Het waren drukke internationale dagen in Latijns Amerika. Terwijl in Baku, Azerbeidjan, de onderhandelingen in COP-29 met horten en stoten naar het einde gaan en er niet al te veel grote beloften wachten voor het overleven van de mensheid op deze planeet, vond aan de overkant een reeks topvergaderingen plaats met een heel klein beetje meer succes.
Ibero-Amerika en APEC
Het begon in Cuenca, Ecuador, met een Ibero-Amerikaanse Top. Geslaagd was die zeker niet, want naast de President van het gastland, Daniel Noboa, waren slechts twee Staatshoofden aanwezig: de Koning van Spanje en de President van Portugal, de ex-koloniale machten. Alle anderen gaven forfait. Nu heeft dat zeker niet alles te maken met die kolonialiteit, maar ook met de moeilijke situatie in Ecuador, de inval in de Mexicaanse ambassade enkele maanden geleden, de recente afzetting van de vice-Presidente en de wijdverbreide onveiligheid gekoppeld aan een energiecrisis. Hoe dan ook, het kan voor de Spaanse Koning, die halsstarrig weigert enige bescheidenheid aan de dag te leggen ivm met de kolonisatie, een bijkomende les zijn.
Van Cuenca ging het naar Lima, Peru. Daar werd de APEC-top gehouden, het economisch samenwerkingsforum Azië – Stille Oceaan. China ging er met de pluimen lopen, want net voor die top werd een grote diepzeehaven in Chancay ingehuldigd, als onderdeel van het Belt-and-Road Initiatief. Chancay zou het nieuwe Singapore van de Pacific moeten worden.
De belangrijkste agendapunten van APEC waren de inperking van de informele sector, het verbeteren van de bilaterale betrekkingen tussen de V.S. en China, het groeiend protectionisme en de problemen met de zogenaamde ‘nationale veiligheid’. China had daarbij vier rode lijnen uitgezet: democratie, mensenrechten, verdediging van het eigen systeem en een recht op ontwikkeling.
Biden keek er redelijk sip, maar ging van daaruit een tochtje maken boven het Amazonewoud en gaf er tussen de bomen een heuse persconferentie. 17 november wordt voortaan de Internationale Dag voor het Natuurbehoud. Xi JinPing van zijn kant blijft een hele week in Brazilië voor een staatsbezoek.
Een sociale G-20 top
De volgende top was inderdaad in Brazilië, de G-20 in Rio de Janeiro. Het was de eerste ‘sociale top’ van die club. De G-20 brengt de rijkste landen van de wereld bijeen, 19 landen met daarnaast de Europese Unie en de Afrikaanse Unie. De landen zijn wat willekeurig gekozen, maar de bedoeling is vooral landen uit Noord én Zuid bijeen te brengen. Zonder de EU en de AU vertegenwoordigen ze 85 % van de wereldeconomie, 75 % van de internationale handel en 56 % van de wereldbevolking.
Een ‘sociale top’ omdat President Lula da Silva het punt van honger en armoede in de wereld bovenaan de agenda had gezet. Zelf nam hij het initiatief voor een wereldwijde alliantie, waar tot nog toe 82 landen zich hebben bij aangesloten.
Voor de Mexicaanse Presidente Claudia Sheinbaum was het een eerste internationale kennismaking. Haar voorganger, Lopez Obrador, had niet erg veel belangstelling voor wat buiten de Mexicaanse grenzen gebeurde. Sheinbaum kwam er echter met een opmerkelijk voorstel om één procent van alle wapenuitgaven in de wereld te besteden aan een herbebossingsprogramma. In Mexico voerde Lopez Obrador zoiets in, ‘Sembrando Vida’ – leven zaaien. Een half miljoen plattelanders – waaronder ook 40.000 in Midden-Amerika – kregen er werk en een inkomen mee en er werden op zes jaar tijd werden miljoenen bomen geplant die CO2 uit de lucht halen. Mocht zoiets wereldwijd worden aangepakt, zou het zes miljoen boeren een mogelijkheid geven om 15 miljoen hectare te herbebossen. Er is 24 miljard US$ per jaar voor nodig. “We moeten vrede en leven zaaien, in plaats van oorlog”, aldus Sheinbaum. “Wat is er toch aan de hand met onze wereld dat op twee jaar tijd de uitgaven voor wapens drie keer sneller zijn gegroeid dan de economie? Die economie van de vernietiging heeft 2.400 miljard US$ gekost, terwijl 700 miljoen mensen armoede lijden? Dit is toch absurd en zinloos”. Er werd braaf en stil naar geluisterd.
Er werd verder gediscussieerd over de aan de gang zijnde oorlogen en in de slotverklaring wordt gewezen op de plicht van alle VN-Lidstaten om af te zien van geweld. Er staat een oproep in om tot een staakt-het-vuren te komen in Gaza. De grote meningsverschillen tussen Noord en Zuid over de oorlogen werden stilletjes verzwegen.
Lula wilde het verder hebben over een rijkenbelasting en over de internationale samenwerking hiervoor. Ook de hervorming van de V.N. en een oproep voor een nieuwe internationale financiële architectuur haalden de slotverklaring.
President Milei van Argentinië nam afstand van enkele punten in de slotverklaring, zoals de rol van Staat in de strijd tegen honger en armoede. De markt vrij maken, werkt beter, aldus Milei. Ook een regulering van de sociale netwerken kan voor hem niet door de beugel, het is een inperking van de het recht op vrije meningsuiting.
Uiteraard ook een oproep om verder te werken aan de SDGs – Doelstellingen voor Duurzame Ontwikkeling – waarvan er slechts 17 ‘on track’ zijn. En een statement dat de grote ongelijkheid in de wereld centraal staat voor de hele agenda. De vergadering bevestigde ook zijn gehechtheid aan het multilateralisme.
De slotverklaring is 22 bladzijden lang. Echt nieuwe zaken staan er niet in, maar het is goed nog eens alle progressieve agendapunten bevestigd te zien.
Wetend hoe immens gevaarlijk de huidige wereldsituatie is, met een klimaatdreiging, een genocide en een mogelijk uit de hand lopende oorlog in Oekraïne kan zo’n tekst naïef lijken. Sheinbaum zal de bestedingen aan wapens niet zien verminderen. Toch is het tegelijk belangrijk dat de rijkste Staten hun principiële punten nog een keer herhalen en bevestigen. Ook al krijgen ze niet meteen een concrete verwezenlijking, ze staan op papier en het is aan de progressieve nationale regeringen en aan de sociale bewegingen om er hen voortdurend aan te herinneren.