Er is een zesmaandenakkoord getekend tussen Iran enerzijds en de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad plus Duitsland anderzijds over het nucleair programma van Teheran. Er is kennelijk afgesproken het Iraans verrijkingsprogramma voor uranium te plafonneren onder de 5% verrijking zodat dit uranium alleen kan gebruikt worden voor energie-opwekking. Controles van het Internationaal Atoomenergie Agentschap moeten dit bewaken. In ruil zal er gestopt worden met het sanctieregime tegen Iran.
Mocht dit akkoord werkelijk functioneren en een duurzaam vervolg krijgen dan wordt een fundamentele stap gezet om Iran weer als een normaal land te gaan beschouwen in Arabische, Europese en Noord-Amerikaanse leidende kringen. Afwachten maar hoe elk van de betrokken spelers – Iran, USA, EU, NAVO, Rusland, Israël, Saoedi-Arabië, de Golfstaten, en andere Arabische landen – zal reageren. Riadh en anderen zagen tot nog toe Teheran als vijand nr 1. De tegenstelling in een deel van het Midden-Oosten die langs de religieuze lijn sunnieten–sjiieten verloopt, heeft meer met regionale invloed, machtsbehoud en de onderdrukking van democratiseringstendenzen te maken dan met godsdienst. In welke zin zullen de regionale en nationale krachtsverhoudingen ten gevolge van dit akkoord veranderen?
raketschild
De Russische minister van buitenlandse zaken was er als de kippen bij om te verklaren dat het raketschild dat de NAVO in Europa aan het ontwikkelen is, wel zonder onderwerp zal vallen, eenmaal de afspraken met Iran volop toegepast worden. Inderdaad tot nog toe werd dit raketschild altijd gerechtvaardigd met de Iraanse raketdreiging, hoe irreëel die volgens sommigen ook moge (geweest) zijn. Voordien had zijn Amerikaanse evenknie, John Kerry, al te kennen gegeven dat voor hem verbeterde relaties met Iran geen verandering in het raketschildprogramma met zich meebrengen. Ook de de NAVO verkondigde dat het raketschild moet dienen om elke bedreiging tegen Europa tegen te gaan, niet specifiek die van een land. Dit zijn mooie pogingen om zich voor het ogenblik politiek uit de slag te trekken, maar ze botsen wel volledig met de vorige benadering.
De NAVO nodigde in 2010 Rusland uit om mee te werken aan dit ‘verdedigingsschild’, maar toen Moskou als voorwaarde stelde om als gelijkwaardige partner en medebeslisser te worden opgenomen, verkoelde de zin voor samenwerking in Evere. Rusland verzet zich tegen dit raketschild en eist een schriftelijke belofte dat het niet gebruikt zal worden tegen Rusland. De NAVO weigert deze garantie op papier te zetten.
Dit raketschild heeft eigenlijk twee gronddoelstellingen: contracten voor de militaire industrie garanderen, en technologisch is het schild een verdere stap naar de militaire dominantie in de ruimte. De vermeende dreiging van Iran wordt gebruikt om het zaakje politiek te verkopen enom er de nodige fondsen voor te kunnen vrijmaken.
fasen
Een recent rapport van het Strategic Studies Institute van het US War College wijst in dit verband op het feit dat de Europese partners weinig of niets bijdragen tot de ontwikkeling van het schild, en dat de inwerkingtreding ervan meer personeel en middelen van de VS zal vergen. Door de beslissing van 2010 om het ruimteschild op de eerste plaats te laten dienen voor de bescherming van het Europees grondgebied op basis van een fazenplan, heeft de VS geen direct voordeel op het vlak van bescherming van het territorium, zeker ook omdat de laatste fase (na 2020) werd afgeblazen waarin de interceptor in Europa dusdanige capticiteitsverbetering zou kennen dat hij intercontinentale raketten richting de VS zou kunnen onderscheppen. De ontwikkeling van de interceptor wordt een zelfstandig technologisch programma los van het ruimteschild in Europa. Deze verzelfstandiging werd mede verklaard door de nood aan sterke respons op de verhoogde dreiging uit Iran en Noord-Korea.
De ‘phased adoptive approach’ van het raketschild in Europa is intussen inderdaad in werking getreden. Sedert 2011 patrouilleren er VS oorlogsschepen met radar en raketinstallaties aan boord in de Middellandse Zee. Tevens werd een speciale radar in Turkije geïnstalleerd. Vanaf 2014, de tweede fase, worden er vier van deze Aegis-schepen ingezet vanuit de Spaanse NAVO-haven van Rota. De zaak wordt gecontroleerd en gecoördineerd vanuit Ramstein in Duitsland. In 2015 zal een lanceerbasis voor interceptoren worden gebruikt in Roemenië. In de derde fase, 2018, wordt in Polen, in Redzikowo, een tweede lanceerbasis voor (verbeterde) interceptoren in gebruik genomen. Op die manier moet Europa volledig beschermd zijn tegen raketaanvallen uit het Midden-Oosten.
De centrale vraag klinkt nu na het akkoord met Iran nog luider dan ooit: welke raketdreiging vanwege wie?