Er bestaat sinds februari één Europese Groene Partij. Vertegenwoordigers van 32 groene partijen uit Europa stichtten die eenheidspartij op 20 februari in Rome. Die partijen zullen in de komende campagne voor de Europarlementsverkiezingen gezamenlijk optreden, met éénzelfde basisprogramma en met een "Dream Team", Daniel Cohn-Bendit en Joshka Fischer.
In de enthousiaste mededelingen over de oprichting van die eenheidspartij worden enkele thema’s naar voor geschoven die in alle lidstaten van de EU aan bod zullen komen: veilig en gezond voedsel zonder genetisch gemanipuleerde organismen, een verlaagd btw-tarief voor biovoeding, een Europees stabiliteitspact voor de uitvoering van Kyoto, een strenger toezicht op de wapenuitvoer, invoer van een Tobintaks.
Maar is dit meer dan kiespropaganda? De socialisten zitten ook in de Socialistische Partij van Europa, de meeste conservatieven en christen-democraten zijn verenigd in de Europese Volkspartij (EVP). In al die gevallen gaat het om de optelling van nationale partijen. Zelfs binnen de Belgische eenheidsstaat zijn de twee groene partijen verre van een eenheidspartij.
In het huidige Europees Parlement heeft de groene fractie 48 gekozenen. Recente regionale verkiezingen in Frankrijk en Duitsland doen groen hopen dat de fractie haar posities kan behouden, maar globaal genomen zijn de vooruitzichten voor groen toch niet zo rooskleurig.
Niet toevallig bestaat het "Dream Team" uit twee politici die in Duitsland kandidaat zijn. Want het is in Duitsland dat de groene partij electoraal niet te lijden heeft van een jarenlange regeringsdeelname. Haar relatieve winst heeft ze echter vooral te danken aan zwaar ontgoochelde sociaal-democratische kiezers die het niet over hun hart krijgen thuis te blijven of voor de rechtse CDU te stemmen. Maar enfin, er is winst.
Met de resultaten van de regionale verkiezingen in Frankrijk voor ogen, kunnen les Verts hopen de schade van het nieuwe kiesstelsel (dat natuurlijk de grote partijen bevordert) te beperken.
Maar daarbuiten zien de kansen op winst er niet goed uit. De verwachte winst in kleinere staten als Oostenrijk en Finland, maakt wellicht mindere resultaten in de rest van de EU niet goed. In Zweden, Nederland, België, Italië, Spanje…liggen de verwachtingen laag. Idem in de nieuwe lidstaten waar groen bijna onbestaande is of waar groen niet noodzakelijk progressief betekent.
De Europese groenen kregen tijdens hun stichtingscongres het heuglijke nieuws dat Letland in de persoon van Indulis Emsis de eerste groene premier uit de geschiedenis krijgt. Ze juichten zijn succes toe in het bereiken van een moeizaam compromis om tot een regering te komen. Een mooie formule waarover vele groenen in andere omstandigheden zouden spreken van politiek gekonkel. Emsis leidt een kartel van groenen en boeren dat moeilijk progressief te noemen is.
In het huidige Europarlement hebben groene parlementsleden een rol gespeeld die groter is dan het gewicht van hun fractie. Zij konden vaak front vormen met de socialisten en de fractie van communisten en uiterst-links om het ultraliberalisme van de Europese top via het parlement wat tegenwerk te bieden. Ze vrezen dat socialisten en EVP in het nieuwe parlement (opnieuw) onderlinge afspraken zullen maken over zowel posten als stemgedrag, waardoor kleinere fracties volkomen in de verdrukking raken.
Maar de kiezers zullen de groenen in de eerste plaats met nationale criteria beoordelen. In verscheidene landen waar ze iets betekenen, is het lot van de groenen verbonden aan dat van de sociaal-democratie. Zoals in Nederland en België waar veel potentieel groene kiezers openstaan voor de imagocampagnes van Pvda en Sp.a. In Duitsland waar de neoliberale politiek van de SPD de groene regeringspartner het imago van een links alternatief oplevert. In Frankrijk waar de groenen in semi-alliantie met de PS mee genieten van de groeiende onpopulariteit van de rechtse regering.
Zie ook: www.europeangreens.org
Sociaal-democratie hoopt
De socialistische partijen van het EP hadden er zich enkele weken geleden al bij neergelegd dat de EVP in het nieuwe parlement de baas zal spelen. Vandaar dat enkele partijen vonden dat men van de nood een deugd moet maken en dat er dus best nu al afspraken met de EVP worden gemaakt over de verdeling van de posten. Bij voorbeeld het voorzitterschap van het parlement verdelen in termijnen, zoals vroeger gebeurde. In het huidige parlement had de EVP echter een afspraak gemaakt met de kleine liberale fractie, zodat de socialisten buiten die prijs vielen.
Er is de jongste weken echter een en ander veranderd.
- Bij de EVP zijn er toch wel enkele partijen die groot bezwaar maken tegen de toegevingen gedaan aan de Britse Conservatieven om samen één fractie te blijven. Zij vinden die Conservatieven veel te "eurosceptisch". Bovendien krijgen die Conservatieven binnen de EVP versterking door o.m. de toetreding van de partij van de Tsjechische president Vaclav Klaus die allesbehalve warm loopt voor de EU. Ook de vooraanstaande rol van Berlusconi in de EVP zet kwaad bloed. Het idee om in het nieuwe parlement een centrumfractie te vormen met liberalen en de Italiaanse gekozenen van de strekking Prodi, wint bij sommige EVP-partijen veld, vooral bij de Franse UDF die het in de regionale verkiezingen goed deed – in tegenstelling tot de UMP van president Chirac.
- Die Franse en vooral de Spaanse verkiezingen waren een koude douche voor de EVP; het verlies van Aznar, een kopstuk van de EVP, komt zwaar aan. Berlusconi riskeert ook verlies, terwijl de Oostenrijkse conservatieven het bij regionale verkiezingen heel slecht deden .De EVP is daardoor ook minder zeker van het feit dat ze in het nieuwe EP de lakens zal kunnen uitdelen.
- De socialisten zijn enigszins opgelucht. Maar aan de andere kant verloren de Griekse socialisten de recente parlementsverkiezingen, terwijl de Duitse en Poolse partijen zware verliezen verwachten.
Maar wat is nu de relevantie van een sterke fractie behalve de verdeling van posten?
De Groenen ondervonden begin maart dat het bij voorbeeld onmogelijk is in het EP een debat te voeren over de oorlog in Irak omdat de socialistische fractie over een dergelijk zeer belangrijk onderwerp zeer verdeeld is. Blair zit immers op dezelfde golflengte als zijn vrienden Aznar en Berlusconi. Toch zitten Duitse en Britse sociaal-democraten samen te lobbyen om tot een akkoord met de EVP te komen, waarbij het er voor de SPD uitsluitend gaat enkele hoge posten te bekomen.
(Uitpers, nr. 52, 5de jg., april 2004)