Van 12 tot 15 november 2003 wordt in Parijs het tweede Europees Sociaal Forum (ESF) georganiseerd. Het eerste Europees Sociaal Forum in Firenze (Italië) in november vorig jaar werd een onverwacht groot succes: 60.000 deelnemers, de betoging van de “één miljoen”, het ordewoord voor de historische mobilisatie van 15 februari tegen de oorlog in Irak. Sindsdien is “15 februari” een begrip geworden in de altermondialistische woordenschat.
Het initiatief werd genomen op het Wereld Sociaal Forum (WSF) in Porto Alegre door de Italiaanse en de Europese sociale bewegingen, die elkaar in juli 2001 gevonden hadden rond de G8 in Genua. Het ESF is echter geen Europese kopie van het Wereld Sociaal Forum. Er wordt gebouwd aan een sociale beweging op Europees niveau. De Europese Unie schept immers een Europese politieke ruimte, en de sociale beweging heeft op dat vlak vele jaren achterstand. Het ESF is een belangrijke hefboom om de achterstand weg te werken. Het neoliberalisme, ingebakken in de Europese verdragen, maakt deze opdracht dringend.
Vanuit die invalshoek bekeken was het ESF in Firenze een stap vooruit. Daar werden, de grondvesten gelegd. Er werden talrijke Europese campagnes besproken, en vele netwerken kwamen versterkt uit het ESF. De resultaten waren echter niet altijd even zichtbaar, enkele (belangrijke) uitzonderingen buiten beschouwing gelaten (vooral de campagnes tegen de oorlog in Irak en de mobilisaties rond Cancun). Het blijft nog steeds een enorme uitdaging op Europees niveau een sociale beweging op te bouwen die weerwerk biedt tegen het neoliberalisme van de Europese Unie.
Het land dat het ESF organiseert functioneert als een soort executieve van de Europese coördinatie, die het ESF organiseert. De overgang van de Italiaanse naar de Franse initiatiefgroep na Firenze ging gepaard met een breuk in de continuïteit, niet alleen om organisatorische, maar ook om politieke redenen, al blijft het tot vandaag moeilijk te duiden waar het schoentje juist wrong(2). De breuk werd slechts geheeld na enkele moeizame vergaderingen van de Europese coördinatie in Parijs, Brussel, Berlijn, Genua, en eind september nog eens in Parijs. Aan die vergaderingen nemen 200 tot 300 mensen deel. Doorheen die dikwijls moeizame vergaderingen wordt een Europees netwerk opgebouwd, dat uiteindelijk versterkt uit de postnatale depressie van Firenze is gekomen.
Benieuwd hoe het bij de volgende overgang zal gaan (de Britten en de Grieken zijn al kandidaat).
Iedere vergadering van de Europese coördinatie wordt voorbereid door vier werkgroepen: ‘organisatie’, ‘programma’, ‘uitbreiding’ en ‘sociale bewegingen’. Daarnaast wordt de Europese coördinatie ook gebruikt voor allerlei andere campagnevergaderingen. Een klassieker zijn de campagnevergaderingen tegen de oorlog. In Genua was er bijvoorbeeld een campagnevergadering over onderwijs, met deelname van de Franse onderwijsvakbond FSU, de onderwijsvakbond van de Italiaanse CGIL, studentenorganisaties,….
Wat je moet weten
Alle informatie over het ESF vind je op de website van het ESF(3).
De belangrijkste informatie, om je weg te vinden, is de volgende. Het ESF heeft plaats van woensdag 12 tot zaterdag 15 november 2003. Op woensdag 12 november wordt eerst een Europese assemblee voor de rechten van de vrouwen georganiseerd. Dat zou wel eens de geboorteplaats van de nieuwe Europese vrouwenbeweging kunnen worden. Dezelfde dag organiseert het Europees Vakverbond een syndicaal forum. Het eigenlijke ESF opent op woensdag 12 november ‘s avonds. De afsluiting op zaterdag 15 november gebeurt in de vorm van een betoging, zoals in Firenze.
