Noreena Hertz heeft met ‘De eenzame eeuw’ een sterke analyse gemaakt van een van de grootste maatschappelijke pijnpunten van deze eeuw, met name het fenomeen van de eenzaamheid, maar ze blijft ook in dit boek, zoals in ‘De stille overname’ een realpolitiker met een roeping die echter meer voluntaristisch, bij momenten overhellend naar het moraliserende, dan politiserend overkomt.
De stille overname
Als Noreena Hertz de pen ter hand neemt, wordt er met veel belangstelling uitgekeken naar het resultaat. Dat was al in 2002 zo toen ze doorbrak met haar De stille overname, de globalisering en het einde van de democratie. Hertz (53 jaar) is een Engelse macro-econoom, auteur, hoogleraar aan University College London en adviseur van ceo’s en overheden.
Zij betoogt in dat boek dat multinationals in de afgelopen decennia geruisloos de plaats van de politici hebben overgenomen. Dat is de ‘Stille Overname’. Steeds meer politici laten hun oren hangen naar het bedrijfsleven, waardoor de burger zijn/haar geloof in de politiek heeft verloren. Ondanks haar felle kritiek is Noreena Hertz niet tegen het kapitalisme, dat ondanks al zijn gebreken volgens haar het beste systeem is om welvaart te scheppen. Zij kent als niet een het systeem van binnenuit. Als vers afgestudeerde econome – zij behaalde in Cambridge een doktersgraad in de economie – trok zij begin jaren negentig naar Rusland om te helpen het land in te wijden in de ‘zegeningen’ van het neoliberalisme. Ze werkte toen voor een organisatie die deel uitmaakte van de Wereldbank en volgde trouw de lijn van Washington. Althans in een eerste fase, want daar kreeg ze ook de andere kant van het systeem te zien. Ze distantieerde zich van de Washington-politiek en begon als docent aan University College London steeds meer kritiek begon te leveren op de kwalijke aspecten van globalisering en neokapitalisme. Binnen het brede scala stemmen uit de protesthoek van de antiglobalisering is die van Hertz er een van een realpolitiker met een roeping. Dat blijkt ook nu weer in het vuistdikke The lonely century dat in de Nederlandse vertaling onder dezelfde titel verscheen.
De eenzame eeuw
De sterke cover van Hertz’ nieuw boek neemt de lezer al dadelijk mee naar de kern van haar betoog: een opgehokte, eenzame mens zit aan een raam dat oplicht in de duistere contouren van een flatgebouw. Is dit een uitbeelding van de huidige coronasituatie? Neen, Noreena Hertz heeft het niet alleen over de coronaperiode, want zij noemt de 21ste eeuw ‘de eenzaamste eeuw ooit’ en zij neemt en passant ook de opkomst van het neoliberale kapitalisme uit de vorige eeuw mee in haar brede analyse. De auteur hanteert een zeer brede definitie van het begrip ‘eenzaamheid’. Het is volgens haar een interne toestand, maar ook een existentiële situatie – in persoonlijk, maatschappelijk, economisch en politiek opzicht. Eenzaamheid is niet hetzelfde als alleen zijn. Je kunt fysiek door mensen omringd zijn en je toch eenzaam voelen. Het is dus niet alleen: ik heb geen vrienden, of te weinig contact met mijn familie, of ik weet niet wie mijn buren zijn. De eenzaamheidscrisis is een crisis van verbinding. ‘Eenzaamheid’, schrijft Hertz, ‘omvat ook hoe we ons buitengesloten voelen door politici, hoe afgesneden we ons voelen van ons werk en onze werkplek, hoe machteloos, onzichtbaar en monddood velen van ons denken te zijn.’
Neoliberalisme
Het is tekenend voor onze tijd, zo schrijft ze, dat ik net zo gemakkelijk gezelschap kan bestellen als een cheeseburger, door een paar toetsen in te drukken op mijn telefoon, en dat er een eenzaamheidseconomie is ontstaan om degenen te steunen – en soms uit te buiten – die het gevoel hebben dat ze alleen zijn. Eenzaamheid is een wereldwijd probleem, dat in alle lagen van de bevolking voorkomt, en in alle leeftijdsgroepen. In de Verenigde Staten noemen drie op de vijf volwassenen zichzelf eenzaam. In Zweden is dat een op de vier. 30 procent van de Nederlanders geeft toe dat ze eenzaam zijn, een op de tien in ernstige mate. In het Verenigd Koninkrijk werd in 2018 zelfs een staatssecretaris voor Eenzaamheid benoemd. En zij gaat verder: ‘Dat ideologische fundament van de 21ste-eeuwse eenzaamheid dateert al van de jaren tachtig van de vorige eeuw toen een bijzonder brute vorm van kapitalisme voet aan de grond kreeg: het neoliberalisme, een ideologie met een allesoverheersende nadruk op vrijheid – vrije keuze, vrije markten, vrij zijn van overheidsbemoeienis. De ideologie hechtte waarde aan een geïdealiseerde vorm van zelfredzaamheid en een meedogenloos competitieve mentaliteit, die het eigenbelang plaatste boven de gemeenschap en het gemeenschappelijk belang.’
