In Hongkong staan 47 misdadigers voor de rechter. Zij hebben in 2020 de wet op de nationale veiligheid op grove wijze overtreden. Die wet was eerder dat jaar opgelegd door Peking en werd snel gebruikt om te beletten dat de “democratische oppositie” de verkiezingen voor de Legco, het Hongkongse parlement, zou winnen. Uitgeweken opposant Dennis Kwok noemt het proces terecht “een farce”.
De misdaad van de betichten: ze hadden voorverkiezingen georganiseerd om zo de kandidaten voor de eigenlijke verkiezingen aan te wijzen. Meer dan 600.000 Hongkongse kiezers namen daar in alle ordelijke rust aan deel.
Het zag er sterk naar uit dat die “democratische oppositie” die verkiezingen zou winnen, ondanks een voor haar ongunstig kiessysteem. Die opposanten hadden immers al in 2019 de districtverkiezingen met glans gewonnen, het zag er dus niet goed uit voor de “patriotten”, de kandidaten van Peking.
Samenzwering
Peking greep de coronapandemie aan om de verkiezingen te verdagen. Enkele weken later werden tientallen opposanten opgepakt op de beschuldiging een machtsgreep te hebben voorbereid. Het was immers duidelijk dat ze deelnamen om te winnen, een samenzwering dus om de macht te nemen… Van de 47 beklaagden, zaten er 34 gevangen sinds begin 2021, twee jaar dus, zonder een duidelijke aanklacht.
Intussen is voor alle zekerheid de kieswet veranderd waardoor alleen echte “patriotten, trouw aan de Volksrepubliek, kunnen gekozen worden.
In 1997, toen Hongkong weer onder Chinese soevereiniteit kwam, had de Chinese CP het over “één land, twee systemen”, de formule waarmee ze ook uitpakte tegenover Taiwan. Het proces in Hongkong geeft de Taiwanezen een extra reden tot het grootste wantrouwen tegenover de Volksrepubliek.