De voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen sloeg een energieke toon aan in haar jaarlijkse ‘State of the European Union’ voor het Europees Parlement, waarin de Europese Commissie haar plannen bekend maakt. Die energieke toon sloeg vooral op de aanpak van… de energiecrisis.
Het is een bekend adagium (ik las ergens ‘een cliché’) dat crises de Europese Unie helpen een stap vooruit te zetten. Wanneer de nood het hoogst is blijken de problemen voor de lidstaten een maatje te groot, en moet de EU zichzelf bewijzen. Dat is zeker het geval nu de inflatie giert, miljoenen mensen in de problemen dreigen te komen, en populistisch rechts hier garen bij spint (over links maakt men zich geen zorgen…).
Maar eenvoudig is het niet. In de energiecrisis komen veel problemen samen: de oorlog in Oekraïne, en de verhouding met Rusland en China; de (al dan niet ondergeschikte) relatie met de VS; de onderlinge verhoudingen in de EU: de energiemix verschilt immers van lidstaat tot lidstaat. En steeds terugkomend: de vraag naar welk Europa, welke rol voor de lidstaten, een marktgedreven eenmaking of een grotere rol voor de overheid…? En dan is er ook nog de klimaatcrisis, de strijd voor het leiderschap in groene technologieën!
In de energiecrisis lijkt de Europese Commissie in elk geval wat energie te kort te komen. De aangekondigde maatregelen klonken wel stoer, maar schijn bedriegt.
De energiemarkt moet grondig worden hervormd, aldus de Commissie. De prijs van gas zoals die voor de EU bepaald wordt op de Nederlandse TTF gasmarkt zou niet meer afhankelijk mogen zijn van de prijs van Russisch gas, maar van over zee aangevoerd vloeibaar gas. Ook zou de prijs van energie uit andere bronnen losgekoppeld worden van de gasprijs. De vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans beloofde volgend jaar met concrete voorstellen te komen. Dat is dus nog even afwachten.
Verder wil de Commissie het energieverbruik met 10 procent verminderen.
Meest in het oog sprongen de voorstellen van de Commissie om de huidige megawinsten in de energiesector af te romen, en de opbrengsten onder de consumenten te verdelen.
Energieproducenten met andere bronnen dan gas maken nu grote winsten, omdat zij dezelfde prijs krijgen als voor gas, terwijl hun kosten niet gestegen zijn. De Commissie wil daarom producenten van zonne-, wind- of kernenergie een maximumprijs opleggen van 180 euro per megawattuur. De marktprijs nu ligt boven 300 euro. Maar vóór de huidige crisis was die prijs 50 euro. Italië heeft nu al een plafond ingevoerd van 60 euro.
Daarnaast wil de Commissie producenten van fossiele energie een belasting van 33 procent opleggen op winsten die 20 procent hoger zijn dan hun gemiddelde winst over de laatste drie jaar. Bedrijven zoals Shell sputteren al tegen deze berekening, omdat hun winsten door corona de laatste jaren juist uitzonderlijk laag waren.
Deze maatregelen samen zouden 140 miljard euro opleveren waarmee consumenten geholpen kunnen worden.
Een prijsplafond op gas komt er niet. Zo hard ingrijpen op de markt gaat Europa toch te ver, en meer bepaald Noorwegen had hier niet veel zin in.
Al deze maatregelen zijn echter slechts voorstellen. Het is aan de lidstaten ze uit te voeren. Of niet. Of iedere lidstaat zoals het haar het beste uitkomt. Want de energiemarkt en het belastingstelsel verschillen van lidstaat tot lidstaat, dus echt Europese maatregelen zag de Commissie niet zitten.
Misschien rekent de Commissie dat de lidstaten voldoende onder druk staan van de eigen publieke opinie zodat ze wel iets moeten doen. Maar het blijft afwachten.
In Nederland liet energieminister Rob Jetten (D66) alvast weten dat het dit jaar niet meer gaat lukken een maximumprijs op te leggen aan de energieleveranciers. Dat zijn er in de geliberaliseerde Nederlandse markt een vijftigtal, en het is dus te ingewikkeld. Waarom dat nu zo ingewikkeld is maakte de minister niet duidelijk. Zijn landgenoot Frans Timmermans zegt dat Nederland het geld aan de consumenten dan maar moet voorschieten. Maar misschien is dat ook te ingewikkeld? Rob Jetten is wel bang dat de overheid het gat tussen een opgelegde maximumprijs en de marktprijs moet vullen, en dat dit te duur wordt.
Rob Jetten zag ook niet meteen hoe hij fossiele energiebedrijven zoals Shell een belasting kon opleggen. Die boeken hun winst dan wel in een ander land. Volgens Timmermans valt ook dit weer mee, want “ook Shell heeft er niks aan als burgers en bedrijven omvallen”. Bedrijven die vrijwillig belasting betalen uit goed burgerschap? Jetten: “Dit is een beetje gemakkelijk van Brussel”.
Een probleem is ook dat de opbrengst van de verschillende maatregelen die de Commissie voorstelt per lidstaat zal verschillen, omdat de samenstelling van de energiebronnen verschilt. Ook hiervoor heeft Timmermans een oplossing: “solidariteitsovereenkomsten” tussen de lidstaten, waarbij de ene lidstaat opbrengsten doorschuift naar de andere. Het is nog niet voorgelegd aan Rob Jetten, maar de kans lijkt klein dat Nederland euro’s doorschuift naar bijvoorbeeld Griekenland, eerder dan naar de eigen consumenten!
Wat dus te denken van de Europese plannen? Optimisten zullen zeggen dat de Commissie de richting aangeeft, terwijl pessimisten het gebakken lucht zullen noemen. Laten we het midden houden, en zeggen dat de crisis voor ons ligt, niet achter ons.