De Verenigde Staten, de Europese Unie, Rusland en de Verenigde Naties vormen samen ‘het kwartet voor het Midden-Oosten’. Het is een club, die de voorbije jaren op twee terreinen heeft uitgeblonken: totale onderwerping aan de gemeenschappelijk Amerikaans-Israëlische politiek ten opzichte van de Palestijnen en volstrekt immobilisme onder het surrealistische motto “wij trachten het vredesproces weer op de rails te krijgen.”
Sinds 2000 weigert de Israëlische regering met de vertegenwoordigers van de Palestijnse autoriteit te onderhandelen. Toch heet dat in de terminologie van het ‘kwartet’ nog steeds ‘het vredesproces’.
Het immobilisme van het ‘kwartet’ illustreert hoe de Europese Unie, Rusland en de Verenigde Naties zich totaal onderwerpen aan de dictaten vaan Washington en Tel Aviv. De Israëlische regering heeft de voorbije jaren – onder de paraplu van Washington – haar voldongen feitenpolitiek kunnen voortzetten: de bouw van de apartheidsmuur tussen het grondgebied van de staat Israël en de bezette Westelijke Jordaanoever, een verdere kolonisatie van Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever, een eenzijdige terugtrekking van enkele duizenden kolonisten uit de Gazastrook, waardoor dit gebied veel efficiënter gecontroleerd wordt dan voordien: Gaza is een totaal van de buitenwereld afgesloten getto, dat regelmatig door de Israëlische luchtmacht en marine wordt bestookt.
Binnen het ‘kwartet’ is er niemand die enig weerwerk biedt tegen het gemeenschappelijke Amerikaans-Israëlische optreden. Wel integendeel. Toen de Palestijnen in januari van dit jaar massaal voor de radicaal-fundamentalistische beweging Hamas stemden, drongen de VS-regering van George Bush en het Israëlische kabinet van Ehud Olmert erop aan de komende Hamasregering volledig te isoleren en financieel droog te leggen. De Europese Unie, de belangrijkste geldschieter van de Palestijnse autoriteit, liet zich zonder morren overtuigen en draaide de geldkraan dicht.
Binnen het ‘kwartet’ werkte de Europese Unie inmiddels aan een plan om de Palestijnen op de bezette Westelijke Jordaanoever en in de belegerde Gazastrook vooralsnog ‘selectief’ te financieren – waarbij tegelijk rekening zou worden gehouden met de wensen van de Israëlische en de Amerikaanse regering. Dit Europese plan werd uitgedokterd door de Oostenrijkse christen-democratische politica Benita Ferrero-Waldner, die op dit ogenblik de functie van Europees Commissaris voor Externe Relaties bekleedt. Zij werkte hierbij nauw samen met de echte baas van het Europese buitenlandse beleid, de Spaanse socialist Javier Solana, de voormalige secretaris-generaal van de NAVO en thans hoge vertegenwoordiger van de Europese Commissie voor het gemeenschappelijke buitenlandse en veiligheidsbeleid.
Op 17 juni werd dit Europese plan in Washington goedgekeurd door alle leden van het ‘kwartet’. Ferrero-Waldner en Solana stellen de oprichting voor van een bijzonder fonds binnen de Wereldbank, dat op ‘selectieve wijze’ de Palestijnen in de door Israël bezette gebieden zal financieren. Volgens Ferrero-Waldner zal dit fonds “artsen en medisch personeel van het Palestijnse gezondheidswezen direct sociale hulp verlenen”. En “er wordt gewerkt aan de oprichting van een netwerk voor sociale hulp aan de meest behoeftige Palestijnen.”
De Palestijnse president Mahmoud Abbas, die in Egypte besprekingen voerde met president Hosni Moebarak, reageerde op 18 juni furieus op het Europese initiatief. Het ‘kwartet’ had niet eens de moeite genomen om naar zijn mening te vragen. “Dit plan leidt naar de afschaffing van de verkozen regering van de Palestijnse autoriteit,” zo zei Abbas.
