Uitpers heeft altijd veel aandacht geschonken aan de presidentsverkiezingen in de VS, en terecht. Wat in de machtigste militaire grootmacht ter wereld gebeurt gaat ons aan. Dat men voor degelijke informatie niet op de commerciële massamedia in binnen- en buitenland, moet rekenen is de lezer van Uitpers voldoende bekend. Gelukkig biedt het internet kansen voor de kritisch denkende mens om naar alternatieve informatie te zoeken. Dat is niet altijd eenvoudig. Uitpers helpt de bomen in het bos te vinden.
Een aantal auteurs hebben in Uitpers 14 (December 2000), 58 (November 2004) en 59 (December 2004) hun commentaar gegeven bij vorige presidentsverkiezingen. In Uitpers 69 (November 2005) staat een lijst van internetlinks die een verbijsterende beeld schetsen van de technische (des)organisatie van de verkiezingen in de VS.
Zelf heb ik in Uitpers 52 (April 2004) een nabeschouwing gegeven bij de eerste ‘overwinning’ van Bush jr. in Florida 2000. In Uitpers 54-55-56-60 (Juni tot September 2004) volgden een aantal voorbeschouwingen en een nabespreking bij de kiesstrijd Bush-Kerry.
Als voorbereiding op dit artikel heb ik al die bijdragen herlezen. Ik kan de lezers van Uitpers mededelen dat mijn analyse nog altijd staat als een huis. Men moet mij niet zomaar op mijn woord geloven, ik nodig iedereen graag uit die teksten te herlezen en zelf te oordelen.
In de komende maanden zal ik opnieuw een aantal beschouwingen schrijven over de komende presidentsverkiezingen. Graag licht ik nu al toe hoe ik de informatie vergaar waarop ik mijn analyses baseer. Ik werk exclusief met bronnenmateriaal van VS-oorsprong, van alle strekkingen en met nihil inbreng van Europese of andere experts, publicaties of internetsites.
Hoe verschrikkelijk het commerciële medialandschap in de VS ook is, de verscheidenheid aan opinies, de beschikbaarheid van degelijke zelfanalyse én zelfkritiek in de VS is zonder meer kwalitatief en kwantitatief hoogstaand. Uiteraard heb ik het dan niet over de hersendode pap van de massamedia. Het is wat dat betreft hier niet veel beter.
Ik ben geïnteresseerd in wat kritische geesten over hun eigen land te vertellen hebben. En daar valt heel wat uit te leren. Dat die zelfanalyse zo hoogstaand is en zover afstaat van wat de twee fracties van de Republocratic/Demopublican Party dagelijks over de commerciële media spuien, is een te verwachten tegenreactie in een land waar binnen het parlementair systeem geen ruimte is voor kritische stemmen. De kritisch denkende Amerikaans is actief in ngo’s, lokale acties, internetnieuwsbrieven … teveel om op te noemen en vooral, zij/hij geeft de strijd niet op.
Nogmaals, wie meer informatie wil over wat ik hier zit te beweren, nodig ik graag uit niet alleen de hierboven vermelde artikels te herlezen maar zelf het bronnenmateriaal dat er in vermeld staat te verifiëren.
Alvorens iets meer te vertellen over de komende verkiezingsstrijd, nog dit. Wie een degelijke basiskennis van de VS wil verwerven maar de tijd niet vindt om uren het internet af te pluizen raad ik De Geschiedenis van het Amerikaanse Volk van Amerikaans historicus Howard Zinn aan, zonet verschenen bij EPO. Oorspronkelijk gepubliceerd in 1980 en telkens weer herdrukt, is er nu eindelijk een Nederlandse vertaling van de meest recent geactualiseerde versie met voorwoord van VRT-journalist Johan Depoortere. Dit is de geschiedenis van de VS zoals ze NIET wordt onderwezen op Amerikaanse scholen. De oorspronkelijke titel is niet helemaal hetzelfde als de Nederlandse maar moeilijk exact vertaalbaar, ‘A People’s History of the United States: 1492-Present’. Aangenaam geschreven, een absolute aanrader. Je kijkt plots heel anders aan tegen het cliché van de ‘domme Amerikaan’.
