Facebook en andere sociale media zijn al lang bezig met het bepalen welke inhoud ze op hun platformen willen toestaan en willen verbieden. De afgelopen jaren heeft Facebook zich met een reeks controversiële verboden specifiek in het middelpunt van het censuurdebat geplaatst. Om er slechts twee te noemen: in 2018 verwijderde het een artikel van het Anne Frank Center for Mutual Respect omdat er bij het artikel een foto van uitgemergelde naakte kinderen in een concentratiekamp getoond werd. Na protest werd 2 dagen later het artikel, met foto en met excuses, terug geplaatst. Twee jaar eerder, in 2016, besloot Facebook een artikel te censureren omdat het de foto van Nick Ut bevatte van kinderen – waaronder de naakte 9-jarige Kim Phúc – die wegliepen bij een aanval met napalm tijdens de Vietnam-oorlog. De foto had zeker zijn plaats in het artikel van Tom Egeland “Seven photographs that changed the history of warfare”. Uiteindelijk werd ook dit artikel mét de foto teruggeplaatst.
Een andere discussie betreft de context van het Facebook-algoritme. Normaal gezien ziet een facebooker op zijn tijdlijn alleen inhoud die is gebaseerd op zijn activiteit en interesse. Het aantrekkelijke daarvan zou zijn dat je alleen ziet wat je leuk vindt en op jou afgestemd is. De keerzijde van de medaille is natuurlijk dat je in een echokamer terecht komt, d.w.z. het algoritme verwijderd alles wat het gelooft dat jij niet leuk zal vinden. Je wereldbeeld wordt in feite omzwachteld.
Onmisbare sociale media
Hoewel er geen kant-en-klare oplossing is voor problemen als subjectiviteit van aanstootgevende inhoud, de verspreiding van nepnieuws of inbreuken op de privacy zijn sociale media een ‘onmisbaar’ onderdeel van het menselijk leven geworden. Facebook, de Methusalem van de sociale media, bestaat nog maar 15 jaar maar speelt een belangrijke beïnvloedende rol die nog wel geruime tijd zal aanhouden.
Binnen Facebook bestaat nu sinds 6 mei 2020 een Oversight Board, een Raad van Toezicht die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke ethiek. Een dergelijk orgaan opzetten klinkt als iets degelijks. Het is een van die dingen die digitale media graag gebruiken om aan te tonen dat ze verantwoord bezig zijn en niet enkel met het binnenrijven van hun fenomenale winsten. Over het nut en de effectiviteit van een dergelijk Board kan men zich vragen stellen, maar een groter probleem is wie er zitting heeft in die Raad, of die personen al dan niet vooringenomen zijn en op die manier het verhaal misschien gaan sturen.
Bij de eerste reeks benoemde leden bevinden zich mensen zoals het voormalig lid van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens András Sajó, Julie Owono, uitvoerend directeur van de in Parijs gevestigde organisatie voor digitale rechten Internet sans Frontières, de voormalige hoofdredacteur van de Guardian Alan Rusbridger en de eerste vrouwelijke premier ooit van Denemarken, Helle Thorning-Schmidt die, tussen haakjes, profiel heeft gestaan voor de figuur van Birgitte Nyborg in de televisieserie Borgen. Zonder twijfel allemaal degelijke mensen, net zoals een pleitbezorger van de rechten van de mens in de Verenigde Staten, een bestuurder van Open Society Initiative for West Africa, een hoofdredacteur van een Indonesische krant en allerlei academici uit de hele wereld.
En dan heb je bijvoorbeeld ook de Jemenitische journaliste Tawakkol Karman en de Israëlische advokaat Emi Palmor.
Tawakkol Karman is bekend om haar activisme tijdens de zogeheten ‘Arabische Lente’ van 2011. Voor haar inspanningen om regimewissels in Jemen en in andere landen in de regio te bevorderen, kreeg Karman in 2011 trouwens de Nobelprijs voor de vrede. Voor sommigen is Karman echter een laaghartige politieke speler met een twijfelachtig verleden. Zij zou ‘radicale ideeën’ aanhangen en was ooit lid van de Islah-partij, een afdeling van de moslimbroeders in Jemen. Voldoende reden voor verzet tegen haar benoeming vanuit pro-Saoedi-en pro-Emiraten hoek. Het zou betekenen dat Facebook was uitgegroeid tot een “instrument voor het bevorderen van de belangenbehartiging van de ideologische en extremistische activiteit van de moslimbroederschap.”
Emi Palmor
Emi Palmor dan. Zij was de “voormalig directeur-generaal van het Israëlische Ministerie van Justitie” waar ze, zegt Facebook, verantwoordelijk was voor “de anti-racisme coördinatie-eenheid van de regering die verantwoordelijk is voor het mogelijk maken van toegang tot justitie door middel van digitale hulpmiddelen” en “het bevorderen van de diversiteit in de publieke sector”.
