Turkije en de VS beogen beiden dezelfde doelstelling, met name het regime in Damascus ten val te brengen. Het gaat om een imperialistische strategie in een oorlogsgebied met onduidelijke fronten. Aankara en Washington maakten daarbij de afspraak: ‘jij laat mij de Koerden aanpakken, ik laat jou de luchtmatchtbasis Incirlik gebruiken voor jou aanvallen in de regio’.
We zien nog steeds dat onze gevestigde media en TV-zenders de Koerdische arbeiderspartij PKK als een terroristische organisatie afschilderen. Zij beroepen zich op de Europese en Amerikaanse lijst van terroristische organisaties om sinds decennia hun vooringenomenheid tegen de PKK en tegen het politiek streven van de Koerden, te onderbouwen en te rechtvaardigen. Deze stigmatisering verliest bij de huidige ontwikkeling in het Midden-Oosten meer en meer aan geloofwaardigheid. Het Midden-Oosten wordt in toenemende mate een wild oorlogsgebied met onduidelijke fronten. Daar opereert Daesh (Islamitische Staat), een werkelijke barbaarse terreurorganisatie, die rechtstreeks het gevolg is van de Westerse overval in 2003 op Irak. Deze totale vernietiging van het land kan aangeduid worden als een oorlogsmisdaad. De VS-jusititie verplichtte in mei 2013 om een geheim rapport van de het American Defence Intellligence Agency (DIA) vrij te geven. Hierin kan men de voorspelling nalezen dat deze terreurmilitie kan uitgroeien tot een gevaarlijke kracht. Met andere woorden, onder de ogen van de VS geheime dienst kunnen de Amerikaanse bondgenoten Turkije, Qatar, Saoedi-Arabië vrijelijk deze gevreesde ontwikkeling steunen.
Al sinds 2012 is de VS administratie en de Nationale Veiligheidsraad op de hoogte van de vorming van een salafistische terreurorganisatie. Kennelijk was die (toen?) ook welkom want zo ontstond een bijkomende kracht om het Bashar Assad regime van de macht te verdrijven. Meteen had Washington ook een gewapende militie in het gebied, en moest het zelf geen eigen offers brengen. Hoe ongelovig en schandalig het mag klinken, maar de voorstelling dat de Obama-regering de peter is van een terroristische organisatie, klopt wel. Als we het optreden van de VS in deze regio aanschouwen met het inzetten van de Moehadjedin in Afghanistan, de Taliban en het aanwakkeren van Osama bin Ladens activiteiten tegen de Sovjet-Unie, de samenwerking met terroristische groepen voor het “ regime change concept” in het Midden-Oosten, dan zien we een strategie om chaos te creëren.
Washington moet er zich toch bewust zijn dat zijn petekind, Daesh, zich vroeg of laat om strategische reden van hen los zou maken zoals Al-Qaida en Taliban dat eerder hebben gedaan. Dat werd duidelijk bij de verovering van Mosul in de zomer 2014, waarbij de salafisten hun territoriale controle uitbreidden over het oosten van Syrië en noord-Irak en het autonoom Koerdisch gebied om er hun terreurheerschappij te installeren. Dit was niet minder dan een aanval op de Amerikaanse belangen in dit olierijk gebied. Deze belangengemeenschap met Massud Barsani en zijn Peshmerga blijkt van groter belang voor de VS dan de onberekenbare alliantie met Daesh voor de omverwerping van het Assad regime in Damascus. Maar deze laatste doelstelling heeft Washington echter nog niet volledig opgegeven en het zet dus zijn inspanningen verder om een nieuwe terreurorganisatie, de zogenoemde gematigde rebellen, op de been te brengen, die in samenwerking met Turkije op Turks grondgebied opgeleid en getraind worden tegen het regime van Damascus. Het zal dan echter niet lang duren vooraleer de strijders van Al-Nusra en Daesh de rangen van het nieuwe rebellenleger zullen vervoegen en zo kunnen rekenen op bewapening en financiële steun. Ook in deze oorlog spelen de financiële belangen en bewapening een belangrijke rol.
De VS administratie heeft blijkbaar weinig geleerd uit zijn ervaringen. Terroristen kan men niet voor lange tijd aan de leiband houden, of is het een strategische berekening van Washington om met haar politiek de regio om iedere prijs blijvend te destabiliseren.
Constante onderdrukking
Turkije beoogt dezelfde doelstelling tegen Syrië als de VS en C°. Maar Ankara wil in de eerste plaats het streven van de Koerden naar meer autonomie of een eigen staat verhinderen. Dat is een constante beleidslijn van alle Turkse regeringen sinds het ontstaan van Turkije in 1925. Hiervoor is de Turkse elite al te graag bereid militair en politiegeweld in te zetten. Sinds 1984 vielen er meer dan 48.000 duizend doden te beklagen aan Koerdische zijde in de strijd voor de rechtmatige eisen van de Koerden. Dit verhinderde het opstarten van een constructieve dialoog voor de toekenning van fundamentele rechten en zelfbeschikking. Maar PKK-leider Ocalan heeft vanuit zijn gevangenschap duidelijk gemaakt dat de opdeling van het Koerdisch gebied over vier landen een bijzonder moeilijk te nemen hindernis betekent voor de vorming van een Koerdische staat op zich. Bovendien bepleit Ocalan nu vooral een toekomstbeeld voor het hele Midden-Oosten waarbij de heterogene bevolking in nieuwe federale structuren zou samenleven.