Herstel van menselijk contact
In elf forse hoofdstukken neemt Hertz de lezer mee in een wereld die steeds verder ontrafelt en daarvoor hanteert ze zowel een micro als een macrolens. Via vaak zeer persoonlijke, alledaagse voorbeelden, vaak uit eigen omgeving, zoomt zij in op de levenswijze van de 21ste eeuwse mens. Naast die concrete voorbeelden verwijst zij ook vaak naar wetenschappelijk onderzoek van vaak sociaalpsychologische aard om haar stelling hard te maken. Een indrukwekkend voetnotenapparaat wijst op het serieux van haar schrijfonderneming waaraan jaren van research voorafgingen. Uit honderden medische rapporten komt naar voren dat gemeenschappelijkheid en verbondenheid gezondheidsvoordelen opleveren, maar dat eenzaamheid, zelfs in de ergste zin van het woord, een gevaarlijke tol kan eisen. ‘Sociaal isolement en eenzaamheid lijken op een chronische langdurige aandoening wat betreft het effect dat ze hebben op gezondheid en welzijn van onze patiënten, laat ze huisarts Helen Stokes-Lampard zeggen.
Hertz beperkt zich echter niet tot een analyse en een stellingname (‘eenzaamheid is dodelijk’), maar zij draagt in elk hoofdstuk ook ideeën, gedachten en voorbeelden aan van wat we kunnen doen om de huidige koers van verdeeldheid, isolement en eenzaamheid tegen te gaan, niet alleen op politiek en economisch gebied, maar ook op het persoonlijke vlak. Vandaar haar ondertitel: het herstellen van menselijk contact in een wereld die steeds verder ontrafelt.
Het verhaal dat Hertz brengt is niet vrolijk, maar toch blijft zij hoopvol, zoals zij zelf zegt in een interview met de Volkskrant: ‘En toch ben ik hoopvol. Juist deze crisis biedt een kans om voor een andere toekomst te kiezen. Er moet worden geïnvesteerd in maatschappelijke infrastructuur. In Engeland zijn sinds de economische crisis van 2008 achthonderd bibliotheken gesloten. Een derde van de jeugdcentra is verdwenen. Centra voor dagbesteding zijn opgeheven. Die plekken moeten terugkomen, want het zijn plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Politici moeten verder serieus nadenken over baanverlies, niet alleen op de korte termijn, door de gevolgen van de coronacrisis, maar ook op de lange termijn: de massale werkloosheid als gevolg van toenemende automatisering van werk. Dat kan door bedrijven te subsidiëren die mensen in dienst houden, in plaats van ze te vervangen door machines. Of, zoals Bill Gates opwierp, door belasting te heffen op elke robot die het werk van een mens vervangt.’ (1)
Alternatieven
Zij verwijst met haar alternatieve, vaak kleinschalige voorbeelden ook naar België en dan met name naar de stad Roeselare waar belasting wordt geheven op leegstaande winkels, om eigenaren ertoe te dwingen hun panden te verhuren tegen een lagere prijs, bijvoorbeeld aan kleine, lokale zaken, die bijdragen aan het sociale weefsel van een stad. Maar zij verwijst ook naar Jacinda Ardern in Nieuw-Zeeland: ‘De premier die we ons allemaal zouden wensen in deze crisis, die een jaar geleden aankondigde dat haar regering niet langer alleen groei en productiviteit leidend laat zijn in het begrotingsbeleid, maar ook zachtere maatstaven als het welzijn van de bevolking, het gevoel van verbondenheid en vertrouwen in de politiek.’ Ook het Barcelona van Ada Colau komt in de picture met het ambitieus stedenbouwkundig project om wijken om te vormen tot superilles, ‘superblokken’, gebieden waar doorgaand verkeer van voertuigen verboden is en de ruimte wordt heroverd voor vrij toegankelijke gemeenschappelijke ruimtes als speeltuinen, parken en openluchttheaters. Zij verzet zich in het hoofdstuk ‘Het contactloze tijdperk’ tegen wat zij ‘vijandige architectuur’ noemt, tegen stedelijk design dat gericht is op uitsluiting, dat het samenkomen van mensen verhindert en ons duidelijk maakt wie welkom is en wie niet. Zonder de namen te noemen sluit zij in haar opvattingen over stedelijkheid nauw aan bij stedenbouwkundigen en stadssociologen als Jane Jacobs (‘Dood en leven van grote Amerikaanse steden’) en Richard Sennett (‘Stadsleven’). Hertz verzet zich ook sterk tegen wat zij ‘gecommercialiseerde gemeenschappen’ noemt waartoe zij ook de meeste co-living en co-working-ruimtes rekent die tegenwoordig gericht zijn op zeer individualistische millennial professionals. Vandaar dat zij zeer terecht zegt: ‘Je kunt gemeenschap niet kopen, je moet het beoefenen.’ Dat is pas commoning of het proces van ‘vermeenschappelijking’.
