Unie wint aan ‘body’
Is de kogel door de kerk? Gaat de Europese Unie Hongarije daadwerkelijk sanctioneren omdat deze lidstaat onder premier Viktor Orban de regels van de rechtsstaat schendt? Het zou wel eens kunnen. De voorzitter van de Europese Commissie Ursula Von der Leyen gaat voorstellen formeel vast te stellen dat Hongarije 27 beloofde maatregelen niet heeft genomen.
De Europese Commissie moet haar daarin nog volgen, en het laatste woord is dan aan de Europese Raad. In het uiterste geval zou dit kunnen betekenen dat Hongarije 5,8 miljard euro uit het Europees corona-herstelfonds misloopt, plus 7,5 miljard euro uit het reguliere EU-budget.
‘Waarden’
Hier zien we hoe de EU aan body wint. Het is meer dan een markt. De voorgenomen maatregelen steunen op artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie waarin de ‘waarden’ worden opgesomd waar de Unie op berust. Artikel 6 van hetzelfde Verdrag heeft het Handvest van de grondrechten aan de Europese rechtsorde toegevoegd. Op basis van artikel 2 werd in december 2020 een verordening – een soort Europese wet – vastgesteld die de uitvoering van de Europese begroting aan het respecteren van deze waarden koppelt.
Zo krijgt de EU steeds meer inhoud. Dezelfde tendens kon men, met horten en stoten, vaststellen in de opeenvolgende crises: de financiële crisis, de coronacrisis (in elk geval in een tweede fase, nadat het eerst ‘ieder voor zich was’), de lopende energiecrisis (al hebben landen als Duitsland of Nederland de neiging ‘solo slim’ te spelen),… Je kan je dan afvragen: wordt de EU een superstaat, waarvan de lidstaten niet veel meer dan plaatselijke schakels zijn, mutatis mutandis zoals de staten in de VS?
Dat is misschien wat snel door de bocht. Want in de Europese Unie ligt het zwaartepunt nog steeds bij de lidstaten, via de Europese Raad. Op belangrijke beleidsterreinen geldt de unanimiteitsregel, en heeft elke lidstaat dus vetorecht. Hongarije gebruikt dit vetorecht nu om Europese besluiten te blokkeren in verband met steun aan Oekraïne of internationale belastingverdragen. Het lijkt veel op een vorm van chantage om de financiële sancties af te wenden. De Europese Commissie zal dus wel uitkijken.
Alle lidstaten zullen wel uitkijken. Want het verschil met de VS is dat er niet zoiets bestaat als een Europees volk, wat legitimiteit geeft aan het optreden van de ‘federale’ overheid. Het gebrek aan democratische legitimiteit van ‘Brussel’ is de achilleshiel van de Europese constructie. Het is dus oppassen geblazen wanneer ‘Brussel’ een lidstaat te grazen pakt. Eens kijken hoe het afloopt.
Industriebeleid
Diezelfde spanning tussen de wil Europa meer body te geven en de realiteit van de lidstaten blijkt in de discussie over een Europese industriepolitiek.
In Europese kringen wordt gevreesd dat grote industriële bedrijven de Atlantische Oceaan oversteken om te investeren in de VS. Enerzijds is energie daar een stuk goedkoper, en het ziet er naar uit dat dit zo gaat blijven. Anderzijds heeft de Amerikaanse president Joe Biden met zijn Inflation Reduction Act enorme bedragen (369 miljard dollar) vrijgemaakt om investeren in de VS te steunen. De EU vreest voor zijn automobielindustrie, en leiderschap in nieuwe ‘groene’ technologieën. Als Europees antwoord wordt er aan gedacht een ‘Europees Soevereiniteitsfonds’ op te tuigen, dat door von der Leyen al werd aangekondigd in haar laatste State of the Union.
Dergelijk fonds is niet alleen een reactie op de Amerikaanse dreiging. Tegelijk willen de Europese leiders vermijden dat lidstaten eigen plannen maken: als er geen Buy European komt als reactie op het Buy American van Biden, dan dreigt een BuyGerman of een Buy French. Dat vormt dan weer een bedreiging voor het gelijke speelveld binnen de Europese Gemeenschappelijke Markt: lidstaten met de diepste zakken kunnen de eigen industriële kampioenen steunen ten koste van de concurrentiekracht van zwakkere lidstaten.
Duitsland ging voor eigen gewin in de energiecrisis. Als het aan de bevoegde Franse Europese Commissaris Breton ligt is het niet de bedoeling dat dit herhaald wordt.
Zo is het voor de Europese Unie steeds vooruit of achteruit. Stilstaan is geen optie. Politiek vertaalt zich dat in de vraag: ben je eerst Nederlander of Belg, of eerst Europeaan? Voor proletarisch internationalisme geeft deze spanning geen ruimte.