De Dow Jones neemt nooit geziene duik. De aandelenmarkten zijn wereldwijd 24 uur op 24 onderling met mekaar verbonden. Als Wall Street beeft dan heeft dat onmiddellijke gevolgen voor de Europese en Aziatische markten waarbij dan het gehele financiële systeem wordt geraakt.
Het is bekend, in de Verenigde Staten gaat het om de grootste financiële crisis sedert de grote beurscrash van 1929.
De crisis op de hypotheekmark was de start: zodanig veel leningen konden niet worden terugbetaald dat de twee grote hypotheekreuzen door de overheid moesten worden overgenomen: Fannie Mae en Freddie Mac. Kostprijs voor de schatkist 200 miljard dollar. Enige tijd voordien, in april, duwde de overheid de investeringsbank Bear Stearns in de richting van opkoop door JM Morgan Chase. Midden september sneuvelden twee onafhankelijke investeringsbanken: Lehman Brothers ging failliet en Merrill Lynch werd tot liquidatie gedwongen alvorens te worden overgenomen door de Bank of America. Enkele dagen later moest de regering de verzekering American International Group (AIG) overnemen aan 85 miljard dollar. De regering Bush probeert nu een reddingsplan voor de financiële sector door het Congres te krijgen ter waarde van 700 miljard dollar.
Wat is er gebeurd?(1)
De banken promootten op agressieve wijze het aangaan van hypotheekleningen bij de bevolking. De Federal Reserve Bank had lage-kosten-fondsen in het banksysteem gepompt om de hypotheekmarkt te stimuleren. Deze leningen werden dan gegroepeerd door de investeringsbanken (zoals Lehman Brothers) en omgezet in ‘financiële producten’ die op de financiële markten werden verkocht. Allerlei leningen werden dan afgesloten met deze originele leningen als onderpand. Maar toen de huizenmarkt in elkaar stortte en de hypotheekleningen niet konden worden terugbetaald, werd dit onderpand zo goed als waardeloos. AIG verzekerde dergelijke leningen tegen risico en verlies. Maar toen de verliezen een astronomische omvang begonnen aan te nemen, kon AIG de kosten van deze schulden niet langer betalen, noch nieuw geld vinden op de financiële markten om zelf het hoofd boven water te kunnen houden. Maar indien AIG kopje onder zou gaan zouden er wellicht een aantal andere financiële instellingen meegesleurd worden. Dus voelde de overheid zich verplicht in te grijpen.
De crisis is niet beperkt tot de VS. De Russische aandelenmarkt zakte in mekaar en beurzen sloten voor twee dagen. In Groot-Brittannië moet de overheid verschillende banken opkopen. Er is ook een veralgemeende bezorgdheid of de omvang van dollarleningen op de globale markten groot genoeg zou blijven om de dagelijkse handelsoperaties vlot te laten verlopen. Daarop hebben de centrale banken van Duitsland, Japan, Engeland, Canada en Zwitserland zo’n 185 miljard dollar in de financiële markten gepompt. De globalisering van na de Koude Oorlog heeft ervoor gezorgd dat niet alleen het industrieel kapitalisme, maar zeker ook de grote banken op wereldschaal met mekaar zijn verbonden door wederzijdse leningen, verzekeren van de risico’s van leningen, etc.
Als de VS regering ingrijpt is dat enerzijds om het eigen financieel systeem niet te laten doodbloeden, maar anderzijds ook om het internationaal vertrouwen in de VS economie te herstellen.
Volgens Michel Chossudovsky(2) is de crisis niet beperkt tot de financiële markten, maar ook de reële economie, nationaal en internationaal, de grote instellingen en de productiestructuren worden geraakt. De financiële ineenstorting heeft onherroepelijke gevolgen voor de consumentenmarkten, de woningenmarkt en meer algemeen op de investeringen in de productie van goederen en diensten. Hij meent ook dat de financiële crisis gerelateerd is aan de tweespalt tussen enorme militaire budgetten en de nood aan financiering van sociale programma.
Maar de fundamentele motor achter deze crisis, aldus Chossudovsky, is de wereldwijde race om welvaart te creëren via financiële manipulatie op basis van speculatieve operaties. Hier ligt de echte oorzaak van economische onrust en sociale ineenstorting. Het feit dat de autoriteit om de markten te reguleren niet langer bij de overheid berust, maar bij de beurzen zelf die in functie staan van de institutionele beleggers, heeft ervoor gezorgd dat er onvoorstelbaar grote concentratie qua globale financiële macht is ontstaan.
Deze crisis is ook een confrontatie tussen concurrerende financiële conglomeraten. Het huidig proces van fusie, opkoop, failliet zal wellicht leiden naar een nieuwe hoogtepunt van ongekende centralisatie van financiële macht. De huidige financiële ineenstorting drijft een aantal spelers uit de markt, of maakt tot prooi voor overname. De begunstigden van vandaag heten Bank of America, JP Morgan Chase en de Federal Reserve Bank of New York.
Bank of America koopt dus Merill Lynch waardoor de grootste financiële instelling ter wereld wordt gecreëerd, die in concurrentie komt met Citigroup en JP Morgan Chase. Deze twee laatst genoemden zijn ook concurrenten maar tevens met mekaar verstrengeld via de kapitaalfamilies Rockefeller en Stillman. Citgroup-aandelen zitten wel in een de ergste neergaande fase sedert juli 2002. De Bank of America is de laatste twintig jaar gestaag gegroeid door fusies en overnames. De recentste voorbeelden hiervan zijn Fleet Boston Financial (opgekocht in 2004), de kredietkaartenreus MBNA (opgeslorpt in 2005), LaSalle Bank Corporation en Corporate Finance (overgekocht van de Nederlandse ABM-Amro in 2007) en dus nu Merill Lynch.
Bij de verliezers krijgen we naast diegene die reeds zijn ‘verdwenen’ (Lehman Brothers, Merill Lynch) nog enkele anderen die nu reeds zware verliezen moeten incasseren: Citigroup, American Express, Goldman Sachs, Morgan Stanley.
JP Morgan fusioneerde in 2000 met Chase Manhattan wat ook nog tot een integratie leidde van Chemical and Manufacturers Hannover in een groot financieel concern. In het voorjaar 2008 werd de ineengestorte investgeringsbank Bear Stearns ingelijfd. Dit bankimperium, dat door de Rockefeller familie wordt gecontroleerd, heeft balansactiva van meer dan 1600 miljard dollar.
Citgroup staat voor 1700 miljard dollar, maar heeft het moeilijk. De aandelenkoers ging geweldig naar beneden in het kielzog van Fannie Mae, en het Lehman debacle dreigt verder af te kleuren op de Citigroup-aandelenkoers. Citigroup staat garant voor de niet-verzekerde crediteuren die van Lehman Brothers zo’n 155 miljard dollar tegoed hebben.
Volgens eigen zeggen ondergaat Citigroup “weinig gevolgen van het failliet van deze investeringsbank”.
Als een bank de passie preekt, spaarder let op je….
(Uitpers, nr 102, 10de jg., oktober 2008)