Eenzaamheid en rechtspopulisme
die koppeling verwijst Hertz onder meer naar het denken van Hannah Arendt die in haar boek ‘Totalitarisme’ schrijft dat ‘eenzaamheid of de ervaring dat je volstrekt geen eigen plek hebt in de wereld de essentie is van totalitair bestuur, de voorbereiding van zijn beulen en slachtoffers.’ Gevoelens van marginalisering en machteloosheid, van isolement, van buitengesloten zijn, beroofd van status en steun zijn de belangrijkste kenmerken van Hertz’ definitie van eenzaamheid. Wat is de remedie daartegen? ‘Hoe meer we vervlochten zijn met de brede gemeenschap om ons heen, zo lijkt het, en hoe meer we het gevoel hebben dat we mensen om ons heen hebben op wie we kunnen vertrouwen, des te minder kans is er dat we gevoelig zijn voor de fluit van de rechts-populistische rattenvanger.’ (p. 54) Zij verwijst hiervoor naar festivals die worden gesponsord door wat zij zelf het rechts-populistisch Vlaams belang noemt – een nationalistische partij met een afkeer van immigranten als hoofdbeginsel – waarvan de aanhangers hun tijd verdelen tussen anti-immigratieredevoeringen binnen en een festival met schminken voor kinderen, springkastelen en een kraam voor het boek ‘De ontvoering van Europa’. (p. 62) Laat dit ook maar eens door een buitenstaander gezegd zijn.
Zorgzamer en vriendelijker kapitalisme?
Hoe kun je nu dat menselijk contact dat mede door het neoliberalisme naar de achtergrond is verdwenen herstellen? Hoe kun je van het ‘ik’ terug een ‘wij’ maken? Op die vragen lijkt het antwoord simpel als je dit boek leest: door het neoliberalisme te bestrijden. Maar dat is toch niet de boodschap die ik over houd aan Hertz’ boek en zeker niet aan haar laatste hoofdstuk ‘Bij elkaar komen in een wereld die steeds verder ontrafelt’ waarin ze onder meer schrijft: ‘Ook nu is het tijd voor baanbrekende en radicale stappen, tijd om een zorgzamer en vriendelijker kapitalisme te implementeren.’ (p. 265) Bestaat er dan zoiets als ‘een vriendelijker kapitalisme’. Volgens Hertz wel: de neoliberale zijde van het kapitalisme moet worden bestreden en in de plaats daarvan ‘moeten we samen een meer coöperatieve vorm van kapitalisme definiëren en creëren, die niet alleen op economisch maar ook op maatschappelijk gebied resultaten oplevert.’ (p. 265).
Dat zijn de woorden van Noreena Hertz die ik niet kan beamen. Ik geloof niet in de mogelijkheid van ‘een zorgzamer en vriendelijker kapitalisme.’ Dat lijkt me een contradictio in terminis. Hertz heeft met ‘De eenzame eeuw’ een sterke analyse gemaakt van een van de grootste maatschappelijke pijnpunten van deze eeuw, met name het fenomeen van de eenzaamheid, maar ze blijft ook in dit boek, zoals in ‘De stille overname’ een realpolitiker met een roeping die echter meer voluntaristisch, bij momenten overhellend naar het moraliserende, dan politiserend overkomt.
(1) Karolien Knols, Dit is de eenzaamste eeuw ooit, en dat is de schuld van het neoliberalisme. Uit: de Volkskrant van 2 oktober 2020