Is het dan toch waar? De aanpak van de fiscale paradijzen, en zelfs mogelijke internationale sancties tegen die “paradijzen”, komen misschien ter sprake op de top van de G20. Die G20 is vorig jaar gereanimeerd om op een zo breed mogelijke schaal de wereldcrisis van het kapitalisme aan te pakken. Op 2 april zullen de vertegenwoordigers van die landen in Londen bekijken hoe men uit die crisis kan geraken zonder aan het systeem te raken. Tegen die tijd zal wellicht nog pijnlijker blijken dat de omvang van de crisis veel erger is dan tot voor kort gevreesd. Lapmiddelen zullen hier niet werken, er moet grondig worden ingegrepen.
Op een voorbereidende vergadering van de zes EU-lidstaten van die G20 (Duitsland, Frankrijk, Italië, het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Nederland) op 22 februari in Berlijn, brachten vooral Duitsers en Fransen de kwestie van de ‘fiscale paradijzen’ (paradijzen voor de gebruikers ervan) op de tafel.
Omfloerst
De Franse president Nicolas Sarkozy was al eerder tekeer gegaan tegen de fiscale paradijzen, maar dat had veel weg van een populistische uitval om links het gras voor de voeten weg te maaien, zonder echt iets te doen. De Duitse regering had vorig jaar wel fiscaal paradijs Liechtenstein aangevallen omdat daar nogal wat Duitsers de Duitse belastingen kwamen “omzeilen” (frauderen). Maar zeker de Britse en Italiaanse regeringen deden of er geen vuiltje aan de lucht was.
Vooral onder Duitse druk kwam in de omfloerste verklaring van Berlijn nu toch een zin over “sancties om ons beter te beschermen tegen de gevaren die voortspruiten uit de niet-coöperatieve wetgevingen, de fiscale paradijzen inbegrepen”. De niet-coöperatieve wetgevingen is een eufemistische verwijzing naar de landen die niet bereid zijn om samen te werken in de strijd tegen fiscale fraude, witwasserij van zwart en misdaadgeld enz. Daar vallen nogal wat lidstaten van de EU onder – ook België heeft geen goede reputatie. Maar dat is klein bier vergeleken met de ministaten Andorra, San Marino, Liechtenstein, Monaco, met de kleine stukjes van het Verenigd Koninkrijk als de Britse Kanaaleilanden, met Zwitserland…
Paniek
De toon wordt harder, zeker nu er sprake is van sancties. Al die Europese leiders kennen het probleem nochtans al veel langer, twintig jaar eerder richtten de clubs van rijke landen al een speciale eenheid op om dat soort internationale fraude en witwasserij op te sporen. Maar nogal wat regeringen, waaronder de Britse, verijdelden ernstig werk. In de praktijk gebeurde er wel iets, maar veel te weinig. Intussen verfijnden fraudeurs en witwassers hun praktijken en deden ze meer en meer een beroep op de beste fiscale specialisten om van die paradijzen optimaal gebruik te maken.
Op de bijeenkomst van de G20 in november vorig jaar in Washington was elke expliciete verwijzing naar fiscale paradijzen en zeker sancties geweerd. Toen was er alleen vaak sprake van “niet-coöperatieve wetgeving”. De vraag is nu of de volgende bijeenkomst van de G20 in Londen een stap verder gaat. De Britse regering is enigszins, gedwongen door de omvang van de bankcrisis in eigen land, van koers veranderd. Maar Washington? Uit niets blijkt totnogtoe dat Barak Obama de fiscale paradijzen wil aan banden leggen. In de buurt van Washington ligt er anders zo een, de deelstaat Delaware, thuisstaat van vice-president Joe Biden.
“Aangepast”
In Berlijn klonk het ook dat men alle financiële acteurs, ook de ‘hedge funds’ (de grote risiconemende speculatiefondsen), onder “een aangepaste controle” moet brengen. Wat daarmee wordt bedoeld, is onduidelijk. Het gaat dan ook om een compromis, want de Britse premier Gordon Brown wil de vooraanstaande plaats van de Londense City niet in gevaar brengen.
De City is een draaischijf voor al die speculanten die men nu zogenaamd aan banden zou willen leggen. Met andere woorden, Londen wil wel de indruk geven dat er iets wordt gedaan, maar het mag zijn eigen belangen niet teveel schaden. Het is toch merkwaardig om te zien hoe de Labour regering alles in het werk stelt om de fiscale paradijzen te beschermen. Want naast de City zijn er ook de onder elkaar concurrerende Britse paradijzen als de Kanaaleilanden (Jersey, Guernsey en Stark), het eiland Man, Gibraltar… en enkele exotische plekken in de Antillen. We kunnen er dan ook van uitgaan dat de Britten weinig druk zullen uitoefenen op de Verenigde Staten om ook in de feiten iets tegen die fiscale paradijzen te doen.
