De Belgische ex-premier Guy Verhofstadt is als fel pleitbezorger van een Europese Federatie natuurlijk opgezet met de toewijzing van de Nobelprijs Vrede aan de Europese Unie. Voor zestig jaar vrede in een groot deel van Europa. Meteen pleitte hij voor een sterkere militaire uitbouw van de EU. Daar hoeft weinig commentaar bij. De EU als vredestichter heeft enige logica, Duitsland en Frankrijk voeren geen militaire oorlogen meer. Maar de EU als vredesduif?
Op de lijst van grote wapenuitvoerders prijken alvast enkele grote EU-lidstaten, waaronder het Verenigd Koninkrijk (2), Frankrijk (4) en Duitsland (5). Een groot deel van die wapens gaat naar landen die zich weinig aantrekken van de naleving van mensenrechten. Als lidstaten van de Navo nemen diverse lidstaten van de EU deel aan diverse bedenkelijke oorlogen. Vooral de lidstaat Verenigd Koninkrijk liet zich opmerken als een havik, onder meer in de oorlog tegen Irak. Ze namen deel aan de bombardementen van burgerdoelwitten in onder meer Servië en Libië.
Ze blinken zeker niet uit door vredesinitiatieven in het Nabije Oosten. Integendeel, de EU heeft een verregaand samenwerkingsakkoord met Israël dat weinig rekening houdt met de rechten van de Palestijnen. De “buitenland minister” van de EU, Catherine Ashton, blinkt in die regio vooral uit door lijdzaamheid en meegaandheid met Israël.
Voorgangers
Maar de EU verdient de prijs evenzeer of meer dan enkele vorige winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede.
In 1973 werd de prijs toegekend aan de Vietnamese onderhandelaar Le Duc Tho en aan zijn Amerikaanse collega Henry Kissinger, toenmalig VS-minister van Buitenlandse Zaken onder Richard Nixon. Nixon is niets minder dan een oorlogsmisdadiger die verantwoordelijk is voor massa’s doden in Zuid-Oost-Azië en Latijns Amerika, waaronder Chili.
De Japanse ex-premier Eisaku Sato kreeg in 1974 een gedeelde Nobelprijs omdat hij zijn land zou hebben afgewend van de militaire nucleaire optie. Dat was eerder nooit opgevallen. We herinnerden mediamensen zich dat hij in het nieuws was gekomen omdat hij zijn vrouw sloeg.
In 1978 was er opnieuw een gedeelde prijs, tussen de Egyptische president Anwar Sadat en zijn Israëlische collega Menachem Begin. Van deze laatste kon veel worden gezegd, maar niet dat hij een vredesduif was, hij begon zijn carrière als terrorist.
In 1994 was er alweer een in deze regio gedeelde Nobelprijs: Arafat van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie en de Israëlische politici Yitschak Rabin en Shimon Peres die geen van beide ooit waren opgevallen om hun inspanningen voor de vrede. Zoals later bleek waren al deze Israëlische prijswinnaars er alleen op uit de Palestijnen met illusies te verlammen.
In 2002 kwam de gewezen VS-president Jimmy Carter als winnaar. Hij ontdekte pas nadat hij president af was hoe het in het Midden Oosten was gesteld. Als president had hij echter de bewapeningswedloop zwaar opgedreven, zijn veiligheidsadviseur Zbigniew Brzezinski was in alle opzichten een havik die met de opstelling van middellange afstandsraketten in Europa de internationale wapenwedloop fel versnelde.
En nu de EU. Het kon erger. Maar talrijke jaren is de Nobelprijs vrede niet toegekend. Had men dit ook dit jaar niet beter gedaan?