De aanhoudende politieke crisis in Italië zorgt ervoor dat de bevolking vervroegd naar de stembus moet. Extreemrechts lijkt de overwinning van deze aankomende algemene verkiezingen al op zak te hebben.
De technocratische Italiaanse premier Mario Draghi stond sinds 11 februari 2021 aan het hoofd van een zogenaamde ‘regering van nationale eenheid’. Draghi, voormalig directeur van de Europese Centrale Bank, werd aangezocht door de Italiaanse president Sergio Mattarella om een regering te vormen na het ontslag van premier Giuseppe Conte eind januari 2021, in volle COVID-19 pandemie.
De Draghi-regering bestond uit zowel politici als onafhankelijke technocraten en kon in het parlement op de steun rekenen van Conte’s populistische Vijfsterrenbeweging (M5S), de rechtse partijen ‘Lega’ en ‘Forza Italia’ (FI), de centrumpartijen ‘Italia Viva’ en de Democratische Partij, en het centrumlinkse ‘Articolo Uno’.
Op 14 juli 2022 trok M5S haar steun voor Draghi’s regering in vanwege een onenigheid over het economisch stimulus-pakket dat de huidige energiecrisis moet compenseren. Draghi diende daarop zijn ontslag in, maar dat werd geweigerd door president Mattarella. Op 21 juli diende de premier zijn ontslag nogmaals in nadat hij in het parlement de steun verloren had van M5S, Lega en FI. In zijn speech in de Senaat vóór de vertrouwensstemming over zijn kabinet, verweet Draghi deze partijen geobsedeerd te zijn door hun eigen agenda’s. Dit bezegelde zijn lot. Ditmaal werd Draghi’s ontslag wel aanvaard door Mattarella.
Het is al de derde Italiaanse regering die valt in evenveel jaren tijd. Op 21 juli 2022 werd ook het parlement ontbonden, acht maanden voor de termijn ervan normaal gezien tot een einde zou komen. In afwachting van de nieuwe algemene verkiezingen die zullen doorgaan op 25 september zal Draghi nog fungeren als interim-premier.
Wie letterlijk staat te springen voor de aankomende verkiezingen is Giorgia Meloni, de 45-jarige blonde en charismatische partijleidster van de extreemrechtse ‘Fratelli d’Italia’ (FDI). Als partij die op geen enkele manier deel uitmaakte van, of steun verleende aan de eenheidsregering van Draghi wordt FDI in de peilingen een aanzienlijke electorale winst toegedicht.
De extreemrechtse FDI wordt in de media vaak aangeduid als ‘post-fascistisch’, maar is meer dan een nostalgische subcultuur. De partij heeft historische linken met de ‘Movimento Sociale Italiano’ (MSI), opgericht door de handlangers van de fascistische dictator Mussolini na 1945. In het logo van de FDI prijkt nog altijd de driekleurige vlam van de MSI. Meloni presenteert haar partij zelf graag als conservatief en patriottisch, maar onder de FDI-politici zitten heel wat figuren met niet mis te verstane sympathieën en standpunten.
Volgens de peilingen zou de extreemrechtse FDI ruim een kwart van de Italianen kunnen overtuigen op 25 september.
De FDI maakt als minderheidspartner als sinds de jaren 1990 deel uit van ‘conservatief rechtse’ coalities, maar de afgelopen jaren is de populariteit van de partij stijl gestegen. Waar ze tijdens de algemene verkiezingen van 2018 -als deel van een conservatief rechtse coalitie met Matteo Salvini’s Lega en Berlusconi’s Forza Italia- 4,4% van de stemmen behaalde, zou FDI aanstaande september de grootste van deze drie partijen worden.
De laatste projecties voorspellen dat FDI een kwart van de Italianen zou kunnen overtuigen. (De centrumlinkse Democratische Partij staat in de recentste peilingen op quasi gelijke hoogte.) Dit maakt de rol van de partij en haar leider Meloni zowel binnen de rechtse coalitie als op het bredere politieke toneel veel belangrijker. De FDI, Lega en Forza Italia zouden iets minder dan de helft van de stemmen binnenhalen (ongeveer 47%).
De enorme populariteit en groei van extreemrechts in Italië is uiteraard bijzonder verontrustend. Analisten strooien met verschillende elkaar aanvullende verklaringen: het overlopen van de traditioneel linkse basis naar populistische partijen die onder meer de nadruk leggen op immigratie als de oorzaak van alle mogelijke sociaal-economische miserie, onvrede over de stijgende duurte van het leven, de onderwerping van de centrumlinkse en sociaaldemocratische partijen aan het neoliberale dictaat, het falen van de klassieke democratisch-liberale partijen om armoede en ongelijkheid te bestrijden, de wervende identitaire en racistische superioriteitsretoriek van extreemrechts, enzovoort. Daar komt in het zog van de oorlog in Oekraïne dan nog de meer recente stijging van de voedsel- en energieprijzen bij. De economische, sociale en psychologische impact van de COVID 19-pandemie -en de enorme druk op de gezondheidszorg- hebben ongetwijfeld ook bijgedragen tot een algemeen ongenoegen dat versterkt werd door de verwijten van inactiviteit en incompetentie aan het adres van de regering Draghi door FDI.
