veroordelen de fiscale paradijzen, maar ze zetten een toporganisator van dat systeem aan het hoofd van de EU-Commissie. Jean-Claude Juncker heeft andere staten van tientallen miljarden euro inkomsten beroofd, aldus Veillepeau.
Beloften
Maar wat met al die beloften die na 2008 werden gedaan. Er zijn stappen ondernomen, zeggen Europese fraudebestrijders, maar toch zijn de frauduleuze bedragen intussen verder gestegen. Uit gedeeltelijke gegevens, vooral vanuit Zwitserland, valt af te leiden dat sinds de G20 top van april 2009, de privéfortuinen in de paradijzen met 20 % zijn toegenomen. Dat komt vooral door de aangroei van de fortuinen van de “ultra high net worth individuals”, de superrijken (met ene minimum van ca 45 miljoen euro).
Er wordt nu meer geld in die paradijzen verstopt dan zes jaar geleden. LuxLeaks kwam drie maanden geleden aan het licht. Sindsdien is daar politiek nog niet veel mee gebeurd. Kijk maar naar het Belgische regeringsbeleid dat wel over een tax shift praat, maar dan om de btw te verhogen! LuxLeaks heeft geen enkel impact.
Wel kwam er in de VS (waar ze hun eigen fiscaal paradijs, Delaware, hebben) de Fatca (Foreign Account Tax Compliance Act) die buitenlandse banken verplicht elk jaar een lijst van hun Amerikaanse klanten te sturen, op straffe van een taks van 30 % op transacties met de VS. Sommige fiscale paradijzen hebben het principe aanvaard dat ze tegen 2018 boeken openslaan.
Scepticisme
Maar bij de diverse diensten die het moeten uitvoeren, heerst groot scepticisme rond de uitvoering. Mag men bankiers vertrouwen die jarenlang fortuin maakten door grote sommen van frauduleuze en criminele oorsprong te beheren, die fraudeurs en misdadigers hielpen om via allerlei constructies hun geld te plaatsen? Bankiers die koeriers inschakelden om in tubes tandpasta diamanten over de grenzen te smokkelen, die bankuittreksels opstuurden in krantenknipsels.
Want in feite vertrouwen G20 en Oeso de toepassing toe aan de goede wil van die bankiers. Zelfs als maar een klein deel van die bankiers verder gaat zoals vroeger, zullen de gefortuneerde klanten snel de weg naar hen vinden, zodat de anderen dan weer onder druk komen om het gebruikelijke oog dicht te knijpen. Met de oprichting van stichtingen, nepbedrijven enz. zal het volgens experts gemakkelijk zijn de regels te omzeilen. Ze verwijzen naar Zwitserse banken die vanaf 2005 de regels van de EU inzake afhoudingen op buitenlandse rekening
en omzeilden met het massaal oprichten van nepondernemingen in Panama en de Britse Maagdeneilanden. Met enkele klikken versluizen ze miljarden euro. De Europese regeerders weten dat, maar proclameren toch grote successen.
Kadaster
De oplossing ligt in de uitbouw van een wereldwijd financieel kadaster met een universele opheffing van het bankgeheim. Met in afwachting veel strengere straffen voor staten, staatjes en instellingen die niet meewerken. Een voorwaarde is dat de politieke wil er is om in die richting te werken.
Intussen blijven enorme bedragen wegvloeien die normaal via de schatkist van staten de gemeenschap moeten toekomen. Die blijvende gesel is anno 2015 een van de ernstigste schendingen van de mensenrechten. Zo zijn de Griekse reders die dreigen uit Griekenland weg te trekken als ze belasting moeten betalen, supercriminelen die op grote schaal de Grieken beroven.