De Turkse president staat met zijn agressie in Noord-Syrië helemaal alleen, aldus sommige krantentitels. In grote lijnen is dat zo. Edoch, niet helemaal. Hij krijgt onder meer steun van Venezuela, een groot deel van de Turkse oppositie en van de Turkse diaspora.
Maduro en Imamoglu
De meeste landen veroordelen de Turkse agressie, ook al omdat het IS weer nieuw leven kan inblazen. Er komt wel steun van o.m. Azerbeidzjan – dat op Turkije’s steun rekent tegen Armenië, van Kazachstan, Hongarije en Venezuela. Dat laatste allicht als bedankje van Maduro voor de Turkse steun van het voorbije jaar.
In Turkije zelf hebben de meeste oppositiepartijen in het parlement ingestemd met de militaire operatie in Syrië. Zowel de grootste, CHP, als de IYI (‘Goede partij’) schaarden zich achter de agressie. CHP-leider Kemal Kilicdaroglu zei “het succes van ons leger is ons aller wens”. Ook Ekrem Imamoglu, CHP-burgemeester van Istanbul en gezien als een rivaal voor Erdogan bij volgende verkiezingen, zei te zulle bidden voor het succes van de militaire operatie. Hij noemde de Koerdische strijders “een laffe terreurbende”.
Alleen de linkse DHP, overwegend Koerdisch, kant zich volledig tegen Erdogan. Veel Turken zijn wel voorzichtig, want de minste kritiek, zelfs op ‘sociale media’, levert politiebezoek of zelfs arrestatie op.
Diaspora
Erdogan kan ook rekenen op een groot deel van de diapsora, vooral in Duitsland en België. De weerslag ervan is te merken aan de bijzonder voorzichtige opstelling van politici met Turkse banden of van partijen met veel kiezers van Turkse origine.
Diverse Belgische partijen, Vlaanderen, Brussel en Wallonië, tolereren uit electorale berekening politici met sympathie voor ultranationalistische bewegingen als de Grijze Wolven.
Ook links loopt blijkbaar op eieren, PVDA incluis. Erdogan haalde vorig jaar bij de Turkse kiezers in ons land meer dan 70 % en dat speelt blijk baar een belangrijke rol in de woordkeuzes.