De zitting van het Europees Parlement, maandag 7 oktober in Straatsburg, begon met een minuut stilte voor de slachtoffers van Hamas.
‘Niets’, zo zei Voorzitter Metsola (EVP) ‘kan de moorden, de verkrachtingen, de gijzelingen, de martelingen verantwoorden’. Op de tribune zaten enkele familieleden van de gegijzelden. Ze kregen een daverend applaus.
Eén kort zinnetje over ‘de duizenden doden van Gaza’. Het EP pleit voor de onmiddellijke vrijlating van alle gegijzelden en voor een staakt-het-vuren.
Dat was het. Geen woord over het bloedvergieten en de trauma’s in Gaza, over het jaarlang terroriseren van een volk, over het plat bombarderen van steden en dorpen. Geen woord over de invasie van Libanon. Een regelrechte oorlog en een genocide zijn nooit erg als ze door een bondgenoot gebeuren, zo las ik ergens vandaag.
Dit bericht las ik dan ook in een buitenlandse krant waar de verbazing niet ophoudt over zoveel blindheid en medeplichtigheid. Het moreel kompas is helemaal zoek.