Het ESF draait rond vijf grote thematische assen(4). Daarnaast zijn er “strategische debatten” over de oorlog, een ander Europa, de toekomst van het altermondialisme, het feminisme, …, “vensters op de wereld” over Palestina, Irak, Tsjetsjenië…, “confrontaties” met ondermeer de politieke partijen, en “uitvergrotingen” van thema’s zoals gehandicapten, urbanisme, culturele identiteit, kinderrechten,…
Rond de vijf thematische assen zijn er drie soorten vergaderingen. Een eerste zijn de “plenaire conferenties”. Dit zijn de grote debatten, georganiseerd door het ESF zelf. Vervolgens zijn er de “seminaries”. Die worden georganiseerd door netwerken, die rond één of meerdere seminarie samenwerken. Sommige seminaries spitten inhoudelijk alternatieven uit, andere zijn meer gericht op campagnes. Zowel “plenaire conferenties” als “seminaries” gaan door in grote ruimten, met installaties voor simultaanvertaling. Tenslotte zijn er de werkgroepen.
De conferenties en seminaries worden allemaal simultaan vertaald in een veelvoud van talen: Frans, Engels, Spaans, Duits, Italiaans,… Bedenk daarbij wel dat er deelnemers zullen zijn uit zestig landen die veertig verschillende talen spreken…. Er zijn in totaal 11 zalen voor conferenties (2.000 à 2.500 plaatsen), 43 zalen voor seminaries (200 à 700 plaatsen), en 62 zalen voor workshops (20 à 200 plaatsen). Het ESF wordt georganiseerd in vier verschillende gemeenten: in Parijs (La Villette), en in drie randgemeenten: Saint-Denis, Bobigny en Ivry. Per dag zijn er in totaal een zitcapaciteit voor ongeveer 32.000 personen. Deze zijn als volgt over de vier sites gespreid: St.Denis: 11.000; Bobigny: 8.000; Ivry: 8.000; La Villette: 7.000. De debatten zijn niet thematisch per site gehergroepeerd.
Er gebeurt natuurlijk veel meer dan praten. Cultuur zal dit keer nog een stuk sterker aanwezig zijn dan in Firenze. Het ESF is een kader voor een veelvoud aan initiatieven. Je kan het zo gek niet bedenken, of het gebeurt wel. Ook bij de materiële omkadering van het ESF, zoals de restauratie, werd geprobeerd aan te sluiten bij de geest van het ESF. Er zal van alles zijn, van broodjes tot volledige menu’s.
Het tweede ESF heeft veel aandacht voor de toegankelijkheid voor gehandicapten.
Het budget van het ESF bedraagt 4.400.000 euro. Er is ook een solidariteitsfonds voorzien, om minder begoede organisaties, regio’s en individuen te steunen. Het wordt gefinancierd door een opslag van 10%, die ieder boven op het inschrijvingsgeld betaalt. Dit solidariteitsfonds wordt onafhankelijk van de rest van het budget beheerd.
Om deel te nemen moet je je inschrijven. Dat doe je, als organisatie of als individu, via de site op internet. Individuen betalen 30 euro plus 3 euro voor het solidariteitsfonds. Financieel zwakkere mensen betalen 3 euro voor de inschrijving.
Europa
Het tweede Europees Sociaal Forum heeft plaats in een bijzondere context. Enerzijds is er een Europees offensief zonder voorgaande, tegen de sociale rechten: de nationale regeringen nemen hier het voortouw, zodat het moeilijk is op Europees vlak weerwerk te bieden. Toch is dit noodzakelijk, omdat het nationaal sociaal beleid ingebed zit in een neoliberaal beleid waarvan de EU de motor is. Het ESF valt ook samen met de discussie over de Europese Grondwet. Zoals de Italiaanse sociale bewegingen zeggen: we zitten in een constituerende periode, het is nu dat we een grondslag moeten leggen voor een ander Europa.
Over de Europese Unie (EU) bestaat echter geen eensgezindheid. Iedereen het er over eens dat de EU geen sociaal beleid voert. Maar volgens de enen is de EU al een stap in de goede richting. Er ontbreekt enkel nog een en ander, onder meer een sociaal luik. Een sociaal luik kan naadloos in de bestaande EU worden ingepast. Volgens anderen zit het neoliberalisme ingebakken in de structuur zelf van de EU, en kan een sociaal Europa er enkel komen door het openbreken van die structuur. Dat zal niet kunnen zonder conflicten en crisis. Dit hangt samen met een verschillende visie op de vraag of de EU een alternatief is voor de VS (en moet je dus voorzichtig zijn, de EU vooral niet destabiliseren door je eisen te brutaal te stellen)? Bij referendums over de nieuwe “grondwet” zal de eensgezindheid ver zoek zijn…
Zal het FSE, ondanks dergelijke verschillen in visie, in staat blijken een gemeenschappelijke strijd te lanceren in Europa voor de democratische en sociale rechten? En hoe? Het ontbreekt niet aan ideeën: het FSE als hefboom om op Europees vlak een solidariteitsbeweging te lanceren met een emblematische strijd (moeilijk op voorhand te voorspellen de welke), of rond een emblematisch thema (bv. tegen sluiting en afdankingen)? Een “15de februari” voor de sociale rechten in Europa? Een “Staten Generaal voor een ander Europa” in de lente, zoals onder meer het Italiaans Sociaal Forum voorstelt?
