Terwijl geweld en bezetting in alle hevigheid woeden, liggen verschillende Iraakse partijen met mekaar in de clinch over een nieuwe grondwet. De pen wordt grotendeels vastgehouden door de VS, die een federaal systeem genegen zijn. Soennieten vrezen zonder de in het Koerdische noorden en het Sjiitische zuiden gelegen olierijkdommen te komen zitten. Genoeg ingrediënten voor een burgeroorlog.
Het heeft iets bevreemdend. Terwijl het land alsmaar dieper in de chaos en geweld verzinkt en
essentiële basisvoorzieningen zoals elektriciteit en water behoorlijk mank lopen, wordt er op institutioneel niveau naarstig verder gewerkt aan een ‘politiek proces’.
Op 15 oktober 2005 moeten de Irakezen zich kunnen uitspreken over een grondwet gevolgd door nieuwe parlementsverkiezingen op 15 december. Althans zo hebben de Verenigde Staten het bepaald in de door hun opgestelde Administratieve overgangswet (TAL – Transitional Administrative Law). De VS willen dat die grondwet er gauw komt, maar gemakkelijk is anders. De eerste deadline van 15 augustus werd meteen overschreden. De discussie over een federale staat en daarmee ook het beheer over de bodemrijkdommen zorgt voor hoogoplopende meningsverschillen.
Sinds het begin van de invasie heeft de bezettingsmacht het hele politieke proces gedomineerd. Met de grondwet is dat niet anders. De VS hebben de inhoud van de grondwetartikelen zwaar bepaald. The Washington Post (23 augustus 2005) schrijft: “Stafleden van de (VS, nvdr) ambassade werkten op het Koerdische hoofdkwartier om het ontwerp te helpen typen en veranderingen van Engels naar het Arabisch aan te brengen voor Iraakse wetgevers, zeggen onderhandelaars.” VS-ambassadeur, Zalmay Khalilzad, pendelde over en weer met voorstellen en tekstfragmenten in een poging om een consensus te krijgen in het grondwetscomité. Verschillende leden van dat comité konden die VS-bemoeienissen blijkbaar weinig appreciëren. “De Amerikanen zeggen dat ze niet tussenkomen, maar ze zijn diep tussengekomen”, aldus Mahmoud Othman, een Koerdisch lid van het grondwetcomité.(1) “Ze gaven ons een gedetailleerd voorstel, bijna een volledig grondwetsontwerp”, aldus Othman nog.
Federale staat
Irak heet volgens het ontwerp officieel ‘Republiek Irak’. Het federaal karakter zou – op het ogenblik dat ik dit schrijf – in Artikel 1 ingeschreven worden als volgt: “De republiek van Irak is een onafhankelijke, soevereine natie en het regeersysteem is een democratisch, federale en representatieve (parlementaire) republiek”.(2) Dat is ook de staatsvorm waarover de Koerdische en sjiitische partijen het eens zijn geworden.
Sinds de installatie van de Brits-Amerikaanse ‘no-fly-zones’ in 1991 vaart het Koerdische noorden een de facto autonome koers. De Koerden konden bovendien rekenen op niet onaanzienlijke extra-inkomsten via het Olie-voor-Voedselprogramma van de Verenigde Naties, met als resultaat dat de regio er in die periode op politiek en economisch vlak goed op vooruit is gegaan. Zeker als je dat vergelijkt met de rest van Irak dat een strikt embargo moest ondergaan.
De Koerden zijn zeer duidelijk: zij willen minstens een federale structuur, met verregaande autonomie voor de Koerdische regio, inclusief de verantwoordelijkheid voor de veiligheid, m.a.w. het behoud op een of andere manier van de peshmerga-milities.
Indien aan de Koerdische eisen niet wordt toegegeven, dan dreigen ze met het opblazen van de onderhandelingen en het blokkeren van het politieke proces. Toen het ontwerp in het Koerdische Parlement werd besproken zei de Koerdische leider, Massoed Barzani: “De Koerden hebben het recht om zich af te scheiden. En als ze dat niet nu vragen dan is dat omdat de tijd daarvoor nog niet rijp is.”(3) Twee andere Koerdische breekpunten zijn de aanspraken op Kirkoek en de islam die slechts een van de wetgevende bronnen mag zijn.
Rond Kirkoek liggen de Koerden vooral met de soennitische leden van het grondwetscomité overhoop. Omdat de soennieten uit midden-Irak de verkiezingen in januari hebben geboycot dreigden ze geen stem te hebben in de grondwettelijke discussies. Uiteindelijk zijn ze achteraf opgevist en discussiëren ze mee. Ze verzetten zich tegen een federaal Irak omdat dit in hun ogen de voorbode is van het uiteenvallen van Irak. De kwestie Kirkoek zelf gaat over meer dan zomaar territoriale aanspraken. Kirkoek ligt in een oliegebied. De Koerden claimen Kirkoek als historisch grondgebied van de Koerdische regio, dat door Saddam Hoessein verregaand is gearabiseerd. Indien Kirkoek naar de Koerden gaat, vrezen de soennieten de volledige controle te verliezen over de oliebronnen en de daaraan verbonden inkomsten. In een opiniestuk in de Financial Times (16 augustus) anticipeert premier Nechirvan Barzani van de Regionale Regering van Koerdistan, op die bezorgdheid als volgt: “Koerdistan is bereid om de kwestie van territorium en olie te scheiden. De opbrengsten van olie zouden eerlijk moeten verdeeld worden.” Verderop stelt de premier evenwel: “De ontginningen in het huidige olieveld van Kirkoek kunnen zo georganiseerd worden dat ze federale, regionale en lokale opbrengsten genereren ten gunste van heel Irak. Maar Koerdistan moet de volledige eigendom krijgen van de huidige niet ontgonnen natuurlijke rijkdommen, om onze ontwikkeling te consolideren en te verzekeren dat we nooit meer zullen lijden onder de plunderingen van een genocide-regime in Bagdad.”
