Ernstige vragen bij geslotenheid van beleid Von der Leyen
“De binnenmarkt moet meer zijn dan louter een economische Unie”, zei Cindy Franssen (EVP) op 23 maart. Hoewel die oproep een langlevende mantra is in het Europees Parlement, toch was die verklaring zeer terecht bij de oprichting van een subkommissie Volksgezondheid (SANT) binnen de moederkommissie ENVI (die afgrijselijke manie om met onverstaanbare, Franse afkortingen boven de hoofden van de burger te praten is niet alleen irritant maar gewoon onaanvaardbaar; noem de dingen zoals ze heten: de Kommissie voor Milieubeheer, Volksgezondheid en Voedselveiligheid). Want kommissies zijn veruit het belangrijkste onderdeel van de wetgevende besluitvorming binnen de Unie.
Franssen is door haar fractie tot volwaardig lid aangewezen van de dertigkoppige subkommissie, die haar eerste vergadering zal houden in Straatsburg op 20 april. Ze was al plaatsvervangend lid in één van de grootste kommissies die ENVI is met 81 stemgerechtigde leden. Dat Franssen uitgerekend dertig jaar na de opstart van de Binnenmarkt opnieuw op het sociaal tekort van de Unie wijst is veelbetekenend. Er is een groeiend besef van vervreemding van de burger ten aanzien van “Brussel”, de te besloten en hooghartige Europese Commissie, en de al te nationalistische rol van de Raad van 27 lidstaten.
Orban
Zo kan Hongarije, bij voorbeeld, andermaal het akkoord uit 2021 met 79 landen uit Afrika, de Caraiben en de Stille Oceaan (AKS) blokkeren over samenwerking, mensen- en burgerrechten, klimaat en migratie. Viktor Orbán struikelt over dat laatste en gebruikt zijn veto. De unanimiteitsregel die geldt voor de internationale overeenkomsten (en die de meeste landen al lang op de schop willen om in ruil een bijzondere meerderheidsregel in te voeren) blijft natuurlijk elk land beschermen tegen willekeur of politieke druk van de grote landen.
Orbán maakt natuurlijk oneigenlijk gebruik van die regel, hij volgt alleen de ideologische partijlijn van Fidesz. Volgens hem is de Unie gezwicht voor de partnerlanden die waarborgen vroegen voor wettelijke inwijking. Nochtans bevat de goedgekeurde tekst een bepaling die uitdrukkelijk stelt dat “elk lid van de AKS-landen de terugkeer en heropneming zal aanvaarden van elke ingezetene die zich onwettig op het grondgebied van een EU-lidstaat bevindt”.
Uitgewezenen en doorwijkelingen moeten dus terug naar hun land van herkomst. Maar Orbán ziet ook niets in het naar zijn gevoel opgedrongen eenheidsstandpunt over de gelijkheid van geslachten (en wat daar tussenin ligt), omdat zij de traditionele gezinswaarden ontwrichten. Een dergelijke solo slim ondergraaft niettemin de pogingen van de EU om een betekenisvolle medespeler te blijven in de geopolitieke machtsverschuivingen, met name tussen de VS en China.
EU-China
Vooral die laatste wordt geviseerd: Europa wil minder afhankelijk worden van de Chinese economie en zijn politiek belang opschroeven in wat vroeger de ontwikkelingslanden heette. Voor Commissievoorzitster Ursula von der Leyen is dat een slag in het gezicht. Op 1 december 2021 liet ze triomfantelijk weten dat “wij slimme investeringen in hoogwaardige infrastructuur zullen ondersteunen, met inachtneming van de hoogste sociale en milieunormen, in overeenstemming met de democratische waarden van de EU en internationale normen en standaarden. De Global Gateway-strategie is een model voor de manier waarop Europa veerkrachtigere verbindingen met de wereld kan opbouwen”.
Het hulppakket was niet min: voor de periode 2021-2027 was al 300 miljard euro voorzien. De Commissie is evenwel niet van zins om opnieuw te gaan onderhandelen, het kan wijzen op een doodgeboren ambitie en een nieuwe knauw voor gezamenlijk optreden van de 27.
Dat Von der Leyen zo hamerde op internationale netwerking lag voor de hand. Geopolitiek was het roerig met het isolationisme van Trumps presidentschap, de militaire machtsontplooiing van China, de aanhoudende onrust na de (burger)oorlogen in de Arabische wereld, de atoomdreiging (Iran, Israel, Noord-Korea, en nu dus ook Rusland), de nieuwe energiekrisis, de achterstelling van armere landen tijdens de pandemie. Solidariteit met landen die zich geen aankoop van entstof tegen Covid-19 konden veroorloven was een doorzichtige truuk van de EU om opnieuw vertrouwenwekkend op te treden, na de amechtige migratiepolitiek en de ongeordende militaire tussenkomsten, vooral in de Sahel.