Indien na Firenze ook het tweede ESF een hefboom blijkt te zijn voor een grootse mobilisatie rond een centrale maatschappelijke kwestie (in Firenze de oorlog, in Parijs de sociale rechten), dan staan we een hele stap dichter bij het opbouwen van een Europese sociale beweging.
Hoe dan ook is het nu al duidelijk dat op een aantal deelterreinen Parijs een stap vooruit zal zijn in vergelijking met Firenze: veel nadrukkelijker aanwezigheid van de vrouwenbeweging, veel sterkere aanwezigheid van migranten, nieuwe vooruitgang in de organisatie van de sociale beweging in Centraal- en Oost-Europa (niet enkel in de kandidaat lidstaten, maar ook in Rusland). Een open vraag blijft de jeugd: die was in Firenze massaal aanwezig, maar vooral als toeschouwer. Hetzelfde dreigt zich te herhalen in Parijs.
De legitimiteit van het ESF wordt uiteindelijk echter niet bepaald op deelterreinen, maar wel door de vraag of het geholpen zal hebben in het verzet tegen het neoliberaal beleid van de EU, in Europa zelf en in de wereld.
(Uitpers, nr. 46, 5de jg., oktober 2003)
Voetnoten
(1) Frank Slegers is syndicaal afgevaardigde van de ACOD op het Riziv. Hij is actief in het Belgisch Collectief van de Euromarsen tegen werkloosheid, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting. Hij verzorgt de verbinding tussen het Sociaal Forum van België en de Europese coördinatie van het Europees Sociaal Forum. Mailadres: Frank.Slegers@tijd.com
(2) Enkele toonaangevende figuren uit Frankrijk maakten onmiddellijk na afloop van het eerste ESF een negatieve balans van Firenze, dat te radicaal en te politiek zou geweest zijn. Dit inspireerde een giftig artikel in Le Monde. Grote ego’s en jalousie eisten een tol. Daardoor was er elders in Europa aanvankelijk veel wantrouwen tegenover de Franse initiatiefgroep. Dit werd versterkt door de eigen accenten van de Franse initiatiefgroep. Zij stelden een meer geformaliseerde werking voor van de Europese coördinatie. De Franse initiatiefgroep zelf kende vanaf het begin een brede representatieve samenstelling, met de grote Noord Zuid-ngo’s en de vakbond CGT, naast de Franse krachten die directer bij de organisatie van Firenze betrokken waren (FSU, Groupe des 10 – Solidaires, Euromarsen, Attac, Ligue des Droits de L’Homme,…). Door haar brede samenstelling moet de Franse initiatiefgroep waakzaam zijn voor interne evenwichten, wat een soms krampachtig optreden in de Europese coördinatie met zich meebrengt. Dit zoeken naar evenwichten is des te delicater, omdat de sociale kwestie en de Europese Unie belangrijke thema’s worden op het ESF. Eén van de thema’s in het debat binnen de Europese coördinatie was de relatie tussen het ESF als open ruimte voor dialoog en het ESF als katalysator van sociale mobilisatie. Pas op de derde Europese coördinatie, in Berlijn, klaarde het klimaat op. De grote sociale strijd in Frankrijk hielp op de achtergrond een handje mee.
(3) Zie www.fse-esf.org
(4) De vijf thematische assen zijn: 1. Tegen de oorlog, voor een Europa van vrede, rechtvaardigheid en solidariteit, open op de wereld. 2. Tegen het neoliberalisme en het patriarchaat, voor een Europa van de rechten, sociaal en democratisch. 3. Tegen de logica van de winst, voor een samenleving van sociale rechtvaardigheid, ecologisch duurzaam, en voor voedselsoevereiniteit. 4. Tegen de vermarkting, voor een democratisch Europa van de informatie, de cultuur en de opvoeding. 5. Tegen het racisme, xenofobie en uitsluiting, voor gelijke rechten en een dialoog tussen de culturen, voor een Europa dat gastvrij is voor migranten, vluchtelingen en asielzoek(st)ers.