"In Polen zijn er mensen die oordelen dat Polen altijd al deel uitmaakte van Europa en dat het aan de Europese Unie is de Poolse waarden over te nemen", merkte de Poolse historicus Marcin Kular op in een kritiek op Polen die allerlei mythes opbouwen rond het Europese verleden van Polen.
Die pretenties over de grote, zelfs centrale, rol van Polen in de Europese geschiedenis, werkten na de Tweede Wereldoorlog ook Winston Churchill zodanig op de zenuwen dat hij de Poolse leiders in Londen een uitbrander gaf.
Polen is tot de EU toegetreden middenin een politieke en sociale crisis, wat die toetreding allesbehalve gemakkelijk maakt. In dat klimaat worden oude mythes weer flink opgepoetst, vooral door rechtse en uiterst-rechtse populistische groepen die teren op het misnoegen over corruptie en werkloosheid.
Polen was nog maar net op 1 mei 2004 toegetreden, of premier Leszek Miller diende zoals aangekondigd zijn ontslag in. Een niet ophoudende reeks corruptieschandalen, de werkloosheid, de plannen voor verdere sociale afbraak ondermijnden het vertrouwen in het kabinet van de ex-communistische en nu sociaal-democratische SLD. Die had in de verkiezingen van 2001 nog 41% van de stemmen behaald en daarmee een periode van rechtse regeringen afgesloten. Gewezen minister van Financiën Marek Belka werd na Millers ontslag premier om met ongeveer dezelfde ploeg verder te doen. Alleen de schrik van veel parlementsleden dat ze bij vervroegde verkiezingen zeker niet herkozen worden, leidde ertoe dat Belka na bijna twee maanden lobbywerk toch een meerderheid vond.
Het sociaal-democratisch succes van 2001 was te danken aan de verwachting van veel Polen dat de sociaal-democraten de verdere sociale afbraak zouden stoppen. Polen werd in West-Europa wel voorgesteld als een van de succesverhalen van gewezen communistische regimes, maar daar merkten veel Polen erg weinig van. Het had trouwens tot 1998 geduurd eer Polen weer het productiepeil van 1989 bereikte. Maar er was veel meer dan dat. De stelsels van sociale bescherming waren grotendeels opgedoekt, veel van de beste bedrijven waren vaak aan buitenlandse concurrenten verkocht, de pensée unique van het oude regime maakte plaats voor de pensée unique van de "vrije", maar vooral wilde, markt. Een flink deel van de gewezen nomenklatura recycleerde zich met succes in dat wilde kapitalisme. Daar bovenop bleek de EU niet zó happig om Polen met open armen te ontvangen.
Nostalgie
Al die moeilijkheden hebben onder meer tot gevolg dat er een sterke verheerlijking is van het communistische verleden. De Gazeta Wyborcza van Adam Micnik, een van de kopstukken van het verzet tegen het bureaucratische regime, bracht op 26 mei de resultaten van een uitgebreide enquête. Welke leider heeft na de Tweede Wereldoorlog het meest gedaan voor Polen? 46% antwoordt Edward Gierek, vooral de periode 1975-1978. Dat was inderdaad een periode waarin Polen een sterke groei kende en waarin de Polen in vergelijking met vroeger naar hartelust konden kopen. Dat ging wel gepaard met een enorme stijging van de buitenlandse schuld, wat trouwens mee aan de basis lag van de zware moeilijkheden van 1980 die tot de val van Gierek leidden. Maar het Westen was tijdens Gierek maar al the scheutig met kredieten, er was blijkbaar geen limiet aan. Die herinnering aan de stijgende welvaart uit die periode, voedt natuurlijk die nostalgie, vier vijfde van de Polen is er zelfs van overtuigd dat de mensen toen meer koopkracht hadden dan nu. Bovendien vindt zowaar 71% van de Polen dat de overheden tijdens het communisme minder logen dan nu.
Sinds de val van dat regime, kiezen de Polen stelselmatig voor de oppositie, die ze dan de keer daarop weer afstraffen. Zodanig zelfs dat veel partijen verdwijnen en het politieke landschap voortdurend grondig verandert. Ook "Solidariteit" is daar slachtoffer van geworden: de alliantie rond Solidariteit, de AWS, werd in de verkiezingen van 2001 na een reeks schandalen volledig weggevaagd. Indertijd, in 1980, ontstaan als een vrije vakbond voor de verdediging van de arbeiders, werd Solidariteit na 1989 in de eerste plaats een beweging die de kapitalistische ‘hervormingen’ hielp doorduwen. Nu is Solidariteit als vakbond slechts de schaduw van vroeger.
