Nog niet alle cijfers zijn definitief en vooral, waar sommige verkozenen onderdak zullen vinden, in welke fractie, daarover wordt vanaf deze week flink onderhandeld.
Maar de trends zijn duidelijk.
Politiek de grootste winnaars zijn de conservatieven, en zeker die van Duitsland. De fractie van de Europese Volkspartij was al de grootste en doet er nu nog een flinke hap bij. Wellicht halen ze 185 leden.
Op nummer twee komen nog steeds de sociaal-democraten, met een licht verlies, wellicht 135 zetels. Opvallend hier is het verlies in Duitsland, waar de SPD van Kanselier Scholz slechts 16 % haalt, zowat de helft van de christen-democratische/conservatieve oppositie met 31,8 %. Ook in Spanje haalt de Partido Popular meer dan de socialistische regeringspartij.
Op drie de liberalen van Renew, met een flink verlies van rond de 20 zetels, o.m. omdat het Spaanse Ciudadanos van de kaart is geveegd. Ze komen uit op ongeveer 80 zetels. Opvallend hier ook het verlies van de partij van de Franse President Macron, die nauwelijks 14,5 % van de stemmen haalde, minder dan de helft van het uiterst rechtse Rassemblement national van Jordan Bardella/Marine Le Pen (31,5 %).
Op vier zou de uiterst rechtse ECR fractie komen, waarin ook de Vlaamse NVA zetelt, net als Fratelli d’Italia van Giorgia Meloni en het Spaanse Vox. Ze komen uit op 73 zetels.
Op vijf tenslotte het eveneens uiterst rechtse ID, met 58 zetels. Hier zetelt het Vlaams Belang, het Rassemblement national van Le Pen, en het Oostenrijkse FPÖ dat in Oostenrijk de grootste partij werd. FPÖ pleitte er al voor het Duitse AfD weer op te nemen in de fractie. Alternative fuer Deutschland haalde 16 % van de stemmen en wordt daarmee de tweede grootste partij van het land!
De kleinste fractie blijft die van Links, wellicht met een status quo, hoewel het nog niet duidelijk is waar Bündniss Sahra Wagenknecht met 6 % zal bij aansluiten. De Belgische PVDA haalde twee zetels. Vooral de Skandinavische partijen deden het goed.
Tenslotte zijn er een kleine honderd parlementsleden die nog nergens thuis horen: 46 die bij de niet-fractiegebonden leden zaten en 52 ‘andere’, dit zijn partijen die nog niet vertegenwoordigd waren in het Europees Parlement. Vandaar dat de cijfers nog niet definitief kunnen zijn.
Twee voorlopige besluiten
Deze verkiezingen hebben niet enkel gevolgen voor de Europese Unie, maar ook voor de nationale regeringen. Ondermeer de Duitse, Franse, Spaanse, Deense, Maltese en Estse regeringen komen verzwakt uit de verkiezingen. Ook de partij van Viktor Orban verloor, maar blijft wel de grootste in Hongarije. Orban zou willen aansluiten bij de ECR-fractie.
In Duitsland hebben de drie regeringspartijen verloren, de SPD haalt nauwelijks 16 %, de FDP zit nipt boven de kiesdrempel van 5 % en de Groenen haalden eveneens niet meer dan 8 % (in 2019 nog bijna 18 %!). De christen-democraten van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen haalde meer dan 30 %!
In Frankrijk gooide President Macron de handdoek in de ring. Er komen nog deze maand vervroegde Parlementsverkiezingen die zijn partij wellicht niet kan winnen. Alle partijen zijn in paniek. Aan de linkerzijde worden vooral weer oproepen gehoord om te zorgen voor eenheid, maar of dat op drie weken kan is alles behalve zeker. De sociaal-democraten van Glucksmann deden het niet slecht, ze haalden 13,8 % van de stemmen. La France Insoumise van Mélenchon haalde 9, 9 %, Les Republicains 7,2 %. Naast de hoge score van Bardella/LePen moet ook nog de 5,5 % van Reconquête (Zemmour/Maréchal) worden geteld. Macron hoopt te redden wat er te redden valt omdat hij sowieso geen meerderheid had in de Assemblée national en hij de resterende drie jaar van zijn mandaat als een ‘lame duck’ zou moeten regeren. Zijn invloed is echter ongetwijfeld sterk afgezwakt.
Een conservatieve meerderheid
Op Europees vlak is het besluit vrij eenvoudig. De drie fracties die in het oude Parlement de meerderheid uitmaakten, vergroten hun marge en halen wellicht meer dan 400 zetels. Ursula von der Leyen hoeft dus, althans in het Parlement, niet bang te zijn voor haar verkiezing. Haar positie is zonder meer versterkt, ook in de Europese Raad. Het is niet President Macron die haar zal kunnen tegen houden.
Ze heeft ook niet langer behoefte aan Giorgia Meloni, die rustig kan blijven waar ze al is. Haar partij haalde 28 % (tegenover 6 % in 2019!). Misschien zou ze liever naar de EVP verhuizen, maar of ze in deze omstandigheden welkom is, is maar de vraag. Hoe dan ook hebben de sociaal-democraten laten weten dat ze niet voor een meerderheid willen zorgen als ook uiterst-rechts daar bij zit.
Of er een grote nieuwe extreem-rechtse fractie zit aan te komen is zeer twijfelachtig.
In de sociaal-democratische fractie tenslotte ziet het er naar uit dat de Italiaanse delegatie groter wordt dan de Spaanse. Vooruit haalde twee zetels, net als de PS.
Deze week nog beginnen de onderhandelingen over de fracties én over de hoge ambten die moeten ingevuld worden. De Oosteuropese landen houden op 11 juni een top in Letland om hun prioriteiten, o.m. inzake veiligheid, te bespreken. Eind van de week wordt een G7 top gehouden.
Voor het voorzitterschap van de Commissie en de Europese Raad zijn zowel Ursula von der Leyen als Mario Draghi (Italië) en Antonio Costa (Portugal) in de running. Maar witte konijnen zijn nooit uit te sluiten.