De Turkse staat en regering hebben deze vredesopbouwende visie van Ocalan niet echt erkend en blijven de Koerdische beweging van separatisme beschuldigen. Dat verklaart de jongste beslissing van Erdogan om de politiek van een vredesproces met de Koerden te verlaten en alles op militair vlak te richten, dat is niet nieuw. De enige Turkse staatsman die ogenschijnlijk een vredesoplossing met de Koerden vervolgde was Turgut Özal, hij werd in 1993 vergiftigd.
De gesprekken die vertegenwoordigers van Erdogan met Ocalan in zijn gevangenis op het eiland Imrali voerden waren als geruime tijd zonder enig resultaat. Ocalan leeft daar volledig geïsoleerd van de buitenwereld, afgesloten van ieder juridisch contact en politieke bijstand van raadgevers. Erdogan volgt met zijn politiek simpelweg de stelling: “Als ik de Koerden nodig heb kom ik ze tegemoet, als ik ze niet kan gebruiken komt er geen ontspanning”. De recente radicale ommekeer en terugkeer naar bruut geweld en oorlog tegen de Koerden is een reactie op de jongste ontwikkelingen die Erdogan als gevaarlijk inschat. Namelijk de verkiezingsoverwinning van HDP, die de belangen en rechten van de Koerden vertegenwoordigen in het Turkse parlement, en het Koerdisch succes tegen de aanvallen van Daesh in het Sengal gebergte en Kobani. Beide tonen de groeiende politieke morele uitstraling en de militaire sterkte van de Koerdische beweging.
Het resltaat van de HDP bij de verkiezing van juli heeft een streep getrokken over het Erdogan project van alleenheerschappij van de AKP. Hij kan zijn dictatoriale machtsambitie niet meer volgens de grondwetregels in praktijk brengen, om zich zo de schijn van legaliteit te verschaffen.
De overwinning van de Syrische Koerden tegen Daesh – maar met een groot verlies aan mensenlevens – hebben duizenden Jesiden van een zekere afslachting gered. Het heeft duidelijk de centrale positie van de Koerden in de antiterreurstrijd getoond. Het brutale optreden van Daesh heeft zelfs Duitsland en de VS geïrriteerd, maar heeft niet geleid tot een herziening van de opdeling in goede en slechte Koerden. Maar het instellen en verdedigen van de autonome regio Rojava, in drie kantons Cizire, Kobani en Afrin in het noorden van Syrië aan de zuidgrens van Turkije, is voor Ankara vooral een bedreiging omdat de Syrische Koerden Ocalan ook als hun leider zien en zich verbonden voelen met de PKK. In plaats van een versterkte dialoog met de Koerden terug op te nemen en de onbetwistbare rol voor een vredesproces van Ocalan te aanvaarden, verkiest Erdogan opnieuw de weg van geweld en oorlog.
Gemeenschappelijke waarden
De NAVO bondgenoten van Turkije hebben ook nu ook nog steeds niets ondernomen – net zoals in de voorbije decennia – tegen het brutale geweld van hun mede-lidstaat en brengen als steun voor Ankara Patriot-raketten in stelling aan de Turks-Syrische grens. Niemand protesteert tegen de door Turkije gepleegde inbreuken o
p het volkenrecht door de luchtaanvallen en bombarderen van burgerdoelen en Koerdische dorpen in het Iraakse Kandil gebergte. Washington hult zich in stilzwijgen en blijft Ankara steunen als nodige bondgenoot in zijn frontstelling tegen Damascus en Teheran. Masud Barzami is een zeer volgzame bondgenoot van Washington en Ankara; hij heeft de PKK Koerden gevraagd om het Kandil gebergte te verlaten. Hiervoor kreeg hij alle lof uit het Westen. Turkije heeft geruime tijd Daesh logistieke steun verleend en het gebied aan de grens met Syrië als terugvalbasis open gesteld. Precies omdat de salafisten de gemeenschappelijke vijand, met name de Koerden, in Noord-Syrië aanvallen. Tegelijkertijd heeft Turkije de VS toestemming gegeven om de militaire basis van Incirlik te gebruiken voor de bestrijding van Daesh. Of deze gemeenschappelijke strategie van lange duur zal zijn is nog niet uitgemaakt.
Bekijken we het imperialistische machtsstreven in het Midden-Oosten wat van dichterbij dan wordt het duidelijk dat de veel bezworen waarden van de VS en NAVO over mensenrechten, zelfbeschikking en solidariteit een ‘cover up’ vormen voor de ware rede: olie, afzetmarkten en strategische overwegingen.