Met hulp en investeringen wou Von der Leyen een groot deel van de wereld nauwer aan de EU binden: “De COVID-19-crisis heeft aangetoond hoezeer we wereldwijd verbonden zijn met elkaar. Voor een wereldwijd herstel willen we de manier waarop we de wereld met elkaar verbinden om beter vooruit te komen, opnieuw vormgeven”. Economisch neokolonialisme in een deftig burgerpak. Waarin gezondheidshulp een lovenswaardige, maar uiteindelijk irrelevante rol zou spelen.
Drijfveren
Begrijpe wie kan. Als Von der Leyen over gezondheid spreekt, komen de onderliggende drijfveren onveranderlijk bovendrijven: een technocratische benadering die vooral inzet op doorgedreven ondersteuning voor de (dure) onderzoeksindustrie, gekoppeld aan een economisch denkmodel dat neoliberaal, marktconformistisch en eenlijnig op groei en internationale mededinging gericht is. Niet de patiënt staat centraal maar de versterking van het organisatiemodel.
Niet dat het laatste onbelangrijk is, maar de gedachtengang kleeft vooral behoudsgezindheid van het kapitalistisch verdienmodel aan. “De pandemie heeft de tekortkomingen blootgelegd in de aanpak van de gezondheidszorg en de kwetsbaarheid van de farmaceutische leveringsketen. Ze trekt ook de aandacht op de grote ongelijkheid in de wereld van de geneeskundige productiemogelijkheden”. Voor haar betekent het dat de klemtoon moet liggen op hogere, snellere aanmaak van geneesmiddelen (de universiteit Antwerpen bv. begint nu al sneller proeven op menselijke vrijwilligers te doen om het tempo op te drijven), plaatselijke productie (filialen dus van Europese farmacentra buitengaats), en bijkomende inzet op veiligheid (van vrouwenproblemen tot verkeersongevallen, de expertise is elders niet of minder aanwezig, wat meer ‘hulp’ vergt – gedacht wordt natuurlijk in eerste rangorde aan het zwakste werelddeel, Afrika. Eén zo’n voorbeeld blijkt de inlandse produktie te zijn van mRNA in Zuid-Afrika, waar de koning van België net op ‘werkbezoek’ was).
Er zit dus een nare dubbelzinnigheid in de retoriek van de Europese Commissie. Winst is logisch, anders verliezen we marktaandeel, hulp staat altijd in functie van een vlottere arbeidsmarkt. Er gaat teveel geld verloren met een te hoge werkloosheid en het te snel uitvallen van ondervoede of zieke werknemers. De weg naar ‘verbetering’ loopt altijd over meer en omstandiger gegevensverzameling, digitalisering en de uitbouw van netwerken, steeds bredere controle op het individu en de maatschappelijke bewegingen. Dat de afstand tussen de top en de brede onderlagen in ijltempo toeneemt, is graag meegenomen. Openheid (“transparantie”) is de vijand van de efficiëntie en de meritocratie.
Vragen bij Pfizer
Zo vergaloppeerde Von der Leyen zich met de inderhaast persoonlijk door haar geregelde reuze-aankoop van Pfizer-entstofeenheden (1,8 miljard doses !) in volle lockdown begin 2021. De kost daarvan bedraagt zowat 35 miljard, een redelijk hoog bedrag waarvan onduidelijk blijft of en hoe de prijs tot stand is gekomen. Het is geweten dat Von der Leyen, en dat siert haar, zeer snel gereageerd heeft toen de aanvoer van inentingen tegen Covid dreigden droog te vallen, na een conflict tussen Pfizer-BioNTech en AstraZenica, dat last had om de afgesproken doses tijdig te leveren. De keerzijde is de autoritaire en neerbuigende manier waarop de Commissievoorzitster, en bij uitbreiding de hele Europese Commissie, weigert inzage te geven in wat informeel is toegezegd of gevraagd.