Het is alleszins duidelijk dat het vertrouwen van de Italianen in de gevestigde partijen al een hele tijd vervlogen is. Sinds de economisch-financiële crisis van 2008 scoren ze historisch laag. Verschillende populistische en extreemrechtse anti-establishment partijen plukten hier de vruchten van, maar konden hun politieke overwicht tot dusver nooit lang vasthouden, kijk maar naar de Vijfsterrenbeweging en Lega.
Giorgia Meloni, die de ambitie heeft om Italië’s eerste vrouwelijke premier te worden, refereert regelmatig aan haar eerdere politieke ervaring. In de laatste regering van Berlusconi (van 2008 tot 2011) was ze minister van Jeugd en Sport. Een ander boegbeeld van FDI, Ignazio La Russa, was minister van Defensie in hetzelfde kabinet, waar hij zich vooral liet opmerken door zijn sympathie voor het fascistische verleden van het land. In de jaren 1970 was hij dan ook lid van een gewelddadige fascistische organisatie in Milaan. Deze leiders zullen onvermijdbaar zijn bij de eventuele vorming van een uiterst rechtse regering na een overwinning van de coalitie tussen FDI, Lega en FI.
FDI heeft op economisch vlak geen originele ideeën. Over het algemeen pleit ze voor minder belastingen en minder staat. Meloni is tegen werkloosheidsuitkeringen omdat ze luiheid in de hand zouden werken. Ze gelooft dat jobcreatie de enige oplossing is tegen armoede en dat de kost van arbeid drastisch naar omlaag moet. Ze suggereerde al meermaals dat kleine en middelgrote bedrijven vervolgd worden door de belastingdiensten – een positie die heel goed aanslaat bij zelfstandigen en kleine zaakvoerders.
Moreel staat FDI voor alles wat verwacht kan worden van een extreemrechtse conservatieve partij (voor ‘de traditionele familie’, tegen het homohuwelijk en LGBTQ+-rechten, tegen abortus, …). De anti-immigratie agenda van de nationalistische partij en Meloni is gelijkaardig aan die van Matteo Salvini die er als Lega-minister van Binnenlandse Zaken (juni 2018-september 2019) alles aan deed om asielzoekers te beletten voet aan wal te zetten in Italiaanse havens. Wie vluchtelingen het strengst aanpakt lijkt de inzet te worden van de electorale strijd tussen de extreemrechtse partijen Lega en FDI.
Onmiddellijk na de val van de regering Draghi trok Salvini trouwens zijn eigen verkiezingscampagne op gang met een reeks Tweets over vermeende verkrachtingen en andere misdaden gepleegd door wat hij “nepvluchtelingen” noemt. Vorige week trok hij naar Lampedusa, het kleine Italiaanse eilandje in de Middellandse Zee waar heel wat bootvluchtelingen arriveren en waar tijdens de Europese verkiezingen van 2019, 46% van de inwoners op zijn partij stemde. De inzet van de onderlinge electorale strijd tussen de extreemrechtse partijen en tevens coalitiepartners Lega en FDI lijkt duidelijk: wie pakt immigratie en vluchtelingen het strengst aan.
De terugkerende mantra van Giorgia Meloni is “sluit de grenzen!” en in 2019 stelde ze zelfs dat de boten die vluchtelingen op zee redden beter tot zinken gebracht zouden worden. Ze gelooft ook in de extreemrechtse samenzweringstheorie van de ‘Grote Vervanging’, die stelt dat er een bewust proces gaande is waarbij de witte Europese bevolking -zowel demografisch als cultureel- vervangen wordt door gekleurde niet-Europese islamitische volkeren, voornamelijk vanuit Afrika, via massale migratie.
Op buitenlands vlak is Meloni’s partij zeer pro-Atlantisch (pro-NAVO) en heeft ze specifiek goede contacten met de rechtervleugel van de Republikeinse Partij in de VS. Verder omschrijft de partij zichzelf als Eurosceptisch. In het Europees Parlement is FDI lid van de eurosceptische Partij van Europese Conservatieven en Hervormers (ECR), waarvan Giorgia Meloni sinds september 2020 eveneens voorzitter is. FDI vertoeft er onder meer in het onverkwikkelijke gezelschap van de Poolse nationalistische Recht en Rechtvaardigheidspartij (PiS), die in eigen land al sinds 2015 gestaag de trias politica en de democratische vrijheden aan het afknabbelen is.
Hoe verontrustend de waarschijnlijke uitkomst van de aankomende algemene verkiezingen in Italië ook is, het gebrek aan linkse alternatieven gebaseerd op solidariteit zou nog meer zorgen moeten baren. Zelfs de totstandkoming van een brede linkse coalitie -van radicaal links tot centrumlinks- om de overwinning van extreemrechtse partijen te beletten, lijkt er niet in te zitten. Op zondag 7 augustus trok de centrumlinkse partij Azione zich terug uit een nog geen week oude coalitie met de Democratische Partij (DP), omdat PD-leider, Enrico Letta ook een electorale overeenkomst gesloten had met de linkse ‘Sinistra Italiana’ en de nieuwe groene partij ‘Europa Verde’.
Giorgia Meloni maakt zich alvast openlijk vrolijk over de onenigheid in het ‘linkse kamp’.
Soetkin Van Muylem
Dit artikel verscheen eerder op Vrede.be