Het boek België: Een geschiedenis van onderuit onderschrijft deze tradities, hoewel de auteurs diverse perspectieven over uiteenlopende onderwerpen hanteren. Jan Dumolyn, gekend mediëvist die internationale faam verwierf met de analyse van politiek en sociaal protest in de late middeleeuwen, heeft geopteerd om een schare aan historici enkele uitgekozen thema’s dieper te laten uitwerken: de materiële leefwereld, arbeidsomstandigheden en levenstandaard van ambachtsman, gezel of arbeider, de agrarische omwenteling en rurale proto-industrie in de achttiende en negentiende eeuw, de eeuwenlange strijd tussen volkse lagen en elites om politieke inspraak, de veranderende sociale status en professionalisering van het beroep van leerkracht, geloof en volkscultuur.
De auteurs zijn veelal afkomstig uit de UGent-stal en verkozen om een populairwetenschappelijke update van hun lopend onderzoek voor te schotelen. De zeven hoofdstukken zijn relatief uniform betreffende aanpak. De eerste vier hoofdstukken geven een globaal beeld over productie- en consumptiepatronen, politieke en sociale organisatievormen en juridisch-institutionele veranderingen. De deskundigen van dienst combineren structurele verklaringen van lange-termijn veranderingen met didactische voorbeelden uit de gebruikte bronnen. De andere drie hoofdstukken zijn eerder casuïstisch van aard en hebben een narratieve inslag.
De doorwinterde lezer in de socio-economische boekwerken over de Nederlanden zal weinig nieuwe analyses ontwaren. De agrarische crisistheorie van de achttiende eeuw wordt uitgebreid onderbouwd, nuances worden aangebracht over de rol van proto-industrialisering als eerder een hardnekkige transitionele overlevingsstrategie, en de impact van de kapitalistische industrialisatie op arbeid en sociale omstandigheden worden feilloos uit de doeken gedaan. De ongelijke ontwikkeling van de industrialisatie is een duidelijk zwaartepunt, waaruit blijkt dat arbeid niet onmiddellijk werd ontdaan van elk ambachtelijk of deskundig aspect. Tevens nuanceert het boek het cliché dat het middeleeuwse “gemene volk” politiek onmondig was en steeds balanceerde op de rand van uithongering. Het hoofdstuk over de gewijzigde rol van de leerkracht is kwalitatief hoogstaand omdat een link wordt gemaakt tussen verwachtingspatronen van diverse actoren en de impact van macro-fenomenen.
Gesteld kan worden dat dit boek duidelijk tot de betere uitgaves van EPO behoort, en een welgekomen afwisseling vormt in de voorradige boeken over de aangehaalde thema’s. De auteurs hebben omwille van de leesbaarheid en toegankelijkheid weinig moeten inboeten betreffende inhoudelijke diepte. Indien een lezer op zoek is naar een boek dat blijvende historische kennis over de staat van de huidige maatschappij bijbrengt, dan is België: Een geschiedenis van onderuit een verplichte aankoop. Een mens kan niet elke maand Boons Pieter Daens herlezen.