In de aanslepende crisis rond Iran gaat alle aandacht naar de nucleaire controverse. Maar de enorme gasvoorraden van Iran, de tweede grootste van de wereld, zijn ook niet vreemd aan allerlei grote manoeuvres die doen denken aan de Great Game, het ‘Grote Oliespel’, met strijd om de exploitatie van gasvelden en de aanleg van pijpleidingen.
Centraal daarin staat een reusachtig gasveld in de Perzische-Arabische (Perzische voor Iran, Arabische voor de Arabieren) Golf, het veld van Zuid-Pars. Dat is gedeeltelijk eigendom van Iran, gedeeltelijk van een andere gasgrootmacht, het kleine emiraat Qatar. Samen met Rusland hebben die drie staten 56 % van alle gekende gasvoorraden van de wereld. In een wereld die meer en meer naar die gas snakt.
Zuid-Pars is het grootste (gekende) gasveld van de aarde. In deze tijden van groeiende en steeds minder bevredigde energiehonger, is dit gasveld uiteraard inzet van allerlei manoeuvres. Washington laat niets onverlet om Iran dwars te zitten in zijn plannen voor ontginning van het Iraanse deel. De Japanse firma Inpex trok zich anderhalf jaar geleden onder zware Amerikaanse druk al terug uit de Iraanse gasbusiness. Talrijke West-Europese firma’s aarzelen om hier risico’s te nemen. In feite één groot risico: zich de toorn van de Amerikaanse regering op de hals halen.
Washington moeit zich
Teheran zelf zit met enkele ernstige problemen. De olieprijzen stijgen wel flink, maar de olieproductie stagneert zodat gas op termijn een steeds belangrijker plaats moet innemen. Maar de economische sancties vanuit Washington laten zich ook op dat vlak voelen. Reeds in 1996 stemde het Congres in Washington de “Wet d’Amato” goed die sancties oplegt aan om het even wie belangrijke investeringen in Iran doet, zeker in de olie- en gassector. De Amerikaanse leiders oefenen dan ook erg zware druk uit op de energiebedrijven en de banken om geen zaken te doen met de “Islamitische Republiek Iran”, hét zwarte schaap van de regering Bush.
Bijgevolg gaan ook West-Europese energiebedrijven wel twee keer nadenken eer ze aan dat Iraanse gas gaan ruiken. Deze maand lieten zowel het Spaanse Repsol als het Brits-Nederlandse Shell weten dat ze hun plannen om gas in Zuid-Pars te exploiteren minstens enkele jaren uitstellen. Zeker in het geval van Shell ging het om druk uit Washington. Toch is de honger naar energie en vooral naar superwinsten zo groot, dat ze wel allemaal de deur openhouden. Zo probeert het Franse Total op goede voet te staan met Teheran. Turkije opende zopas gesprekken met Iran om deel te nemen aan de ontginning van een deel van Zuid-Pars.
De ontginning van dat gasveld is dan ook geen kleinigheid. Zelfs de gevestigde energiebedrijven willen daarvoor de steun van grote banken, maar precies die voelen de druk vanuit Washington het felst. De Amerikanen tegen de haren instrijken kan nare gevolgen hebben voor andere contracten, dus houden ook bankiers de boot voorlopig af. Allemaal hopen ze dat de spanning rond Irans nucleair programma uiteindelijk zal bedaren zodat er zonder al teveel risico’s later wel zaken kunnen gedaan worden.
Gazprom
Ze mogen ook niet al te lang wachten. Want er is een kaper op de kust, namelijk het Russische Gazprom dat wereldwijde ambities heeft. Gazprom heeft enkele sterke troeven in handen: Het is rijk en invloedrijk. Gazprom heeft meer dan 90% van alle gasvoorraden van Rusland, dat komt neer op bijna een kwart van alle wereldreserves. Het heeft bovendien zeer machtige bestuurders. De baas van Gazprom Dimitri Medvedev is onlangs president van de Russische Federatie geworden. Terwijl ex-president en premier Vladimir Poetin vindt dat de belangen van Gazprom die van de regering en van het land zijn. Gazprom is met andere woorden een geducht diplomatiek wapen.
