De Estlandse regeringscoalitie heeft een voorstel tot grondwetswijziging om ‘onbevriende kiezers’ uit de kieslijsten voor de lokale verkiezingen te gooien. Het gaat bijna uitsluitend om Slaven, vooral Russen. Volgens het voorstel van de regerende coalitie van centrumrechts en sociaaldemocraten, zouden alleen ware Estlanders en burgers van EU- en Navo-lidstaten hun stemrecht behouden
Van de 1,3 miljoen inwoners van Estland zijn er ca 400.000 Slaven, overwegend Russen, van wie een minderheid een Russisch paspoort heeft. Maar amper iets meer dan 2000 van die laatste categorie namen aan recente verkiezingen deel. De coalitie wil het lokale stemrecht voorbehouden aan burgers “die dezelfde waarden als die van Estland delen”.
Voor de sociaaldemocraten (9 van de 101 zetels) betekent dat een ommezwaai, terwijl het voorstel tegemoet komt aan wat de uiterst-rechtse Conservatieve Volkspartij EKRE (19 zetels, in regering van 2019-2021) al langer wil.
Het voorstel wordt dus ook gesteund door de belangrijkste regeringspartij, de liberale Hervormingspartij van ex-premier Kaja Kallas. Zij wordt de nieuwe chef van de EU-diplomatie. Van haar wordt een meer radicale positie tegenover Moskou verwacht. Ook als premier drong ze aan op nog scherpere sancties tegen Rusland. Dat leverde haar wel zware kritiek op toen bleek dat haar echtgenoot betrokken was bij een bedrijf dat zaken bleef doen in Rusland.
Het minderhedenbeleid in de Baltische staten baarde de EU en de Raad van Europa al vaak zorgen. Het gaat niet alleen om politieke rechten, maar ook om rechten inzake taalgebruik en onderwijs. In Estland en Letland, met een nog grotere Russische bevolking, wordt er hard gewerkt aan de integratie van de Russischtaligen van wie nog altijd zeer weinig Estisch en Lets spreken.
Vooral sinds de Russische invasie in Oekraïne, 24 februari 2022, zeggen vooral Estlandse en Letlandse regeerders bezorgd te zijn dat de Russische bevolking een soort vijfde colonne van de Russische president Poetin is.