De Europese diplomatie staat steeds meer in het teken van gastoevoer. Er groeien allerlei nieuwe bondgenootschappen rond projecten voor de aanvoer van gas. Rusland staat als grote gasproducent centraal, andere producenten spelen ook mee, terwijl landen waar de pijpleidingen door lopen of zullen lopen, op de wip trachten te zitten. Vooral Turkije tracht het onderste uit de kan te halen en maximaal te profiteren van de rivaliteit tussen twee projecten, het door Washington en Brussel gesteunde Nabucco en het door Gazprom (Rusland) en ENI (Italië) gepromote South Stream.
De Russische premier Vladimir Poetin ondertekende bij zijn zomerbezoek aan Turkije een contract waar de Russische gasgigant Gazprom goed bij vaart. Daarbij stemt Turkije ermee in dat er in zijn territoriale wateren mogelijk delen van een nieuwe gaspijpleiding, South Stream, wordt aangelegd.
Turkije is nog veel meer betrokken bij het rivaliserende project Nabucco dat Washington en de Navo nauw aan het hart ligt omdat daarin Rusland volledig links wordt gelaten. Zo eet Turkije uit twee ruiven. Nabucco zou via onder meer Georgië gas uit het Kaspisch gebied over Turks grondgebied naar Bulgarije en verder via Roemenië naar Oostenrijk aanvoeren. Een vertakking zou verder naar Polen lopen. De werken zouden volgend jaar starten en in 2014 moet de leiding er liggen. Geraamde kostprijs bijna 8 miljard €.
Niet toevallig was ook Poetins Italiaanse collega en persoonlijke vriend Silvio Berlusconi erbij toen hij samen met de Turkse premier Erdogan het akkoord sloot. Berlusconi is een felle verdediger van het project waarbij het Italiaanse Eni is betrokken. Die pijpleiding zou gas uit Rusland en Centraal-Azië via Bulgarije naar onder meer Italië brengen. South Stream moet dan de zuidelijke evenknie worden van North Stream, de pijpleiding die wordt aangelegd vanuit Rusland onder de Baltische Zee naar Duitsland.
Alle pijpleidingen in wording zijn sterk politiek gekleurd. Zowel North als South Stream ontwijken zeer bewust Oekraïne waar Rusland al zoveel gasconflicten mee had. North Stream zette ook kwaad bloed bij Polen. Anderzijds is er de centrale plaats van Georgië in alle tegen Moskou gerichte projecten: eerder de TBC (Tbilisi-Bakoe-Ceyhan) oliepijpleiding die gedubbeld wordt door een gaspijpleiding. En nu in het Nabucco-project. Het strategisch belang van Georgië, en van de rest van de regio, in de wereldwijde strijd om energie, is overduidelijk.
Partnerschap
De Europese Unie zweert in al haar landstalen dat het nieuwe partnerschap met zes landen uit de vroegere Sovjetwereld, niet tegen Moskou is gericht. Dat op 7 mei in Praag beklonken partnerschap is niet ingegeven door liefdadigheid, de promotoren van dat partnerschap denken daarbij onder meer sterk aan Nabucco, het project voor een gaspijpleiding die Rusland omzeilt. De vergadering over het partnerschap werd onmiddellijk gevolgd door een andere vergadering met alle landen die de EU bij Nabucco wil betrekken. Maar vlak daarop haalde Moskou een grote slag thuis: op 15 mei tekenden de Russische premier Vladimir Poetin, zijn Italiaanse collega Silvio Berlusconi en enkele andere leiders een akkoord voor South Stream, de concurrent van Nabucco. De EU blijkt dus bijzonder verdeeld over gas.
Het nieuwe partnerschap voor de zes landen – Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland – komt er vijf jaar na een vorige poging om die landen dichter bij de EU te betrekken en verder van Moskou weg te halen. Op zich stelt dat nieuwe partnerschap niet veel voor, 600 miljoen euro (minder dan drie procent van de ‘rommelkredieten’ van KBC). Dat beetje geld zou de politieke en economische stabiliteit van die landen in de hand moeten werken.
Rivaliteiten
Aan dat initiatief ging heel wat intern getouwtrek vooraf. Twee landen stuurden zeer hard op dit initiatief aan: Zweden en vooral Polen. Warschau is zeer ontstemd over North Stream, de gaspijpleiding die onder de Baltische Zee wordt aangelegd richting Duitsland, waarmee Polen wordt omzeild. De Poolse diplomatie wil vooral Oekraïne en Wit-Rusland (twee landen met Poolse minderheden) verder van Moskou losweken, al is niet iedereen in Polen gelukkig met deze uitgesproken anti-Russische attitude. Polen speelde een zeer actieve rol in de “revoluties” in Georgië en Oekraïne die westers gezinde politici aan de macht brachten. Warschau zat ten tijde van de regering Bush op dezelfde golflengte als Washington, die van de confrontatie met Moskou.
