Top EU-Turkije
In de Financial Times van donderdag 26 november verklaart de Nederlandse premier Mark Rutte dat de Europese Unie “dreigt hetzelfde lot te ondergaan als het Romeinse Rijk indien ze er niet in slaagt opnieuw de controle te verwerven over haar grenzen”. Rutte vergelijkt zo de vluchtelingen met de “barbaren” die de ondergang van Rome inluidden. Of bedoelde hij vooral dat de Europese Unie, net als Rome toen, een decadent imperium is? In dat geval kunnen wij hem volgen. De top tussen de EU en Turkije afgelopen weekend leverde daar nog maar eens een bewijs van.
Koehandel
De koehandel waartoe deze top besloot is bekend: Turkije krijgt 3 miljard euro en stopt in ruil de vluchtelingenstroom richting Europa. Er moeten nog wat “details” geregeld worden, maar de geest van het akkoord is duidelijk. Als kers op de taart wordt de diplomatieke relatie met Turkije opgewaardeerd, wordt de visaplicht voor bezoekers uit Turkije eerstdaags afgeschaft, en worden de onderhandelingen hervat over de toetreding van Turkije tot de EU.
Het akkoord komt neer op een poging tal van oorlogsvluchtelingen uit Syrië en andere landen zonder enig perspectief op te sluiten in Turkse kampen. Turkije heeft momenteel reeds meer dan twee miljoen Syrische vluchtelingen. Het recht asiel te vragen in een land naar keuze wordt hen nu ontzegd. Dat de situatie in Syrië uitzichtloos is, zodat deze mensen het recht hebben elders een nieuw leven op te bouwen, wordt ontkend. Dat Turkije zelf deelneemt aan de oorlog in Syrië, en alleen al daarom niet als een veilige haven kan worden omschreven, wordt genegeerd.
Uitzichtloze oorlog
Het beeld dat de Franse president Hollande ons voorhoudt van een oorlog “allemaal samen tegen Isis” is een fantasie. Zoals elke goede fantasie bestaat deze uit het uitvergroten van één aspect van de werkelijkheid. De werkelijk is echter een stuk complexer. Het einde van Isis zou niet automatisch het einde van het geweld betekenen. De fantasie van Hollande is een dekmantel om zich te mengen in de complexe machtsstrijd waarvan het Midden-Oosten het theater is.
De lijst globale, regionale en lokale machten die in Syrië rechtstreeks of onrechtstreeks meevechten is indrukwekkend. Het volstaat er enkele op te sommen om te begrijpen hoe uitzichtloos de situatie er is.
Isis zelf is het resultaat van een fusie tussen de Irakese tak van Al Qaeda en militairen van het regime van Saddam Hussein dat door de Amerikaans-Britse invasie in 2003 werd omvergeworpen. Isis profiteerde van de rancune van soennitische moslims tegen het sektarisch optreden van de nieuwe door de VS gesteunde sjiitische machthebbers in Irak. Het startkapitaal voor Isis werd bijeengebracht door wahabistische soennieten uit Saoedi-Arabië.
In Syrië strijdt Isis tegen het regime van Bashar al-Assad: ooit een seculair regime steunend op één van de takken van de oude nationalistische Ba’athpartij, maar tegenwoordig vooral een kliek die steunt op de elite van de alawieten, een sjiitische variant. Het Syrische regime wordt gesteund door de sjiitische machthebbers in Iran.
Isis is niet de enige soennitische oorlogspartij in verzet tegen Assad. Daarnaast heb je onder meer nog Jabhat al-Nusra {Al Qaeda in Syrië) en Ahrar al-Sham, gesteund door onder meer Turkije. Verleden week nog werden twee bekende Turkse journalisten opgesloten omdat zij bericht hadden over Turkse wapenleveringen aan soennitische jihadisten in Syrië.
Rusland trekt sinds kort duidelijk de kaart van zijn oude cliënt al-Assad, en Iran. Daar tegenover staat een soennitische as, gesteund door Saoedi-Arabië en Turkije, met de nodige onderlinge wrijvingen, want beide azen op leiderschap in de regio. Turkije schoot onlangs een Russisch vliegtuig uit de lucht. Het “vrije Westen” steunt haar bondgenoten Saoedi Arabië en Turkije (lid van de Navo), al liggen de kaarten wat ingewikkelder sinds de recente nucleaire deal met Iran.