Het door het ‘kwartet’ goedgekeurde Europese plan verscherpt het isolement, waarin de Hamasregering van premier Ismaïl Haniyeh zich vanaf de eerste dag na de eedaflegging bevindt. Het door de Wereldbank gecontroleerde financieringsfonds werkt immers niet samen met de Palestijnse autoriteit of met de Palestijnse regering. Vanaf 1 juli sluist dit fonds rechtstreeks geld door naar humanitaire organisaties in de bezette gebieden. Deze financiering is beperkt in de tijd en zal om de drie maanden worden geëvalueerd.
Ferrero-Waldner en Solana hebben met hun plan de Amerikaanse president George Bush en zijn regering op hun wenken bediend. Washington verzette zich namelijk met klem tegen elke vorm van financiering van de Palestijnse verkozen regering. De Amerikanen weigerden de salarissen te betalen van het Palestijnse overheidspersoneel, zelfs al gaat het om artsen en leraars. Het Europese plan hield netjes rekening met deze eis van Washington.
Ferrero-Waldner en Solana zetten de Palestijnse verkozen regering totaal op droog zaad. Het ‘kwartet’ nam niet eens de moeite om Israël even tot de orde te roepen. Sinds het aantreden van de Hamasregering weigeren de Israëli’s de belastingen, die zij in de bezette Palestijnse gebieden innen (50 miljoen dollar maandelijks), door te storten naar de Palestijnse regering. In Washington eisten de leden van het kwartet niet eens dat Israël deze diefstal van Palestijns belastinggeld zou stopzetten.
De Hamasregering van premier Ismail Haniyeh zit inmiddels in een bijzonder lastig financieel parket. De Palestijnse regering heeft maandelijks 115 miljoen dollar nodig alleen al om de lonen van haar ambtenaren, politieagenten en overheidspersoneel te betalen. De vorige, door Fatah gecontroleerde Palestijnse regering sloot elk jaar haar begroting af met een gat van 1 miljard dollar. De Europese Unie paste hiervan ongeveer de helft bij. Maar dat is inmiddels verleden tijd.
Khaled Zahhar, de Hamasminister van Buitenlandse Zaken, ging de voorbije maanden in het buitenland op zoek naar hulp om aan de financiële wurggreep van Amerikanen, Israëli’s en Europeanen te ontkomen. Tijdens een rondreis door zeven Aziatische staten kreeg hij voor 108 miljoen dollar hulp toegezegd. Van Iran kreeg de Hamasregering twee vliegtuigen, driehonderd voertuigen, een ziekenhuis en vier poliklinieken. Maar deze bijstand blijft uiteraard ontoereikend.
Dank zij het plan van Ferrero-Waldner en Solana halen de Amerikanen en de Israëli’s meer dan één slag thuis. De Palestijnen worden volledig aan de bedelstaf gebracht en zijn voortaan afhankelijk van de beperkte hulp van de Wereldbank. Die hulp is beperkt in de tijd, want ze zal om de drie maanden opnieuw worden bekeken door de experts van de Wereldbank. De humanitaire organisaties in de bezette gebieden worden gedegradeerd tot doorgeefloket voor deze beperkte internationale hulp. Een weinig benijdenswaardige rol, die hun onafhankelijkheid volledig ondermijnt en hun geloofwaardigheid bij de Palestijnse bevolking ernstig kan beschadigen. En met dit ‘selectieve’ financieringsplan wordt nu wel heel duidelijk dat de Europese Unie helemaal plooit voor de regering Bush en de regering Olmert. Ook voor de Europeanen is de verkozen Palestijnse regering onbestaande. George Bush mag zich een tevreden man noemen: de Europese Unie zit weer helemaal op de Amerikaanse golflengte.
(Uitpers, nr. 77, 7de jg., juli-augustus 2006)