Op maandag en dinsdag 14 en 15 september werd in Brussel de eerste ‘joint social conference’ georganiseerd, een gemeenschappelijk initiatief van het Europees Vakverbond en Europese ngo’s en sociale bewegingen. Het wordt misschien de start van een mooie traditie.
Beginnen we met de voorgeschiedenis van deze conferentie. Op het Europees Sociaal Forum in Malmö een jaar geleden werd voorgesteld in maart 2009 een initiatief te nemen in Brussel. In de lente van elk jaar organiseert de Europese Unie in Brussel haar lentetop waar traditioneel sociale kwesties op de agenda staan. Dat zou de gelegenheid kunnen vormen voor een initiatief dat een jaarlijkse traditie zou kunnen worden. Uiteindelijk kwam het er niet van, maar de gesprekken gingen verder. Miltanten van het Franstalige ACV trokken aan de kar. Zij waren uit op regelmatige ontmoetingen om te werken aan gemeenschappelijke eisenbundels en alternatieven. Het netwerk Labor and Globalisation van het Europees Sociaal Forum bood een kader voor de gesprekken. Uiteindelijk was het EVV bereid een test te organiseren. Dat werd de ‘joint social conference’ in september.
De conferentie
De conferentie werd georganiseerd door het Europees Vakverbond en vakbonden zoals het Franse CGT, de Italiaanse CGIL, de Belgische vakbonden ACV en ABVV en de Duitse dienstenvakbond Ver.di. Dit zijn de vakbonden die traditioneel al sterk aanwezig zijn in het Europees Sociaal Forum. Ook een vakbond die geen lid is van het EVV, het Franse Solidaires, zat in de organisatie. Onder de organisatoren waren er verder Europese ngo’s en bewegingen als Attac, EAPN, Friends of the Earth, Labor and Globalisation, Campaign for the welfare state, IPAM/AITEC, het Romanian Social Forum, S2B en Solidar. Het zou ons te ver voeren al deze organisaties voor te stellen. Zij hebben gemeenschappelijk dat de Europese sociale vraagstukken een belangrijke plaats bekleden in hun werking.
Het EVV als zodanig stapte dus in een gemeenschappelijke initiatief over sociale kwesties in Europa met ngo’s, sociale bewegingen en vakbonden die geen lid zijn van het EVV. Dat is een nieuwe ontwikkeling, zelfs als we vaststellen dat in de praktijk de leiders van het EVV niet echt actief deelnamen aan de conferentie die nochtans doorging in de gebouwen van het EVV. Maria Helena Andre van het EVV opende wel de conferentie, en gaf uitdrukkelijke steun aan het initiatief, al onderlijnde zij ook het belang van de Spring Alliance, een coalitie die binnenkort bekend gemaakt wordt van het EVV met de grote geïnstitutionaliseerde Europese ngo’s. Joel Decaillon van het EVV die sprak aan het einde van de conferentie deed hetzelfde.
De conferentie was op uitnodiging. Ongeveer honderd mensen namen deel, uit zowat 20 landen, 20 vakbonden en 25 ngo’s of sociale bewegingen. Heel wat deelnemers kenden elkaar al van het Europees Sociaal Forum, maar er waren toch ook nieuwe gezichten, bvb. van het Europees armoedeplatform EAPN en uit de Angelsaksische landen.
De eerste dag ging de discussie over sociale dumping, met een rapport van Pierra Khalfa van Solidaires. De tweede dag draaide rond ‘waardig werk’, met een rapport van Amana Ferro van EAPN. Besluiten werden niet genomen, dat was ook niet de bedoeling. De discussie en uitwisseling was waar het om ging. In de verschillende werkgroepen werd dan ook aardig gediscussieerd, en controversies werden niet uit de weg gegaan. Maar het bleef allemaal kameraadschappelijk, daar waar het EVV op Europese Sociale Forums nu en dan hard wordt aangepakt.
In kringen van het Europees Sociaal Forum is niet iedereen gelukkig met dit initiatief. Volgens sommigen dient het om radicalere krachten aan de deur te houden en het EVV niet voor het hoofd te stoten, terwijl voor anderen de conferentie net een antwoord is op een zekere steriliteit van het ESF.
De volgende stap
Op het einde werd voorgesteld in maart 2010 in Brussel een tweede conferentie te organiseren, om de discussie verder te zetten. Sommigen vonden dat de discussie meer op het vastleggen van doelstellingen moest worden toegespitst, terwijl een man van Ver.di zelfs vond dat de tweede uitgave gemeenschappelijke initiatieven moet bespreken. De verschillende organisaties moeten zich hier nog over uitspreken. Omdat deze tweede conferentie min of meer zou samenvallen met de Europese lentetop zou de confrontatie met het Europese beleid directer kunnen worden. En als de conferenties een traditie worden kunnen zij de slagkracht van de mobilisaties voor een sociaal Europa zeker versterken.
(Uitpers, nr. 113, 11de jg., oktober 2009)