De Europese verkiezingen zijn achter de rug, de stemmen zijn geteld, de wonden nog niet gelikt, maar de fractie- en coalitievorming zowel als de zoektocht naar mannen en vrouwen voor de hogere functies is begonnen. Dit zijn, bij manier van spreken, de boeiendste weken in de Europese instellingen en zeker in het Parlement. Het is immers niet altijd de ideologische voorkeur die het haalt op andere argumenten, zeker voor kleinere fracties is het vaak een kwestie van overleven en voor sommige individuele kandidaten zien hoe het vel het duurst kan worden verkocht.
Alvast één positief nieuws: de participatiegraad voor deze verkiezingen lag bijzonder hoog op 50,97 %! Het is van 1994 geleden dat nog meer dan de helft van de kiezers kwam opdagen om Europese vertegenwoordigers te kiezen. Het betekent dat er toch wel degelijk belangstelling is voor Europees beleid.
Een tweede positief feit is dat de eurosceptische rechterzijde weliswaar en masse naar het Europees Parlement komt, maar niet met een blokkeringsminderheid en gespreid over slechts enkele landen: Italië, Polen, Hongarije, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk. Dat zal voor veel lawaai maar weinig politieke invloed zorgen. Wel zullen ze een paar voorzitterschappen van commissies en delegaties kunnen wegkapen, want daarvoor wordt met het systeem Dhont gewerkt.
Hoe de fracties er zullen uitzien is nog niet te zeggen omdat zeker aan de rechterzijde nog hard onderhandeld moet worden. Voor een fractie zijn minstens 25 leden uit 7 verschillende landen nodig en sommige van de kleine rechtse fracties voldoen niet langer aan de voorwaarden. Een rechtse herschikking was al in de maak, het valt af te wachten hoe er een akkoord kan gevonden worden, o.m. met het in die kringen niet erg populaire Rassemblement national van Marine Le Pen (te veel sympathie voor Rusland) en het Hongaarse Fidesz dat (voorlopig) werd geschorst uit de fractie van de christen-democraten.
Het fractievoorzitterschap gaat meestal, maar niet noodzakelijk, naar de leider van de grootste nationale partij in de groep.
Het Parlement komt voor het eerst samen op 2 juli voor zijn constitutieve vergadering.
Benoemingen
Ondertussen moeten de Lidstaten hard onderhandelen over de topfuncties die moeten ingevuld worden. Dat is de voorzitter van de Europese Raad, nu de conservatieve Pool Donald Tusk, de voorzitter van de Europese Commissie, nu Jean-Claude Juncker, de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken, nu de Italiaanse Federica Mogherini, en de voorzitter van het Europees Parlement, nu de Berlusconi-man Antonio Tajani. Daarnaast zal ook Mario Draghi aan het hoofd van de Europese Centrale Bank moeten vervangen worden, maar dit wordt gezien als ietwat apart omdat er meer technische vereisten worden gesteld aan de ECB die formeel gezien onafhankelijk moet zijn.
Voor de verkiezing van een Commissievoorzitter zijn er door het Europees Parlement zogenaamde ‘Spitzenkandidaten’ aangeduid, verkozenen die, als hun fractie de verkiezingen wint, automatisch de functie zouden moeten krijgen. Alleen wordt dit mechanisme niet door alle Lidstaten aanvaard, en het is verdragsrechtelijk ook de Raad die een kandidaat moet voordragen. Het Parlement moet die wel met een gekwalificeerde meerderheid aanvaarden.
In een club van 28 (en binnenkort wellicht 27) landen is zo’n oefening allesbehalve makkelijk. Er moeten verschillende evenwichten gevonden worden, niet enkel tussen de politieke families, maar ook tussen de landen, tussen West- en Midden-Europa en tussen mannen en vrouwen. Een uitsluitend mannelijk gezelschap wordt zo goed als uitgesloten en de vrouwelijke kandidaten lopen niet in grote groepen rond.
Namen noemen
Namen die het meest worden gehoord zijn die van de Deense Margarethe Vestager, nu bevoegd voor het mededingingsbeleid en met een vlekkeloos parcours, de Bulgaarse Kristalina Georgieva, huidig directeur bij de Wereldbank maar daarvoor in de Europese Commissie bevoegd eerst voor humanitaire zaken en later voor begroting, en ook de Franse Christine Lagarde, huidig directeur bij het IMF. En tenslotte is er, niet te verwaarlozen, Angela Merkel zelf, waarvan wordt vermoed dat ze niet neen zou zeggen tegen een hoge Europese post.
