De Franse president Emmanuel Macron zou lessen getrokken hebben uit het falen van de overheid in de coronacrisis, onder meer over de noodzaak van een sterke staat voor “une nation forte”. Hij krijgt lof van een vroegere inspirator, Jean-Pierre Chevènement die verheugd is dat Macron de soevereine staat bewierookt. De president plaatst die soevereiniteit weliswaar in een Europees kader, maar de kern is dat Macron de weldaden van een sterke staat beklemtoont om soevereiniteit te herwinnen. Terwijl het er vooral om gaat de mondialisering marginaal bij te sturen.
Tricolore
Alsof Macron ooit zou aan getwijfeld hebben aan “de Staat”. Sinds hij drie jaar geleden president werd, heeft hij toch al voldoende laten zien dat hij een sterke staat zeer genegen is. Vraag het maar aan de ‘gilets jaunes’ die zwaar gewond werden of een oog verloren onder de LBD projectielen van de Franse politie. Vraag het maar aan de vakbonden die maandenlang acties voerden tegen Macrons onpopulaire pensioenhervorming.
Dat iemand als Chevènement, ooit de linkervleugel van de PS en een mentor van Macron, de illusie heeft dat “soevereine staat” progressief kan zijn, zegt veel over de verdere verloedering van een deel van links. Jean-Luc Mélenchon van La France insoumise (LFI) weerde tijdens zijn verkiezingscampagnes de rode vlag, alleen de Franse tricolore mocht gezien worden. Die verloedering begon al van vóór de socialistische partijen in 1914 hun internationalisme lieten varen en overal de nationale oorlogskredieten goedkeurden.
Begrensd
Kan de soevereine staat dan een pandemie buitenhouden, of er althans beter op voorbereid zijn? De huidige ‘bestrijding’ van de pandemie binnen nationale grenzen doet daar zeer sterk aan twijfelen. Internationalisme zou nu geen twistpunt meer mogen zijn, de strijd tegen een pandemie vergt een sterke internationale aanpak, die er nu niet is. Maar van uiterst-rechts tot ver in links heeft men het over grenzen, alsof dat het neoliberalisme zou tegenhouden
Uit niets blijkt dat Macron het neoliberalisme de rug zou toekeren.
Neoliberalisme en sterke staat gaan hand in hand. Er is een sterke verticale overheid nodig om een neoliberale politiek – zoals zijn afbraak van de arbeidswetgeving en van de pensioenen – op te dringen, desnoods met geweld.
Margaret Thatcher was toch de “ijzeren lady” die met harde hand de mijnwerkersstaking brak en de vakbonden enorm verzwakte. In Chili nam dictator Pinochet na de bloedige coup van 1973 de neoliberale Chicago Boys onder de arm om een neoliberaal beleid op te dringen, een voorbeeld dat elders in Latijns Amerika werd gevolgd. In Zuid-Korea, Taiwan en Singapore waren het zeer autoritaire regimes die het neoliberalisme oplegden. Een staat zonder veel regels voor het kapitaal, maar sterk genoeg om de maatschappij daaran te onderwerpen.
Ommekeer?
Zal Macron nu het geweer van schouder veranderen? De Franse president hoopt daarmee onder meer de aandacht af te leiden van het fiasco van het coronabeleid. Hij probeert al weken daar afstand v an te nemen, alsof hij er weinig mee te maken heeft. Wat fout ging en gaat is de schuld van de regering van Edouard Philippe.
Niet alleen de president en de premier spelen elkaar de zwarte piet toe. Er zijn al massa’s formele aanklachten ingediend die te maken hebben met het gebrek aan voorzorgen en de vele mankementen, iedereen probeert zijn hachje te redden, alleen Macron geniet van immuniteit. Nu Parijs het nemen van maatregelen naar lagere regionen heeft verschoven, vrezen onder andere burgemeesters de schuld te krijgen voor wat er nog kan fout lopen.
Belgenmoppen?
Er is veel fout gegaan. Als we het mondmaskerbeleid van de voorbije tien jaar zien, weten we alvast dat we ons van de Fransen aan geen Belgenmoppen terzake moeten verwachten, want het was en is zo mogelijk nog erger dan in België. Franse commentatoren werpen nu de vraag op of Frankrijk wel ooit een degelijk ministerie van Gezondheid heeft gehad.
Zo blijkt dat de voorraad mondmaskers in 2011 nog 1,4 miljard stuks bedroeg. Dat was begin dit jaar nog 117 miljoen,en het is vooral de voorbije drie jaar, de regeerperiode van Macron, dat de voorraad gevoelig geslonken is. Dat allemaal om te bezuinigen, terwijl het patronaat in diezelfde periode enorme cadeaus heeft gekregen, zowel van de rechtse president Nicolas Sarkozy, als van de socialist François Hollande en tenslotte last but not least van Macron zelf.
Daarnaast probeert het Elysée de decentralisatie van bevoegdheden te misbruiken om de regionale en lokale overheden verantwoordelijk te maken voor ‘le déconfinement’. Wat er dan nog misgaat, kan naar het lagere niveau worden doorgeschoven. Ineens vindt Jupiter Macron dus dat het beleid niet té verticaal mag zijn. Die decentralisatie heeft vooral te maken met de blokkades binnen de staatsmachine waar bevoegdheden elkaar tegenspreken.
Frankrijk heeft geen zes ministers voor maskers, maar ook daar draait het volkomen vierkant.
En verder
Macron zit nu net drie jaar in het Elysée, nog twee jaar te gaan. Die komende twee jaar zullen wat hem betreft volledig in het teken staan van de presidentsverkiezingen van mei 2022. Macron zal het thema van de “soevereiniteit” uitspelen als remedie voor wat met de mondialisering zou zijn misgegaan. Maar wat betekent dat concreet? Gewoon de productie van geneesmiddelen en maskers deels naar Europa overhevelen, dat is een marginale maatregel die weinig verandert aan de mondialisering.
De “linkervleugel” van de Macronie zou in die laatste twee jaar sociale en ecologische accenten willen. Er is nu de grote raadpleging geweest over de klimaatproblemen, gebeurt daar verder iets mee? De rechtervleugel, die totnogtoe veel zwaarder doorwoog, luistert meer naar de patronale organisatie Medef en naar de liberale denktank Montaigne.
Beide pleiten voor een verlenging van de arbeidsduur, voor het schrappen van vakantie- en feestdagen. Terwijl er grote werkloosheid wordt gevreesd, een langere arbeidsduur opdringen en vakantie doen opgeven? In dat geval kan de periode na de crisis nog erg warm worden. Aan de vakbonden en de sociale bewegingen om eindelijk front te vormen.