Als men EU-kringen confronteert met de dubbelzinnigheid (en schijnheiligheid) rond de aanpak van die “paradijzen”, krijgt men vaak als antwoord dat “zolang anderen het doen, we machteloos zijn. Anderen, dat gaat om de ministaten als Monaco waar enkele zogenaamde Belgische sportmensen huizen die geen Belg zijn als het om belastingen gaat en waar ook maffiosi onderdak vinden. De Gaulle dreigde er in 1963 al mee Monaco desnoods te zullen annexeren als het niet meewerkte tegen de fiscale fraude. Hij had het beter gedaan, zoals ook het bestaan van de andere paradijselijke ministaten binnen of aan de grenzen van de EU niet verantwoord is. Maar ja, wat willen we als er binnen die grenzen paradijsjes zijn – al hebben die dan weer een zeer speciaal statuut waardoor ze aan de EU-regels ontsnappen. Wat een hypocrisie!
Datzelfde geldt ook voor het “respectabele” Oostenrijk dat het bankgeheim al langer heilig verklaarde. Het kon daarmee de voorbije twintig jaar veel kapitalen (ook verdachte) uit Centraal- en Oost-Europa aantrekken. De Oostenrijkse banken stortten zich bovendien op die nieuwe markten, ze hebben naar schatting 216 miljard euro oostwaarts geïnvesteerd, meer dan de Duitse banken (naar verhouding van het bnp komt België wel op de tweede plaats). Daarmee zijn die Oostenrijkse (en ook enkele Belgische) banken nu zeer kwetsbaar, want de crisis is in die “nieuwe markten” nog erger dan in de rest van Europa.
UBS
Terwijl de zes EU-landen in Berlijn vergaderden, boste het frontaal tussen de VS en Zwitserland. De Amerikaanse regering had van de grote Zwitserse UBS gegevens van 250 Amerikanen losgekregen die verdacht werden van grote fraude. UBS betaalde ook een boete van 600 miljoen euro en dacht dat de kous daarmee af was. Maar Washington eiste gegevens van 52.000 andere Amerikanen, anders zouden er zware sancties komen.
UBS is al zo zwaar geteisterd. Niet door een natuurramp maar door eigen speculatie. Het dreigend failliet van UBS zou een put van 200 miljard euro betekenen, zo rekenden ze in Zürich uit. De bank heeft vanaf 2000 welbewust Amerikaanse fraudeurs aangetrokken om gebruik te maken van het heilige bankgeheim, wat tienduizenden dan ook deden. Maar desondanks blijft het bankgeheim overeind, het hoogste Zwitserse gerechtshof heeft UBS verboden dat geheim, even heilig als het biechtgeheim, te schenden.
Antigua
En terwijl ze in Berlijn vergaderden, kwam nog een andere affaire aan het licht. Robert Allen Stanford heeft zijn klanten voor 9 miljard dollar (7 miljard euro) opgelicht. Daarmee komt hij niet eens in de buurt van Bernard Madoff die zijn klanten wellicht 50 miljard dollar lichter maakte.
Stanford is de stichter-voorzitter van Stanford Financial Group, met zetel in de Amerikaanse staat Virginia. Maar hij was vooral actief in Latijns Amerika waar hij dan ook de meeste slachtoffers heeft gemaakt. En hij opereerde vooral vanuit een berucht fiscaal paradijs, het Antilleneilandje Antigua. Stanford was de grote baas van Antigua waar hij veel geld bijdroeg voor de bouw van een luchthaven, een cricketveld, een ziekenhuis.
De oplichterij werd al maanden geleden ontdekt. Maar Stanford heeft naast de Amerikaanse ook de Antiguaanse nationaliteit en heeft bovendien veel vrienden in Washington die een ernstig onderzoek dwarsboomden. In Antigua kan men in minder dan één dag een bedrijf oprichten en zelfs een bank openen, bankgeheim gewaarborgd. Het ligt voor de hand dat allerlei malafide kringen daar gretig gebruik van maken.
Eindelijk?
Zullen al die schandalen en de crisis van het systeem ertoe leiden dat de fiscale paradijzen eindelijk worden aangepakt? Er zijn geen honderd middelen om dat te doen, die paradijzen moeten gewoon worden opgeruimd. Zware sancties zijn een eerste stap. Maar zullen ze er komen, wetende dat zoveel “normale staten” boter op het hoofd hebben?
Laten we maar in eigen land kijken. Wie kan zich voorstellen dat Didier Reynders ernstig werk wil maken van internationale fraudebestrijding als hij het in eigen land niet wil doen? Het tart de verbeelding dat die man zoveel andere politici en partijen kan blijven chanteren ondanks de puinhopen die hij creëert. De aanpak van dit sleutelprobleem kan niet van dergelijke mensen komen. Is Sarkozy met zijn straffe uitlatingen meer te vertrouwen als we zien welke enorme fiscale cadeaus hij aan zijn rijke vrienden deed? Of Brown die tien jaar lang de speculanten liet betijen en zelfs aanmoedigde?
Ze weten nochtans al lang waar het schoentje knelt. In 1994 hielden de Verenigde Naties in Napels een conferentie over het bestrijden van witwas van misdaadgeld. Er werd verwezen naar de aanpak van de Italiaanse held van de operatie “Schone Handen”, Antonio Di Pietro, die zei dat wereldwijd het bankgeheim moet kunnen worden opgeheven, tot in het kleinste fiscale paradijs. Er was algemeen applaus, maar de daden bleven uit.
(Uitpers, nr. 107, 10de jg., maart 2009)