Een andere oorlogspartij zijn de Koerden, die vooral bezig zijn met hun eigen nationale bevrijding. Zij mogen dan door u en mij tot de meer sympathieke partijen gerekend worden, dat belet niet dat zij wat de VS en de EU betreft officieel als “terroristen” worden gebrandmerkt. Nu het Turkije van Recep Tayyip Erdogan tot een belangrijke vriend van de EU is uitgeroepen zal dat niet snel veranderen. Tenslotte is er ook nog het Vrij Syrisch Leger, dat op de steun van het Westen kan rekenen, en van de weeromstuit in landen als Rusland of Venezuela op de lijst van terroristen staat…
We laten het aan de specialisten over dieper in te gaan op deze “wie is wie?”, maar het is duidelijk dat er geen kracht aanwezig is die sterk genoeg is met een programma voor een open en democratische samenleving, dat een einde kan maken aan de uitzichtloze slachtpartij. Het heeft er alle schijn van dat we ons moeten opmaken voor decennia van sektarisme en geweld. Het is moeilijk wennen aan de idee, maar er zijn wel meer van dergelijke plekken in de wereld, al halen die niet voortdurend de voorpagina’s (denk aan het Oosten van Congo).
Het is die realiteit waar de vluchtelingen voor vluchten, en het is met die realiteit dat de Europese Unie rekening zou moeten houden. Maar dat is dus alles behalve het geval.
EU raakt er niet uit
Het probleem van de Europese Unie is niet dat zij de vluchtelingenstroom niet aan kan. Een balans van de Europese opvangcapaciteit is niet aan de orde. De EU slaagt er zelfs niet in een begin van gemeenschappelijk beleid voor de vluchtelingencrisis uit te werken.
De bestaande regels (Dublin II) voldoen niet: die zouden er op neerkomen dat een land als Griekenland het gros van de vluchtelingen opvangen. Dus moeten er nieuwe afspraken gemaakt worden. Maar dat lukt dus niet. De EU-Turkije top was andermaal het toneel van een ware kakafonie aan Europese zijde.
Officieel was het de bedoeling Turkije te overtuigen de grens voor vluchtelingen te sluiten. Maar Donald Tusk, de Pool die de Europese Raad voorzit, zette onmiddellijk de puntjes op de i: het is naïef te rekenen op Turkije, de Europeanen moeten zelf de nodige maatregelen nemen om hun grenzen te beschermen. Daarmee vertolkte hij de stem van de hardliners: dichtgooien die grenzen, indien nodig met een op te richten Europees paramilitair korps.
Andere lidstaten zijn echter niet overtuigd: Turkije moet helpen de vluchtelingenstroom onder controle te krijgen, en de Europese lidstaten moeten hun deel van de vluchtelingen opvangen, want ze komen so wie so. Angela Merkel riep dus in de marge van de top met Turkije een andere top samen, met zeven Europese regeringsleiders (Frankrijk was verontschuldigd), om zich te beraden over afspraken voor vrijwillige verdeling van erkende vluchtelingen, die rechtstreeks vanuit Turkije zouden worden overgebracht. Duitse bronnen spreken over 500.000 vluchtelingen per jaar. Op die manier zou het geloofwaardig worden aan de Turken te vragen de stroom van irreguliere vluchtelingen te stoppen. Zo niet blijft het dweilen met de kraan open. Ook Nederland zou tot het kamp van de bereidwilligen horen, maar dat werd door Mark Rutte achteraf ontkend.
Kakafonie en diepe verdeeldheid
Het is tekenend voor de moeilijke situatie waarin de EU zich bevindt: de belangrijkste Europese regeringsleider vergadert apart met een deel van de lidstaten en met de steun van Commissievoorzitter Juncker, om de andere lidstaten onder druk te zetten. Die worden dan weer aangevoerd door de voorzitter van de Europese Raad, Donald Tusk. En allemaal kijken ze naar hun nationale agenda: verkiezingen in 2017 in Frankrijk en Duitsland, het referendum over Brexit, de nieuwe nationaal-populistische regering in Polen,…
De ongerustheid in de Europese politieke elites neemt toe, niet over de vluchtelingen, maar over de onderlinge verdeeldheid, de ruzies die hun sporen nalaten en doorwerken in andere dossiers. Nu en dan begint het op paniekvoetbal te lijken.
Om nogmaals met Mark Rutte te spreken: een decadent imperium, dat er
niet in slaagt een begin van antwoord te geven op de grootste vluchtelingencrisis in haar bestaan. Dat is niet alleen erg voor al die mensen waarvan de thuis wordt kapotgeschoten, en die hoopten in Europa een nieuw bestaan op te bouwen. Het is ook erg voor al wie niet blij is met de opgang van xenofobe en autoritaire tendensen. De politieke onmacht van de EU wordt door veel mensen immers intuïtief aangevoeld als het bewijs van “vol is vol”.