Gazprom stelt rechtstreeks 400.000 mensen tewerk, maar het heeft daarnaast ook banken, verzekeringsmaatschappijen, hotels, boerderijen… en het controleert naast 150.000 kilometer pijpleidingen ook nog talrijke media. Voor de aanleg van een pijpleiding onder de Baltische Zee naar Duitsland kon het een beroep doen op de gewezen Duitse kanselier Gerhard Schröder om het project te leiden. Het is bovendien voor veel West-Europese landen de belangrijkste gasleverancier.
Vandaar ook wel de vrees van sommige West-Europese (en Amerikaanse) leiders dat West-Europa al te zeer afhankelijk wordt van de wil en gril van Gazprom. West-Europa zoekt zoveel mogelijk alternatieven. Geen probleem, zegt Gazprom, als jullie onze gas tegen onze voorwaarden niet willen, vraag genoeg. Waarbij ze naar het oosten kijken, naar China, Japan, Korea, India.
Concurrenten
Uiteraard is Gazprom geïnteresseerd in de exploitatie van dat reusachtige veld Zuid-Pars. Maar Gazprom heeft weinig ervaring in het behandelen en uitvoeren van vloeibaar gemaakt gas. Ook zijn de betrekkingen tussen Moskou en Teheran niet zo idyllisch als ze soms worden voorgesteld. Vorig jaar bezegelden toenmalig Russisch president Poetin en de Iraanse president Ahmadinejad wel een energiesamenwerking tussen beide landen. Maar ze zijn zeker voor de Europese markt op termijn elkaars concurrenten.
Moskou is bij voorbeeld niet erg opgezet met de Nabucco-pijplijn die vanaf 2012 Iraans gas via Turkije, Bulgarije, Roemenië, Hongarije en Oostenrijk verder naar West-Europa zou moeten aanvoeren. Zowel de Europese Unie als de VS zijn voorstanders van die Nabucco, maar de pijpleiding heeft geen bestaansreden zonder aanvoer van Iraans gas. Rusland is er immers in geslaagd het gas uit de velden van Centraal-Azië grotendeels via zijn “Southstream” te laten transporteren zodat ze die Nabucco niet nodig hebben. Maar Moskou steunt wel de zogenaamde “vredespijpleiding” die gas vanuit Iran door Pakistan naar India en verder zou aanvoeren, een project dat Washington hardnekkig bestrijdt. Want zo een “vredeslijn” zou natuurlijk de betrekkingen tussen Teheran enerzijds, Pakistan en India anderzijds, danig verbeteren.
Qatar
Washington hoeft maar naar Qatar te kijken om te merken hoeveel invloed gas wel kan geven. Qatar bezit ongeveer een zevende van alle gasvoorraden ter wereld. Samen met de olie levert dat zeer veel inkomsten op die onder meer Qatar Investment Authority (QIA) aanwendt om zich wereldwijd in gevestigde bedrijven in te kopen. Zo wil QIA zich inkopen in het Franse Total.
Qatar, een derde van de oppervlakte van België en minder dan één miljoen inwoners, heeft met zijn “soeverein fonds” (QIA) en zijn deel van Zuid-Pars onevenredig veel invloed. De Amerikanen kunnen met hun militaire basis recht tegenover Iran niet klagen, maar ze moeten er de zender Al Jazeera maar bijnemen. Het prestige van Qatar is nog een graad gestegen sinds de bemiddeling deze maand (mei) tussen de diverse Libanese kampen. Na maanden en maanden van impasse en gewapende botsingen, kwam er na een gesprek in Qatar ineens een doorbraak en kon het Libanese parlement generaal Sleimane tot president verkiezen.
Qatar vormt samen met Rusland en Iran het grote gastrio. Met hun drie kunnen zij de rol spelen van de Opec voor de olie, de concentratie in de gasvoorziening is dus veel groter dan in de olie. Vooral Iran kan die rol nu nog moeilijk spelen, maar het is een kwestie van enkele jaren. Washington beseft dat maar al te goed en wil mede daarom Iran zoveel mogelijk economisch treffen om te beletten dat Teheran op korte termijn zijn gasrijkdom ten volle kan uitspelen.
(Uitpers, nr 99, 9de jg., juni 2008)