Zeer relevant is bijvoorbeeld als hij uitlegt hoe de toenmalige politieke elite die er voor zorgde dat hun kandidaat Polk de verkiezingen won, die onmiddellijk begon met de voorbereiding van de invasie van Mexico. En inderdaad, enige tijd daarna werd een derde van Mexicao bezet en geannexeerd ‘om humanitaire redenen’… sounds familiar? Dat de inwoners van El Paso, Tejas, de Amerikanen als bezetters beschouwden en dat een aantal regimenten van het Amerikaans leger zelfs deserteerde toen ze zagen waarvoor ze hun leven riskeerden, is niet bepaald iets dat Bush aan de soldaten in Irak zal gaan uitleggen.
Aan Democratische zijde is de verkiezingsstrijd al volop aan de gang, zowel qua start van de campagne als qua financieringsbedragen zijn alle voorgaande records nu reeds gebroken. Aan Republikeinse zijde gaat het iets moeilijker, het gebrek aan populariteit van Bush speelt hen parten. Dat de zetelende Vice-president geen kandidaat is heeft niet met die impopulariteit te maken maar met de gezondheid van Dick ‘Richelieu’ Cheney.
Wie echter hoopt op verandering met een Democratische president, is er echter aan voor haar/zijn moeite. Geen enkele Democratische kandidaat spreekt zich uit tegen de basispremisse van de oorlog in Irak. Logisch ook als je altijd voor het beleid van de President hebt gestemd. In de komende weken ga ik dieper in op het profiel en de inhoud (wel, euh, wat daar in de VS voor doorgaat) van de kandidaten.
Niet te geloven ook hoe de Europese commerciële media over elkaar struikelen in hun lof voor Nobelprijswinnaar Al Gore. Dat die man zijn rijkdom ondermeer heeft vergaard met zijn aandelen in Occidental Petroleum zal wel niet relevant zijn. Occidental betaalt Colombiaanse paramilitairen in het Noordoosten van Colombië om ze van de olievelden te verdrijven. Nu. Vandaag. Is het dan niet goed dat de leefmilieuproblematiek zoveel aandacht krijgt? Tuurlijk, de vraag is maar hoe lang die oppervlakkige media-aandacht gaat duren.
Dat Al Gore desondanks die Nobelprijs niet meedoet aan de verkiezingen heeft twee redenen: de eerste heb ik reeds vernoemd, de Republikeinen zullen zijn groene geloofwaardigheid rap genoeg onderuit halen, veel betekent dat voor de gemiddelde Amerikaan toch niet, maar vooral, het prestige van de Nobelprijs bij de gemiddelde Amerikaan is niet te vergelijken met de rest van de wereld. Dit maakt geen enkele indruk op de Amerikaanse kiezer, integendeel, het versterkt nog meer het imago van de Democraten als ‘European sisies’. Daar wist Kerry al over mee te praten.
Ik waag me nu reeds aan een aantal voorspellingen. In beate navolging van de Amerikaanse media zullen ook de meeste Europese media oeverloos commentaar geven bij de ‘verschillen’ tussen de kandidaten van beide partijen. Impliciet zal er een voorkeur worden geven aan de uiteindelijke kandidaat van de Democratische partij. Men zal ook speculeren op een Democratische overwinning en daar allerlei te verwachten positieve resultaten aan koppelen. Van een Democratische overwinning ben ik nog lang niet zeker. Wel zeker ben ik dat een eventuele Democratische President meer van hetzelfde zal zijn, weliswaar met een iets meer gematigde internationalistisch getinte retoriek (met de nadruk op ‘retoriek’).
