Nee, deze titel heeft niets van doen met Belgisch surrealisme maar alles met westerse geopolitiek. Een mislukte satellietlancering in Noord-Korea wordt door alle westerse leiders verontwaardigd bestempeld als absolute provocatie, terwijl een gelukte lancering van een potentieel nucleaire langeafstandsraket door India, en even later ook door Pakistan, zo goed als geen commentaar opwekt.
Waarom? Omdat de ene onze vriend is en de andere niet. Eigenlijk is het inderdaad zo eenvoudig. Internationale regelgeving op zich doet er kennelijk niet zoveel toe, ze lijkt in de eerste plaats een controle-instrument van machtige landen over niet bevriende, zwakkere staten.
Onze leiders zien Noord-Korea – dat op sluikse wijze een atoombom fabriceerde – als een verwerpelijk ondemocratisch en onbetrouwbaar overblijfsel van vroegere tijden. India – dat op sluikse wijze een atoombom fabriceerde – is tegen alle non-proliferatieregels in sedert 2008 handelspartner van de VS geworden in nucleair materiaal. India wordt de facto door het Westen aanvaard als een verantwoordelijke, stabiele, nucleaire macht, ook al weigert Delhi het Non-Proliferatie Verdrag te ondertekenen. De lancering van een Indische raket vormt geen bedreiging, zo horen we, want India heeft een nucleair no-first-use beleid, de raketten zijn bedoeld als afschrikking.
Vergelijk het ook even met de houding van de westerse internationale gemeenschap tegenover Iran en het kernwapendossier daar. In het wereldje van inlichtingenorganisaties in de Verenigde Staten is er consensus dat Iran niet werkt aan een kernwapen, dat het geen enkele intentie daartoe heeft getoond. Bovendien weten we dat zijn politiek-religieuze leider het kernwapen als ‘zonde’ beschouwt. Dit alles is geen reden voor het Westen om de relaties met dit land niet tot op de rand van een oorlog te drijven.
Vergelijk het ook als je wil met onze houding tegenover nucleair Israël. Ook dit land weigert het Non-proliferatie Verdrag te ondertekenen maar heeft volgens alle waarnemers wel honderden kernkoppen en raketten. Het leeft in zware onmin met vele buren, bezet onrechtmatig Palestijns gebied, overtreedt vlotjes een reeks belangrijke internationale regels, aarzelt niet om oorlog te voeren en relaties te militariseren, en de Israëlische kernwapens vergroten de destabilisering Nochtans is er geen westerse haan die hier naar kraait.
Een land is een bevriende staat als het de belangen van de eerste ondersteunt. India wordt door de VS erg opgevrijd om een betrouwbare partner te worden in de Amerikaanse concurrentie met de nieuwe wereldmacht-in-volle-wording: China. India speelt ook mede zijn rol in Afghanistan. Volgens het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken zijn beide landen, de VS en India, verdedigers van politieke vrijheid en hebben ze een gemeenschappelijk belang in zowel de vrije handel van grondstoffen en goederen als in de strijd tegen het terrorisme. In de toekomst zullen de verhoudingen tussen Washington en Delhi verder evolueren naar een groeiende dynamische samenwerking, stelt Washington. De Noord-Koraanse wapens, met inbegrip van de (mislukte) lancering van een satelliet, daarentegen worden wel als offensief bekeken en als een destabilisering van de Stille Oceaan regio in Azië. De pas hervatte voedselleveringen – als Amerikaans aandeel in een overeenkomst waarbij Noord-Korea aankondigt het nucleair programma niet verder te ontwikkelen – werden onmiddellijk ingetrokken.
Het stond wellicht in de sterren geschreven dat het Pakistaans militair establishment zou reageren op de Indische ontwikkelingen en dat deed het dus met een eigen testlancering van een (kern)raket. De reacties van de buitenwereld waren zo goed als afwezig, misschien omdat iedereen deze zet verwachtte? De VS herhaalde een oproep tot terughoudendheid maar was erover verheugd dat Islamabad vooraf New Delhi had verwittigd. Pakistan is en blijft inderdaad een cruciale pion voor de oorlog in Afghanistan.
Door het akkoord van 2008 over de civiele nucleaire toepassingen tussen India en de VS, kan Delhi het eigen nucleair programma volledig op de kernwapens concentreren. Het einde van het embargo voor nucleaire handel ging tevens gepaard met het opheffen van aanverwante embargo’s voor transfers van geavanceerde technologie met militaire toepassing. Met Obama als VS president komt de militaire aandacht van het Pentagon nog meer op Azië te liggen, dit wil zeggen een beleid om China ‘in te tomen’. Hierbij wordt ook gezocht naar een militair strategische alliantie met Japan, de Filipijnen, Australië, Indonesië en India waarbij de rivaliteit met China centraal staat. De recente nieuwe verhoudingen tussen de VS en Vietnam passen in ditzelfde plaatje.
De meeste waarnemers wijzen erop dat de geteste Indische raket een reikwijdte heeft die heel wat steden in China bestrijkt. Men analyseert deze lancering dus voornamelijk in het kader van de oude vete tussen New Delhi en Peking. Het beleid van India vertoont echter op dit ogenblik geen openlijk anti-Chinese karakter. En hoewel Peking er op wees dat India moet opletten niet te voortvarend te worden, werd er eerder gematigd gereageerd op de Indische raketlancering. China is de grootste handelspartner van India en ze ontmoeten mekaar geregeld onder meer in het BRICS-overleg, een samenwerkingsverband tussen Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika. Beide landen zijn wel concurrenten op de energiemarkt in Centraal-Azië, het Midden-Oosten, Afrika.
Sommigen zien de Indische lancering van een langeafstandsraket voornamelijk als een verdere stap in de pogingen van India om zich werkelijk als regionale grootmacht te positioneren in functie ook van de zoektocht naar een vaste plaats in de VN Veiligheidsraad. Een nucleaire capaciteit en de technologie om die over de wereld heen te gebruiken zijn daarbij dan kennelijk belangrijke argumenten.
(Uitpers nr. 142, 13de jg., mei 2012)