Het Filipijnse volk heeft gekozen en ditmaal duidelijk: het is genoeg, basta! Wij willen wat anders. Met de zachte hand lukt het niet, geef ons een Punisher. Breng de boeven om zeep en voer hen aan de vissen. Wij willen veiligheid op straat. Mensenrechten zijn mooi, maar nu even niet. President Duterte gaat het voor ons regelen. DU30! (1)
Rodrigo (“Rody”) Duterte heeft overtuigend de verkiezingen van afgelopen maandag gewonnen. Heeft de aftredende president Noynoy Aquino het niet goed gedaan? Hij is aan de macht gekomen met steun van linkse groepen en werkt ermee samen. Onder zijn regering is de corruptie aangepakt en het economisch programma is succesvol: een sterke groei en stabiliteit. Maar de aanpak van de corruptie is uiterst voorzichtig en langzaam. De economische groei heeft de armoede (25 procent van de bevolking) niet verminderd. En in tijden van nood (de tyfoon Haiyan of na de dood van 44 politiecommando’s) was Aquino onzichtbaar.
Corruptie, veiligheid en justitie
Corruptie en armoede zijn de belangrijke problemen waarmee het land worstelt. Als je naar het nieuws kijkt, gaat het meeste over geweld en drugs. En inderdaad, de georganiseerde misdaad tiert welig, de tasjesdieven zijn grof en de overvallen gewelddadig. Het beeld van de televisie is overdreven, maar iedereen kent wel iemand die beroofd is. Minstens even erg is het gevoel dat de corrupte politie de bendes hun gang laat gaan.
Sinds de EDSA-revolutie in 1986 (2) die een einde maakte aan het bewind van de dictator Ferdinand Marcos, is Rody Duterte aan de macht in de stad Davao (1,4 miljoen inwoners) op het zuidelijke eiland Mindanao. Hij maakte een einde aan de chaos en wist ook de misdaad daar substantieel te verminderen. Volgens Human Rights Watch liet hij minstens duizend mensen door zijn doodseskaders vermoorden. Duterte gaat prat op deze ongenadige aanpak en het is tekenend voor de toestand van het justitioneel apparaat dat hij daarvoor nooit is aangeklaagd. Nu heeft hij met succes een gooi naar het presidentschap gedaan met de belofte een eind te maken aan de corruptie en criminaliteit in de Filipijnen. Met of zonder de medewerking van justitie.
Linkse vredesstichter
De voorlopige uitslag (96 procent geteld) is duidelijk: 1. Rody Duterte, 39 procent. 2. Mar Roxas, gesteund door Aquino, 23 procent. 3. Grace Poe, eerlijk, maar minder ervaren, 22 procent. 4. Jojo Binay, de huidige vice-president, corruptieschandalen, 13 procent. De Filipijnen hebben 103 miljoen inwoners, waarvan 56 miljoen zijn geregistreerd als stemgerechtigd. De opkomst was 82 procent. De drie belangrijkste concurrenten van Duterte hebben verschillende benaderingen, maar behoren allen tot het establishment in de hoofdstad Manilla. Ze hebben de man uit de zuidelijke provincie onderschat. Pas op het laatste moment kwam Aquino met het voorstel om de krachten tegen Duterte te bundelen, maar toen was het al te laat.
De opkomst van Duterte is vergelijkbaar met die van extreem rechts in Europa of Trump in de Verenigde Staten. Duterte is echter niet rechts en ook niet islamofoob. Zijn relatie met Joma Sison (National Democratic Front, de politieke vleugel van de Communist Party of the Philippines, CPP) is goed. Sison steunt Dutertes kandidatuur (“de eerste linkse president van de Filipijnen”) en een einde van de burgeroorlog is volgens hem in zicht als Duterte de ‘fundamentele oorzaken’ van het conflict tussen de Filipijnse staat en de CCP aanpakt. Duterte kent de geschiedenis en problemen van de moslims in Mindanao en heeft goede contacten. Moslims voeren al decennia een onafhankelijkheidsoorlog en de conceptvredesakkoorden sneuvelen bij voortduring in Manilla (bij de voorbereiding van de parlementaire behandeling of bij het hooggerechtshof).
Duterte kan dus zowel overweg met de CPP als met moslimgroepen. In het door conflicten geteisterde Mindanao bestaat daarom de hoop dat Duterte vrede zal stichten.
Vicepresident
De strijd om het vicepresidentschap is op dit moment nog niet beslist. Leni Robredo leidt met 35,1 procent, maar Bongbong Marcos – zoon van de dictator – is met 34,6 procent nog niet kansloos. Veel overzeese Filipino’s hebben Duterte/Marcos gestemd, hoewel de twee volledig verschillende politieke agenda’s hebben. Marcos treedt in de voetsporen van zijn vader, wil diens ontwikkelingsprogramma afmaken en noemt de EDSA-revolutie een vergissing. Leni Robredo heeft een beperkte politieke ervaring, een links activistische achtergrond en is vooral populair op het platteland. Haar vicepresidentschap zou een prettige verrassing zijn. En mogelijk belangrijk, want als Duterte op één of andere manier tot aftreden wordt gedwongen zou anders Bongbong Marcos president worden. Dat is een gruwelscenario.
Hoe verder?
Een uitgewerkt programma ligt er niet. Duterte heeft aangekondigd een grondwetswijziging in te dienen die een federatieve organisatie van de Filipijnen mogelijk maakt. Dat moet helpen om moslims in het westen van Mindanao een zekere mate van onafhankelijkheid te geven. Verder zal de nieuwe grondwet minder beperkingen bevatten voor buitenlandse investeerders. De huidige grondwet maakt het onmogelijk voor de Filipijnen om mee te doen met internationale verdragen zoals het Trans Pacific Partnership (TPP). Duterte lijkt het neoliberale ontwikkelingsprogramma van Aquino te volgen met een centrale rol voor buitenlandse investeerders.
Onduidelijk is hoe Duterte zijn beloften gaat uitwerken om de corruptie en onveiligheid in een paar maanden op te lossen. Davao is een grote stad, maar te behappen met een privé legertje. Dat geldt niet voor de Filipijnen. Leger en politie lijken Duterte niet zonder slag of stoot bij zijn opruimingswerkzaamheden te volgen. Gedeelten van het establishment zullen zich actief tegen hem verzetten. Duterte heeft wel veel stemmen, maar geen georganiseerde massabeweging om op te steunen. Als de resultaten te traag zijn, zou het wel eens bloederig kunnen worden en vrede verder uit zicht.
Voetnoten:
(1) Verkiezingsleus van Duterte: “Do dirty” (DU30). Veel gebruikt als stikker, op T-shits en – overigens illegale – nummerplaten.
(2) EDSA: Epifanio De los Santos Avenue, snelweg door Manilla. Twee miljoen demonstranten op deze straat brachten op 25 februari 1986 de dictator Ferdinand Marcos ten val. Zie ook commentaar 166.
Deze tekst verscheen eerder op: http://www.solidariteit.nl/commentaren/com-302_15-5-2016.html