Het onderhandelingsteam van de Raad om al deze posten in te vullen bestaat alvast uitsluitend uit mannen…
Volgens het mechanisme van de Spitzenkandidaten zou de post naar Manfred Weber, fractievoorzitter van de EVP in het aftredend Parlement, moeten gaan, maar er is allesbehalve consensus om dit lichtgewicht die zware post te geven. Ondermeer de Franse President Macron is er tegen, dus dat belooft een rondje Frans-Duitse compromissen. Weber zou kunnen ingeruild worden voor een Duits voorzitter van de ECB. Meer kans maakt de Spitzenkandidaat voor de sociaal-democraten, Frans Timmermans, huidig vice-voorzitter van de Commissie, die bovendien een uitstekend verkiezingsresultaat heeft gehaald.
De landen van Midden-Europa stellen ook hun eisen. Polen, Hongarije, de Tsjechische Republiek en Slovakije stellen de sociaal-democratische Maros Sefcovic voor, vice-voorzitter van de aftredende Commissie.
Michel Barnier, de Brexit-onderhandelaar die er maar wat graag de brui aan wil geven, is eveneens in de running en kan een compromis figuur worden voor de Commissie.
Over wie de overige leden van de Commissie worden is nog weinig geweten. Het zijn de Lidstaten die elk hun kandidaat moeten aanduiden die daarna door het Parlement moeten bevestigd worden. België houdt de lippen voorlopig stijf op elkaar, eventjes werd Michel zelfs als kandidaat-voorzitter genoemd, maar zijn slecht verkiezingsresultaat kan daar een stokje voor steken. Het wordt hoe dan ook nog uitkijken hoe ons land, zonder regering, een kandidaat zal voorstellen.
Guy Verhofstadt zou graag parlementsvoorzitter worden, maar dat zit ook in het grote schaakspel. Als kleine Belgische groep binnen de liberale fractie moet onze ex-premier de eersterangsrol afstaan aan Nathalie Loiseau van ‘Renaissance’, de lijst van Macron. Dat wordt dan een rondje Frans-Belgisch onderhandelen.
Italië is wellicht uitgesloten van de grote benoemingsronde. Het land wordt – opnieuw – bedreigd met een procedure wegens een al te omvangrijk begrotingstekort, en niemand wil graag uiterst rechts aan de macht in de EU. Wegens Brexit zal ook het Verenigd Koninkrijk zijn uitgesloten.
Meerderheden
Tenslotte is er ook het punt van de meerderheid in het Europees Parlement. Er was in het verleden vrij veel kritiek op de ‘grote coalitie’ van christen-democraten en sociaal-democraten. Terecht, maar het moet ook duidelijk zijn dat voor de goedkeuring van wetgeving er altijd een gekwalificeerde meerderheid nodig is, dit is de helft + één van de samenstellende leden van het Parlement, in het nieuwe Parlement 376 stemmen. Gelet op de soms relatief grote afwezigheden is dit niet altijd makkelijk.
Duidelijk is alvast dat de twee ingekrompen grote fracties die meerderheid niet meer halen. Er wordt dus volop gespeculeerd over wie met wie. De groter spelmaker is hier de Franse president Macron, die weliswaar een akkoord heeft gemaakt met Guy Verhofstadt om bij zijn ALDE fractie te komen, maar volop gesprekken voert met o.m. de Griekse premier Tsipras en de Spaanse premier Sanchez. Tsipras zou kunnen overstappen van de fractie van Verenigd Links naar de sociaal-democraten. Sanchez is dan weer als grootste nationale partij kingmaker bij diezelfde groep. Macron wil graag een ‘progressieve’ meerderheid maken en rekent de liberalen daar alvast bij. Ook met de Groene fractie zal uiteraard rekening moeten gehouden worden, ze zijn nu met 69 en de vierde grootste fractie. Voorlopig klopt de rekening echter niet en er wordt nog ijverig gezocht naar een nieuwe naam voor de liberale fractie.
De kans dat de kleine fractie van Verenigd Links ergens aan te pas komt is quasi nihil. Niet enkel is de politieke verdeeldheid niet uit de wereld, de fractie vertegenwoordigt nog nauwelijks 5 % van de Europese kiezers. Erg jammer voor het nagelnieuwe parlementslid van PVDA.
Kijk hier voor een overzicht van landen en fracties in het nieuwe Europese parlement