De VS kunnen leven met een staatsmodel waar de Koerden over een relatieve autonomie beschikken. Het was evenwel slikken toen enkele dagen voor het aflopen van de deadline voor een ontwerpgrondwet, Abd al-Aziz al-Hakim, de leider van de Hoge Raad voor een Islamitische Revolutie in Irak (een belangrijke sjiitische partij) plots de eis van semi-autonome regio’s in het midden en het zuiden van Irak op tafel gooide. Dat laatste gebied herbergt de grootste oliereserves (tussen 80 tot 90 procent). Van soennitische zijde kwamen er dan ook felle reacties. Sjeik Mehdi al-Soumaïdaï, een lid van het Comité van de Oelama’s (een belangrijke soennitische associatie) sprak van een complot “met als doel het land uit mekaar te doen vallen”, er verder aan toevoegend: “Het is dat wat de joden en onze vijanden willen”.(4)
De VS zijn duidelijk bezorgd. Al-Hakim wordt gezien als iemand die dicht aanleunt bij Iran en met dat land liggen de relaties onder het vriespunt. Hoewel de VS een federaal systeem genegen zijn, betekent een te autonome sjiitische zone waar Iran de lakens uit zal delen, een echte nachtmerrie. Premier Ibrahim al-Jafaari, die voor de Iraakse oppositie niet veel meer is dan een stroman van de bezettingsmacht, was er dan ook als de kippen bij om te stellen dat de idee van een sjiitische regio “in onze ogen onaanvaardbaar is”.
Teruggrijpen naar Brits koloniaal recept
De VS kiezen voor een federaal systeem waarin een zeker evenwicht heerst tussen federaal en centraal gezag. De invloedrijke denktank, The Heritage Foundation, schrijft: “Een gedecentraliseerd federaal politiek systeem biedt de beste mogelijkheden om de lokale autonomie te verzekeren, de bescherming tegen de terugkeer van een tirannieke centrale regering, een eerlijk aandeel in de politieke constellatie en een evenwichtige verdeling van de olie- en taksinkomsten.”(5)
Washington is niet geïnteresseerd in een sterk centraal gezag want dat zou de Amerikaanse belangen op termijn kunnen hinderen. In de koloniale periode zochten de Britten evenzeer naar een oplossing om dit multi-etnisch en multireligieus gebied tezamen te houden. Irak bestond uit drie voormalige Ottomaanse provincies Basra, Bagdad en Mosoel. De centrale macht werd in handen gegeven van de soennitische Arabieren met Faisal op de troon. Irak zou enkel bestuurbaar blijken middels een autoritaire bestuursvorm. Maar om te vermijden dat de centrale macht te groot zou worden werd ook politieke macht verleend aan lokale stamhoofden die tevens het recht hadden om belastingen te heffen. De verdeel- en heerspolitiek moest de Britse belangen verdedigen. De VS zoeken naar een gelijkaardig evenwicht door de macht mooi te verdelen over een centraal gezag en de regio’s. Dat plaatst de VS in een scheidsrechterlijke positie. M.a.w. Washington kan ook in de toekomst zijn ‘hulp’ aanbieden indien er als gevolg van deze machtsverdeling disputen zouden ontstaan.
Het is niet moeilijk te voorspellen dat de soennieten hoe dan ook een federaal systeem niet zien zitten en een meerderheid van de soennitische bevolking dat ook niet zal aanvaarden. De provincies waar de soennieten in de meerderheid zijn kunnen nog een stok in de wielen steken. Het referendum op 15 oktober voorziet dat de grondwet verworpen is als in drie provincies tweederde tegenstemt en dat is zeker haalbaar. Wordt de grondwet toch doorgedrukt is het weinig waarschijnlijk dat iedereen zich daar zonder meer bij neerlegt. Dat kan een voorbode worden voor een burgeroorlog.
(Uitpers, nr. 67, 7de jg., september 2005)
Deze bijdrage is geschreven op 25 augustus 2005, het ogenblik waarop het nog wachten is op de officiële ontwerpversie van de grondwet. Wordt dus ongetwijfeld vervolgd
[Inmiddels is de ontwerpgrondwet op zondag 28 augustus aan het parlement voorgelegd, alhoewel de soennieten er hun veto tegen stelden. Vermoedelijk zullen de vier soennitische provincies op 15 oktober de grondwet massaal verwerpen. Er moet dan geprobeerd worden een ander ontwerp op te stellen, nvdr]
(1) Washington Post, 13 augustus 2005
(2) Het grondwetsontwerp is te downloaden op
http://news.bbc.co.uk/1/shared/bsp/hi/pdfs/24_08_05_constit.pdf(3) Juan Cole. ‘Summit in Constitution Postponed. Sistani accepts Federalism in Principle’ op http://
www.juancole.com(4) Pierre Prier. ‘Le communautarisme hante le débat constitutionnel à Bagdad’. Le Figaro, 13 augustuis 2005
(5) John Hulsman. ‘Make or Break for the Iraqi Constitution’ op
http://www.heritage.org/Research/MiddleEast/wm822.cfm (23 augustus 2005)