Of Daesh in de strategie van zijn toenmalige scheppers nu volledig afgeschreven is en het gevaar van een islamitische staat nu groter wordt ingeschat dat zijn nut, blijft een open vraag. Maar Daesh blijft van groot belang voor de strijd tegen Assad en de Koerden in Noord-Syrië. De reële consequenties op het terrein zullen ons een beeld kunnen geven hoe effectief het gezamenlijk optreden van de VS en Turkije tegen Daesh zal zijn. Het is best mogelijk dat Daesh hier als reserve gehouden wordt en bijgevolg niet volledig uitgeschakeld zal worden. Daar de VS klaarblijkelijk instemt met de vraag van Erdogan voor het instellen van een veiligheidszone in het Noord-Syrië en het zenden van Turkse grondsoldaten in het gebied. Het wordt bijgevolg een terugvalbasis en opleidingsgebied voor de “gematigde rebellen”. Hierdoor wordt de strijd tegen Daesh naar de achtergrond verwezen. Turkije zal al genoeg om handen hebben om de Koerdische nederzettingen aan haar zuidgrens in haar greep te krijgen. Zo beheerst Ankara Noord- en West-Koerdistan en kan het gemakkelijker afspraken maken met Barsami in Zuid-Koerdistan.
Opzettelijke escalatie
Ocalan heeft bij zijn volgelingen altijd aangedrongen op een wapenstilstand. Met de nieuwe Turkse aanvallen en de aanhoudingen van de HDP politici, is de vredesdialoog nu volledig verstoord. Dat is niet het gevolg van de aanslag in Suruc op 20 juli, deze werd handig door Ankara gebruikt om het militaire optreden van Erdogan schoon te praten. Het is een compromis, waarbij Washington de militaire basis van Incirlik mag gebruiken voor zijn luchtaanvallen in Syrië, terwijl Ankara de vrije hand krijgt voor zijn oorlog tegen de Koerden. Erdogan herhaalt en beklemtoont steeds dat hij tegen een autonoom Koerdisch gebied aan zijn zuidgrens is.
De autonome regering van het Koerdische gebied van Cizire daarentegen heeft zich altijd voor de eenheid van Syrië uitgesproken en een afscheiding uitgesloten, de territoriale integriteit van het land ligt in hun eigen belang.
Met de vernietiging van de Syrische staat biedt Washington aan Daesh (IS) en haar gematigde rebellen de mogelijkheid om het gebied in hun greep te krijgen. Zoals de Turkse luchtaanvallen op het noorden van Irak die vanwege de VS geen afkeuring krijgen. Deze imperialistische strategie schrik voor niets terug, zoals het hele militaire optreden in het Midden-Oosten getuigt. Deze Westerse en Turkse escalatie brengt meer chaos dan vrede. Dat scenario kan soepel omgezet worden wanneer de Koerden zich niet langer meer kunnen verzetten. Dat is echter onwaarschijnlijk want het Turkse leger zal met heftige weerstand moeten rekenen als ze de grens overschrijden. Het zuiden van Turkije zou oorlogsgebied worden. De steun die de Koerden in de regio en ook internationaal genieten, wordt nog onderschat. Hun streven naar zelfbeschikking, zelfbeheer en autonomie is in internationale instellingen en bij vele landen van de VN erkend. De autonomie van de Koerden in Noord-Irak is praktisch een realiteit en de autonomie in Rojavas wordt geduld.
Als de ongehinderde inbreuken van het Syrische territorium door de VS luchtaanvallen niet kan gelegitimeerd worden als verdediging tegen de moordbendes van Daesh, dan is een gelijkaardige rechtvaardiging van de Turkse troepen aanvallen eveneens onaanvaardbaar. Wanneer ze er in slagen om terug Noord-Irak en de olievelden onder controle te krijgen, dan kunnen ze al hun aandacht en militaire macht tegen Assad inzetten. De huurlingen van Daesh opereren daarom langs de Turkse grens omdat daar de aanvulling van hun strijdmacht en een geschikte terugtrekkingsbasis verzekerd zijn. De Koerden van Rojavas hebben nooit een gevaar gevormd voor hun noordelijke buur.
Iran het ware doelwit
De vraag rijst, waarom de VS en Turkije de eliminatie van Assad willen en oorlog en terreur opleggen. Jarenlang hadden beide staten ongestoorde economische en politieke contacten met de regering in Damascus. De twijfelachtige bilans over mensenrechten van de Assad clan waren gekend, Washington heeft zich zelf van de Syrische gevangenissen bediend voor haar folterpraktijken op de naar Syrië overgebrachte gevangenen. Het heeft ook nooit de betrekkingen met de autocratische regimes in het Midden-Oosten vertroebeld. Hun mensenrechtenbilan is nochtans niet beter dan dit van Assad.
Met Iran, dat ook op lijst van de te elimineren en uitwisselende regimes staat, heeft men zich voorlopig verzoend en lijkt de politiek van “regime change” voorlopig uitgesteld. Voor de VS en C° ligt Syrië op de weg naar Iran, de laatste mozaïeksteen voor de geplande nieuwe ordening van het Midden-Oosten. Bijgevolg moet het huidige regime in Damascus ten allen prijze verdwijnen.
Vertaald en licht bewerkt door Antoine Uytterhaeghe