Frankrijk lag dwars bij het partnerschap en stuurde zijn kat naar Praag. Want Sarkozy is ervan overtuigd dat dit partnerschap vooral moet dienen om “zijn” project voor een unie van de Middellandse Zee-landen te doorkruisen. Ook de Britse premier Gordon Brown en de Italiaanse premier Silvio Berlusconi gaven verstek. Italië is onder meer nauw betrokken bij het project South Stream, een zuidelijke gaspijpleiding waar Rusland wel achter staat. Frankrijk, Duitsland en Italië beklemtoonden onmiddellijk dat het partnerschap geen wachtkamer voor toetreding tot de EU mag zijn. Bulgarije en Roemenië bleven ook weg, zij zien veel meer in het samenwerkingsverband van de landen rond de Zwarte Zee.
Het partnerschap moet “de democratie en de mensenrechten” in de hand werken. De opposanten van die zes landen zullen daar men enig ongeloof op reageren; neem bij voorbeeld Azerbeidzjan waar Aliëv junior in het voetspoor van wijlen zijn vader (ooit KGB-chef) treedt.
Nabucco
De dag na de afkondiging van het partnerschap, zaten EU en “partners” in Praag samen met andere belanghebbenden aan tafel om over gas te spreken. Op aandringen van voorzitter Tsjechië en Polen werd daar gesproken over een nieuwe zuidelijke gascorridor, Nabucco.
Er zijn echter nogal wat obstakels. Turkije eist een deel (15 %) op van de gas die via zijn grondgebied zou passeren. Ook verbindt Turkije zijn ja-woord aan een ruimer energieakkoord met de EU, onder meer over de ontginning van de offshore olie. Maar daarover bestaat een conflict tussen Turkije en Cyprus.
Er is vooral de vraag welke gas er door die Nabucco zal lopen. Het zou voor de hand liggend at dit Iraans gas is – Iran heeft samen met Qatar en vooral Rusland de grootste aardgasvoorraden van de wereld. Maar om politieke redenen zoekt men het elders. Drie landen van Centraal-Azië – Oezbekistan, Turkmenistan en Kazachstan – waren ook in Praag, maar weigerden de slotverklaring te ondertekenen, ook al zijn de verhoudingen tussen Rusland en Turkmenistan eerder gespannen. Tot opluchting van de promotoren tekende Azerbeidzjan wel. Dat land heeft gas en ligt onderweg voor het gas uit Kazachstan en Turkmenistan.
Omwille van alle obstakels, en vooral door zijn rechtstreeks belang bij North Stream, liep Duitsland niet warm voor Nabucco. Maar indien er een dooi komt in de relaties met Iran en indien Turkmenistan zich inschikkelijker opstelt, wordt Nabucco wel interessanter.
South Stream
Moskou vond echter bij de EU talrijke partners voor zijn alternatief project, South Stream. Italië (de energieholding Eni) is er rechtstreeks bij betrokken, evenals Bulgarije, Griekenland en Hongarije. Vertegenwoordigers van die landen (onder wie Berlusconi) en van Servië ondertekenden op 15 mei, dus een week na Praag, in Sotsji een overeenkomst voor de realisatie van South Stream, een pijpleiding die gas uit Rusland, Kazachstan en Turkmenistan moet aanvoeren. Ook het Franse GdF heeft grote belangstelling om te participeren.
South Stream vertrekt aan de Russische Zwarte Zee-haven Dzjoebga, gaat onder de Zwarte Zee naar het Bulgaarse Varna. De onderzeeroute ligt nog niet vast, er moet rekening worden gehouden met nationale soevereiniteit over het continentaal vlak en met de exclusieve economische zones van de oeverstaten. Moskou aarzelt bij voorbeeld om het continentaal vlak van Oekraïne te gebruiken. Via Bulgarije gaat een deel noordwaarts, naar Centraal-Europa, een andere tak door Griekenland naar Italië.
Twee peperdure pijpleidingen voor twee keer hetzelfde: gas van Azië naar westelijk Europa brengen via een bijzonder gevoelige regio. Voor de EU is energiebevoorrading een van de grote strategische kopzorgen. Aan de politiek van de EU en haar lidstaten tegenover Rusland, de Kaukasische regio, Turkije en de Balkan zal de komende jaren een sterke gasgeur hangen. Wat natuurlijk ook het geval is voor de politiek van Moskou tegenover zowel zijn “nabije buitenland” als Centraal- en West-Europa.
(Uitpers, nr. 112, 11de jg., september 2009)