Bette Dam, Expeditie Uruzgan – De weg van Hamid Karzai naar het paleis, Arbeidersperspers, 2009. 18,95 euro.
Onlangs verscheen bij de Nederlandse Arbeiderspers het boek ‘Expeditie Uruzgan’ van de Nederlandse journaliste Bette Dam. Het is haar verhaal van de tocht van de Afghaanse president Hamid Karzai eind 2001 vanuit de Pakistaanse stad Quetta via de Afghaanse provincie Uruzgan naar de hoofdstad Kaboel.
Het boek doet onherroepelijk denken aan bepaalde werken over bijvoorbeeld de Chinese leider Mao Zedong en zijn Lange Mars zoals neergepend door figuren als een Han Suyin, de Chinees-Belgische schrijfster. Het verhaal van Bette Dam vertelt die maandenlange reis van Karzai doorheen het zuiden van Afghanistan waarbij zij in detail beschrijft hoe en waar wie met wie aan tafel zaten, wat ze aten en zegden.
Probleem met dat soort verhalen is dat het allemaal van horen zeggen is, van de betrokkenen zelf. En men hoeft geen hoge intelligentie te hebben om te beseffen dat het schrijven van een dergelijke ‘geschiedenis’ een feitelijk onbegonnen zaak is. Het vertellen van leugens door de betrokkenen, het probleem van het geheugen zelf dat selectief gegevens bewaard en de neiging om te manipuleren zijn zeer moeilijk te nemen obstakels. Zeker wanneer er zoals hier veel macht en geld op het spel staat. Achteraan in het boek staan een lijstje van de geïnterviewden en geraadpleegde literatuur.
Nazicht leert dat ze praktisch alleen Amerikaanse en Britse bronnen raadpleegde of mensen interviewde die met Karzai meededen. Reden te over dus om vragen te stellen bij haar manier van geschiedschrijven. Wie een gebeurtenis wil verslaan moet het gebeuren immers vanuit ALLE invalshoeken bestuderen, of dat toch zoveel mogelijk betrachten en bij de besluiten rekening houden met het ontbreken van bronnenmateriaal uit een bepaalde hoek. En doet gebeurd hier manifest niet.
Al de haar vertelde verhalen worden zo te zien klakkeloos overgenomen. Alleen over de evacuatie door de VS van Karzai uit de buurt van de stad Durje geeft zij twee versies om dan trots te melden dat Karzai nu toegeeft dat hij inderdaad door de VS werd gered. Het betreft hier het enige gevecht met de Taliban waarbij Hamid Karzai echt betrokken raakte. Het liep desastreus af en zonder een Amerikaanse interventie had de man het niet overleefd. Bette Dam schrijft het niet zo expliciet, maar dit laatste is de enige te trekken conclusie.
Interessant maar al lang bekend is haar observatie dat er van een nationaal gevoel in Afghanistan amper sprake is. Zelfs onder de Pashtun, Oezbeken, Hazara en de andere etnische groepen in het land is er geen eenheid en is alles onderverdeeld in allerlei clans en subclans die dan ook nog onderling ruzie maken. Broers en neven die elkaar naar het leven staan is er dagelijkse kost.
Ook bij de familie Karzai trouwens zoals recent nog bleek bij de moord eind 2009 op de 19-jarige Waheed Karzai waarvan Hashmat Karzai, volle kozijn van Hamid Karzai, wordt beschuldigd. Coalities worden veelal gevormd op basis van wie het meeste geld heeft en het meeste wapens. Waarbij oude familieruzies in nogal wat gevallen een grote rol spelen. Zij schrijft het uitgebreid maar het is niets nieuws en is basiskennis voor al wie het land ooit bestudeerde.
Bette Dam is duidelijk fier op haar verhaal en ze staat dan ook in haar boek op foto’s te pronken met president Hamid Karzai en sommige van zijn vrienden. Dat ze de president wist te strikken voor een gesprek over de zaak wordt in het boek breed uitgesmeerd. En voor een exclusief gesprek hoort wat in de plaats te komen.
Hier in dit boek dus geen kritiek op Hamid Karzai. Dat hij in vele media en interne rapporten al jaren wordt afgeschilderd als een corrupt en onbekwaam leider die er niets van bracht lezen we niet. Dat hij amper nog iets in het land controleert evenmin. Smalend wordt hij trouwens omschreven als de burgemeester van Kaboel. Alhoewel hij zelfs daarmee problemen heeft.