De New York Times plaatste al op 21 april 2021 grote vraagtekens bij de snelle, mogelijk deels geheime deal tussen de EU en de farmagigant. “Pfizer might have more doses it could offer thebloc — many more. Andthe European Union would be thrilled to have them”. Vraag en aanbod, het gekende pokerspel. Afspraak was 900 miljoen eenheden tot eind dit jaar, nog es evenveel in optie. En dus werd Europa “Pfizer’sbiggest single clientby far; the company has so far sold 300 million doses tothe United States. The contract will permit the European Union toresell or donatethe vaccines to partners, empowering it to conduct vaccine diplomacy and support struggling efforts to immunize people in poorer countries”. Pfizer had in januari 2021 de aanvoer van het vaccin verminderd (200 miljoen waren al besteld plus 100 miljoen in optie), en directeur Bourla moest uitleggen hoe dat te rijmen viel met de uitbreiding in Puurs van de productie-afdeling. Wellicht speelde hier een dubbele gedachte mee: de winstmarge optrekken nu de epidemie echt een pandemie was geworden en de cijfers van zieken en doden beangstigend opliepen; en een snellere erkenning afdwingen van een nieuwe fabriek van BioNTech in Duitsland, die al met de aanmaak begonnen was en voorraden opsloeg. De erkenning volgde ongewoon snel in maart, de fabriek had al 11 miljoen doses in stock.
Opvallend is dat de EU in februari, na geregeld overleg tussen Von der Leyen en Bourla, opnieuw 200 miljoen doses aankocht, en in april de optie lichtte op 100 miljoen doses. WaaropMatinaStevis-Gridneff zuur opmerkt (alsof het er in Amerika anders aan toegaat): “Accounts of howthe deals cameabout, relatedby Ms. von der Leyen, Mr. Bourla, Mr. Marett[De Duitse Marketingdirekteur van BioNTech, LDV] andanothernine officials and experts involved, reveal a striking alignment of political survival and corporate hustle”. Dat schoot ook bij de ombudsvrouw van het Europees Parlement, Emily O’Reilly, in het verkeerde keelgat, zeker toen bekend raakte dat Bourla en Von der Leyen tekstboodschappen en sms’jes hadden gewisseld.
In een belabberd laattijdig antwoord op een klacht van O’Reilly dat het niet openbaar maken van die informatie onmiskenbaar “maladministration”, wanbeheer was, ontkende de Commissie dat er teksten gevonden waren, en ze liet na een geëist nieuw onderzoek te verrichten. Van nul en generlei waarde, zei de Commissie op 12 juli 2022: “The CommissionPresident’s personal office was notrequiredtoidentifyanytextmessages, andtheCommissionthereforedidnotassesswhethersuchmessagesshouldbedisclosed”.Daarmee moest ook journalist Alexander Fanta van de nieuwssite netzpolitik.orghet stellen. Hij had openheid van bestuur gevraagd.
The Guardian (29 juni 2022) trok de wenkbrauwen hoog op. De Commissie kent zichzelf het recht toe om tekstboodschappen niet bij te houden ? Zij kan oordelen dat het om “terloopse, futiele berichtjes” ging, die “niet hoefden bijgehouden te worden, en niet eens in het bezit waren van de instelling”. Waarop Kathleen Van Brempt (S&D, voorzitster van de speciale coronakommissie) meteen uithaalde: “Onaanvaardbaar. Dit volledig gebrek aan openheid komt alleen de industrie ten goede, niet de Europese burgers”.
Er is gewoon een klapdeurtje tussen de Commissie en de grootindustrie, liet de ombudsvrouw verstaan, die ook al uithaalde naar het gemak waarmee oud-kommissarissen na hun mandaat lucratieve jobs bij grootbanken of topbedrijven versierden, zoals Oudvoorzitter José Manuel Barroso overstapte naar Goldman Sachs in 2018. Twee handen op één buik.
Het Europees Parlement verbrandde ook al zijn handen toen de conferentie van de fractievoorzitters een openbare hoorzitting afwees op 16 februari 2023, en achter gesloten deuren met haar een gesprek zouden hebben. Erger nog, de lobbyisten van Pfizer bleven welkom, ook al had Bourla tot tweemaal toe geweigerd uitleg te geven voor de coronakommissie. Dat wringt, zeker bij de progressieven binnen de EVP, S&D en Renew. Pascal Arimont (EVP), onze enige Duitstalige MEP uit de Oostkantons, erkende ruiterlijk dat het EP hier onverdedigbaar tekort is geschoten. Maar daarmee is de zaak nog niet gedaan: de New York Times daagde op 14 februari 2023 Von der Leyen en de Commissie voor de rechter om openheid van documenten af te dwingen. Het Europees Hof van Justitie mag zich aan staalharde pleidooien verwachten.
Dat alles maakt de zaak van patiënten niet. Zij hebben baat bij een holistische benadering. Niet dat Europa dat verwaarloost: het Parlement telt liefst 20 vaste kommissies. De omvang schommelt. Voor de periode 2019-2024 telt de kommissie Rechtskundige Zaken (JURI) 25 leden, die voor Milieu, Volksgezondheid en Voedselveiligheid (ENVI) liefst 81. Over de werking en het belang van de kommissies – die het echte grondwerk voor Europese wetgeving leveren – heeft het Parlement een handige brosjure opgesteld, De Parlementaire Commissies in Vogelvlucht (2021). Te onthouden valt dat “bij een gewone wetgevingsprocedure het Parlement en de Raad van de Europese Unie op gelijke voet staan (…).Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn de begrotingsbevoegdheden van het Parlement versterkt.