Over de eventuele verkiezing van een vrouw als president zal aanvankelijk zeer enthousiast worden gedaan. Graag reeds even aanhalen dat ‘la’ Clinton in een vorig leven advocaat was voor WalMart. Deze warenhuisketen heeft in Europa wat ‘sociale’ problemen om van de grond te geraken. Het is de grootste privéwerkgever in de VS. Het is tevens de enige warenhuisketen die er tot vandaag in slaagt om in geen enkele van haar vestigingen vakbonden toe te laten. Hilary Clinton is voorstander van de doodstraf en gaat daarmee een stap terug tegenover John Kerry. Michael Moore ten spijt, is zij een absoluut tegenstander van alles wat naar ‘socialized medical care’ ruikt. Zij was en is een verdediger van de oorlog in Irak. Haar kritiek beperkt zich tot de uitvoeringsmodaliteiten (zie hierboven). Ze wil tegen Iran zelfs verder gaan dan Bush! Meer over dit alles later. De zo door ons verfoeide doctrine van ‘preemptive war’ werd trouwens niet door Bush jr. uitgevonden maar door de medewerkers van echtgenoot Clinton. Zij gaat daar NIET op terugkomen. Een beetje vriendelijker uitdrukken, dat wel. Nogmaals Michael Moore in een recent interview in De Standaard: ‘Sarkozy is linkser dan Clinton.’ Voilà! En het is nog waar ook.
Maar zijn de huidige machthebbers in Washington dan niet veel en veel erger? Ik ben niet overtuigd dat zij zo verschillend zijn dan de Democraten. Wat is dat bovendien voor een vraag? Is democratie herleid tot een keuze tussen kwaad en erger? Democratie zou een keuze VOOR iets moeten zijn en dat is het in de Amerikaanse presidentsverkiezingen niet.
Maken de Democraten dan echt geen verschil? Op gebied van defensie en buitenlandse politiek niet. Maar dat is op meer plaatsen zo. Wat was het verschil tussen Labour en de Conservatives op dat gebied? Waarom heeft Sarkozy geen probleem met een socialist op Buitenlandse Zaken? Wie de degelijke boeken van Rik Coolsaet leest over de geschiedenis van de Belgische buitenlandse politiek zal merken dat ook hier dit beleidsdomein haast niet wordt beïnvloed door coalitiewissels. De VS is dus niet uitzonderlijk op dat gebied. Het verschil zit hem in de dimensie. Wat in Brussel wordt beslist heeft immers niet dezelfde impact als wat in Washington DC wordt beslist. Voor Amerikaans binnenlands gebruik zijn er zeker nog verschillen, de Democraten zijn iets gematigder over wapengebruik, over abortus en euthanasie, zijn iets minder radicaal over de privatisering van de gezondheidszorg, iets minder bikkelhard voor de armen … still, not much of a choice, hey honey?
Moeten wij dan moedeloos toekijken hoe het alleen maar van kwaad naar erger gaat in de VS en dus in de rest van de wereld? Wie verwacht dat enkel en alleen verkiezingen om de zoveel jaar de wereld gaan veranderen, programmeert de desillusie in het eigen verwachtingspatroon in en negeert bovendien de strijd en inzet van miljoenen die ons zijn voorgegaan. De strijd tegen het feodalisme en tegen de slavernij was veel uitzichtlozer dan eender wat zich vandaag afspeelt. De strijd voor een betere wereld eindigt nooit. Ook niet na de verkiezingen van de volgende Amerikaanse president.
Wie de geschiedenis niet kent is gedoemd ze te herhalen, zegt het spreekwoord. Van Howard Zinn kunnen we leren dat we ons heil niet moeten zoeken in een systeem dat de bevolking om de vier jaar toelaat uit een beperkte lijst door de economische elite geselecteerde kandidaten een keuze te maken. Van hem kunnen we ook leren dat maatschappelijke evolutie komt van de dagelijkse inzet van duizenden, soms tegen beter weten in, soms met vallen en opstaan, soms met veel pijn en leed. Maar het kan, dat heeft de geschiedenis van het Amerikaanse volk uitvoerig bewezen. Wordt dus vervolgd.
(Uitpers, nr 91, 9de jg., november 2007)