Tijdens haar verblijf bij het ministerie werkte ze aan een regeling voor gratis rechtsbijstand aan Israëli’s van Ethiopische afkomst, die het slachtoffer waren van meervoudige discriminatie in een land vol racisme. Maar deze waardige prestatie mag een andere, door Emi Palmor op voortreffelijke wijze uitgevoerde prestatie niet doen vergeten, de elektronische bewaking en censuur van Palestijnen op sociale media. Interessant bijkomend detail: Facebook is het meest gebruikte sociale medium in Israël en de bezette Palestijnse gebieden.
Haar baas op Justitie was minister Ayelet Shaked, een lid van de extreemrechtse partij Het Joodse Huis van Naftali Bennett – die zelf ook minister van Onderwijs was in dezelfde Netanayhu-regering. Ayelet Shaked was berucht om haar talrijke tirades tegen de ‘Arabieren’, haar voortdurende strijd tegen de Palestijnse ’vijand’ en ngo’s begaan met mensenrechten, die ze beschouwde als de ‘schuilplaatsen’ van pro-Palestijnse linksen. Het was niet voor niets dat ze ooit door een journalist werd omschreven als de meest extremistische stem van een Israëlisch extreemrechts waaraan geen gebrek is.
Onder haar leiding was Emi Palmor verantwoordelijk voor het volgen van Palestijnen op sociale netwerken. In 2016 stampte Palmor een Cyber Unit uit de grond “om bepaalde inhoud, pagina’s of gebruikers te verwijderen, te beperken of de toegang daartoe op te schorten.”.
Adalah, een Palestijnse mensenrechtenorganisatie uit Haifa, zei dat deze cyberpatrouille “opzettelijk tienduizenden Palestijnse berichten heeft geviseerd en onderdrukt, waardoor de vrijheid van meningsuiting, vooral wanneer het om Palestina gaat ernstig wordt beperkt”. De Cyber Unit is verbonden aan het parket van de procureur-generaal Avichai Mandelbilt, en zet talrijke algoritmes in om inhoud die als ‘extremistisch’ wordt beschouwd op te sporen. De verzoeken om ze te verwijderen worden rechtstreeks aan de sociale media gericht zonder dat de interventies openbaar worden gemaakt. Het proces is dus volledig ondoorzichtig. Een heel eind weg van de ‘transparantie’ die door de nieuwe Oversight Board van Facebook wordt beloofd.
Volgens cijfers van de aanklager die door Adalah zijn vrijgegeven, is in 2017, het tweede werkingsjaar van de Emi Palmor Cyber Unit, het aantal inhoudelijke verwijderingen met 500 procent toegenomen. In 2018 werden er al 14.283 schrappingen geregistreerd.
Elke minuut een racistische boodschap
Maar tegelijkertijd onthulde onderzoek naar het aanzetten tot haat tegen Palestijnen dat er in 2018 gemiddeld elke 66 seconden (één per minuut, 24 uur per dag) een online bericht in het Hebreeuws gericht tegen Palestijnen op de socile media werd geplaatst . Dit is niet van belang voor de cybereenheid, ondanks het openlijk racistische karakter van veel van deze berichten. Het gaat hem om het tot zwijgen brengen van de Palestijnen en het verstikken van de inhoud die kritisch is voor het Israëlische beleid.
Verschillende Palestijnse groepen hebben de rol van Emi Palmor aan de kaak gesteld. “In het muilkorven van de vrijheid van meningsuiting en het censureren van mensenrechtenverdedigers, met name Palestijnse, Arabische en moslimstemmen” op Facebook. De Palestina Digital Rights Coalition, de Raad van Palestijnse Mensenrechtenorganisaties en het Palestinian Non-Governmental Organizations Network drongen er bij Facebook op aan om “na te denken over de ernstige gevolgen die de keuze van Emi Palmor in het bijzonder zou kunnen hebben voor Palestijnse mensenrechtenverdedigers en voor de online vrijheid van meningsuiting om de Palestijnse rechten te verdedigen.”.
Wanneer Emi Palmor in 2019 wordt ontslagen door Amir Ohana, een Likoed-parlementslid dat dicht bij Netanyahu staat en Ayelet Shaked als minister van Justitie opvolgt, deelt Yair, de zoon van premiet Netanyahu, dat op Facebook en beschuldigt hij Palmor ervan een “linkse” te zijn. In Israël is dat een zware belediging. Een paar jaar geleden was ze immers adviseur van Zehava Gal-On, een parlementslid van Meretz, een kleine zionistische “linkse” partij, voordat ze haar kar keerde en met een extreemrechtse minister ging samenwerken.
Facebook geeft de verantwoordelijkheid voor het herstel van de vrijheid van publicatie op het net in bezet Palestina en het terugdringen van de anti-Palestijnse haat die in Israël op zo’n grote schaal wordt gepropageerd door aan de Oversight Board. Maar of Emi Palmor de best gekwalificeerde ‘deskundige’ is, is de vraag.