En ja, ze heeft ook het probleem van de drugs ontdekt. En in Uruzgan is dat blijkbaar het werk van ex-gouverneur Jan Mohammed en zijn entourage. Dat zowat iedereen die serieus met Afghanistan bezig is in de richting wijst van de familie Hamid Karzai en dan vooral Ahmed Wali als de drugkoningen schrijft ze niet. Ze heeft beide broers geïnterviewd maar de vraag blijkbaar niet gesteld. Had zij dat gedaan dan had haar verder werk voor dit boek misschien in gevaar gekomen. En dus? De figuur van Ahmed Wali, naast de VS de echte macht achter de troon(?), komt trouwens niet echt uit de verf.
Waar we eveneens niets over horen is de rol van Mahmoud Karzai en Qayum Karzai, twee andere broers die de Amerikaanse nationaliteit hebben en er zakelijk ook erg actief zijn. Mahmoud werd door de VS naar Afghanistan gestuurd beladen met miljoenen dollars komende van US AID (ontwikkelingshulp) die hij dan investeerde in vastgoed en allerlei bedrijven in Kaboel. Zijn naam komt niet eens voor in het boek.
Ook over de vermeende relatie van Hamid Karzai met de Amerikaanse oliemaatschappij Unocal hoort men niets. Die wou een oliepijplijn leggen vanuit de vroegere Centraal-Aziatische Sovjetrepublieken doorheen Afghanistan naar het Pakistaanse Karachi. Reden waarom de VS de Taliban in het begin steunden. Zowel Karzai als Unocal ontkennen die adviseursrol wel maar de onduidelijkheid blijft.
Evenmin lezen we amper iets over de Afghaanse Amerikaan Zalmay Khalilzad, waarvan de contacten met Unocal wel bewezen zijn. Zijn naam verschijnt kort in het verhaal over de conferentie in Bonn waar Khalilzad tegen de Afghaanse groepen in Karzai als president opdrong. Wie de man juist is vernemen wij niet. Khalizad is een sleutelfiguur in het Amerikaanse beleid onder George W. Bush rond Irak en vooral Afghanistan. Zelf een Afghaanse Pashtun maar geboren in het noordelijke Mazar-i-Sharif verblijft hij al sinds de zeventiger jaren van de vorige eeuw in de VS. Hij werd later onder Bush Jr. ambassadeur in Irak, Afghanistan en bij de VN.
Tijdens de recente ruzie tussen Karzai en de VS rond de vervalste presidentsverkiezingen trok hij trouwens naar Kaboel om te onderhandelen tussen Karzai en de VS. Tevergeefs. Sinds de komst van Obama is ook de invloed van Khalilzad sterk gedaald. Ze schrijft wel dat Khalizad Karzai steunde maar verder gaat ze niet. Het lot van Karzai werd nochtans niet in Uruzgan beslist maar in Washington, maar dat verhaal beschrijft ze niet.
Haar boek doet dan ook heel hard denken aan de werken van mensen als Joris Ivens, Willem F. Wertheim en Han Suyin over China en Stalin. Ook zij waren intiem met een Mao en diens entourage, hadden exclusieve gesprekken en kregen documenten en alle nodige faciliteiten om hun verhaal te kunnen maken. Het verhaal zoals Mao dat wilde. Ze werden naderhand in onze media gebrandmerkt als ‘fellow travellers’, onbetrouwbare intellectuelen die in dienst van Stalin en Mao er maar op los schreven.
Bette Dam staat fier op de foto met Hamid Karzai. Een man die gezien wordt als een door en door corrupte, onbekwame ritselaar gelieerd aan een enorm drugimperium. Een man die van de VS Afghaans president mocht spelen. Er zijn ongetwijfeld veel leuker mensen om mee op de foto te staan.
Haar onkritisch verhaal kan dan ook maar best bij die van een Han Suyin en haar kornuiten gezet worden. De prullenmand heet die plek. Ook zij dient gezien als een ‘fellow traveller’ maar dan een langs de andere kant. En daar zijn er nog heel veel.
(Uitpers nr. 118, 11de jg., maart 2010)
U kunt dit boek via de link hieronder rechtstreeks bestellen bij:
en wie via Uitpers bestelt, helpt Uitpers!
De link:
http://www.groenewaterman.be/anne/index.dll?webpage=index.htm&inpartcode=831287&refsource=uitpers