Die opeenvolgende ontgoochelingen leiden vooral tot apathie, zoals uit de kleine opkomst voor verkiezingen blijkt. Met nog geen 20% bij de Europese verkiezingen is wel een diepterecord bereikt.
Veel kiezers redeneren dat het toch weinig uitmaakt voor wie ze kiezen, ze hebben zeer sterk de indruk dat machthebbers in het algemeen toch geen rekening houden met de opinie van de bevolking. Dat kwam bijzonder duidelijk tot uiting in de oorlog in Irak. Terwijl de overgrote meerderheid van de Polen tegen die oorlog was gekant, besliste de Poolse sociaal-democratische regering toch om er aan deel te nemen. Niet zomaar symbolisch, maar zeer actief, met duizenden soldaten en met het bevelhebberschap over een sector. Die Poolse deelname is onder meer een gevolg van het lobbywerk van Bruce Jackson, voorzitter van het zogenaamde Comité voor de bevrijding van Irak en de nummer twee van Lockheed-Martin. Hij onderhandelde met Polen over de aankoop van 48 gevechtsvliegtuigen F-16 van Lockheed-Martin; die Poolse aankoop wekte grote woede in het "oude Europa" dat immers een eigen aanbod had. Dat de Poolse militaire uitgaven stijgen, terwijl er bezuinigd wordt op onderwijs en gezondheid, is zeker ook niet de keuze van de meerderheid.
Reactionairen
Die liberale en pro-Amerikaanse politiek is in Polen het werk van "links" dat daarmee alle geloofwaardigheid verliest en in diepe crisis verkeert. Een groep van 33 sociaal-democraten heeft zich in het parlement wel afgescheurd van de SLD om de SDPL op te richten. Maar het zijn vooral rechtse groepen die bij de komende verkiezingen garen zullen spinnen van de crisis van de SLD.
Allerlei rechtse groepen combineren verwijten de SLD het land te hebben uitverkocht aan "Brussel", de EU van het ultraliberalisme. Daartegenover pakken ze uit met de oude nationalistische sentimenten van een Polen dat miskend wordt door het Europa van de vrijmetselaars. Een van de meest reactionaire groepen is de "Liga van Poolse families" die bij de Europese verkiezingen ongeveer een op zes van de opgekomen kiezers (een op dertig van het totaal ingeschreven kiezers) achter zich kreeg. Deze klerikale beweging is, ondanks de houding van de Poolse paus, zeer anti-EU. Dat geldt ook voor de PiS, ‘Recht en Rechtvaardigheid’ (een op acht kiezers) en voor de zeer demagogische Samoobrona (Zelfverdediging) geanimeerd door boerenleider Andrzej Lepper. Ze pakken allemaal uit met de verdediging van de soevereiniteit en van de christelijke waarden als remedies voor de vele kwalen waarmee kapitalistisch Polen worstelt.
Die bewegingen woekeren op alles wat retrograde is. De zogenaamde christelijke waarden in Polen betekenen concreet een bijzondere strenge wet tegen abortus, campagnes tegen homoseksuelen en joden. Toen op 7 mei jl. in Krakau 1.500 mensen opkwamen voor de mars voor verdraagzaamheid van de Campagne tegen homofobie, kwamen knokploegen van skinheads en jongeren van de Liga van Poolse families de mars uiteenkloppen onder het onverschillig oog van de politie.
Zwak alternatief
De weinige leidende stemmen die tegen deze nationalistische reactionaire stromingen ingaan, komen voorlopig zeer weinig aan bod. Een van die gezaghebbende stemmen, Jacek Kuron, is op 17 juni jl. op 70-jarige leeftijd overleden. Hij was een van de weinigen die zich tegen de Poolse deelname aan de oorlog in Irak verzette – althans een van de weinige intellectuelen, want de meerderheid van de bevolking deelde die visie. Er zijn ook de andersglobalisten van het Sociaal Forum met oudgedienden van Solidariteit die zich afzetten tegen het liberale Europa maar tegelijk ook tegen het klerikalisme en nationalisme. Hun stemmen worden nauwelijks gehoord. In de vervroegde verkiezingen zal het gaan tussen al wat retrograde is en de zogenaamde "gematigde liberalen" waaronder PO (Burger Platform) dat bij de Europese verkiezingen een kwart van de stemmen haalde.
(Uitpers, nr. 55, 5de jg., juli-augustus 2004)