Vandaag de dag deelt het Parlement de beslissingsbevoegdheid over de volledige jaarlijkse begroting van de Europese Unie met de Raad van de Europese Unie. Er zij echter op gewezen dat het Parlement het laatste woord heeft”. De kommissies werken maandelijks één tot twee weken aan de voorbereiding van het standpunt dat de verslaggever (rapporteur) voorlegt aan het voltallig parlement, dat beslist, mogelijk met amenderingen. Bij goedkeuring treedt het dan in overleg met de Raad. Die commissiewerkperiodes gebeuren in Brussel. Bovendien wijst het Parlement naar gelang van de voorliggende werktekst voor een richtlijn vaak verschillende kommissies aan om hun licht te laten schijnen over de voorstellen van de Europese Kommissie, juist omdat de onderwerpen vaak elkaar overlappen of aanvullende invalshoeken vergen.
Volksgezondheid is inderdaad zo’n onderwerp, dat rekening moet houden met uiteenlopende oorzaken van kwalen: fijn stof, chloordampen, sproeimiddelen, zwaveldampen, asbest, pandemieën, verkeersveiligheid, verslavingen, armoedekloof, de farmaceutische industrie, sportinfrastruktuur, giftige stoffen, het is niet moeilijk nog een resem bedreigingen voor de mens te bedenken die een direkte of latente invloed op zijn of haar gezondheid uitoefenen.
Net daarom kan het Parlement ook tijdelijke bijzondere commissies opzetten voor een prangend concreet probleem, zoals bv. gebeurde met Covid-19 (COVI), kanker (BECA), AI in het digitale tijdperk (AIDA) en buitenlandse inmenging en desinformatie (ING2). Die laatste is opgericht op 12 maart 2022, en moet normaal tot augustus 2023 lopen, want zij bestudeert ook de buitenlandse inmenging in alle demokratische processen van de EU, dus ook nepnieuws, beïnvloeding van de kiesverrichtingen, spionage en misbruik van gegevensverzameling, om Pegasus niet te noemen.
Als de werkdruk te hoog ligt, of specifieke kennis noodzakelijk is, is er ruimte om subcommissies in te stellen, normaal drie (twee bij buitenlandse zaken, mensenrechten – DROI – en veiligheid en landsverdediging – SEDE; een bij ECON – ekonomische en geldzaken – namelijk belastingaangelegenheden). Maar nu is er dus, op 14 februari 2023, terecht een vierde bijgekomen, Volksgezondheid. Want Covid-19 heeft aangetoond dat een aanpak in verspreide slagorde, staat per staat, op menselijke drama’s dreigt uit te lopen. “Bij grensoverschrijdende gezondheidscrisissen moet de EU in de cockpit zitten”, beaamt Franssen. Wie ervaring heeft met groepsaankopen, weet dat zoiets minder kosten meebrengt (tenzij er geheime toezeggingen of afspraken gemaakt zijn natuurlijk).
Maar het is even logisch dat natuurrampen, epidemieën, kernvervuiling of strijd tegen monopolievorming best overkoepelende, op elkaar afgestemde maatregelen vereisen in de hele Unie. “We kunnen niet meer aanvaarden dat de betaalbaarheid, de beschikbaarheid en de zorgkwaliteit afhankelijk zijn van iemands postnummer”. En dus zal de nieuwe subkommissie zich buigen over niet alleen farmaceutische producten maar ook over de kosmetika, de gezondheidsaspecten van het bioterrorisme (de ouderen onder ons herinneren zich maar al te goed de sarinvergiftiging in een Japanse metro, of de Russische vergiftiging van oppositieleden), en op een synthetische benadering van wat het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) en het Europees Centrum voor ziektevoorkoming en –bestrijding (ECDC) op zich nemen. EMA is opgericht in 1995 met zetel in Amsterdam. Zijn doel is duidelijk: “De wetenschappelijke beoordeling van, het toezicht op en de veiligheid van geneesmiddelen voor mensen en dieren in de EU”. Belangrijk daarbij is vooral de goedkeuring van nieuwe geneesmiddelen die op de markt worden gebracht, niet alleen in de EU, maar in de hele Europese Economische Ruimte, dus ook voor Zwitserland dat geen verwaarloosbare poot is in de artsenijbereidkundige industrie. ECDC is recenter. Vanuit Stockholm stuurt het Centrum sinds 2005 vooral de strijd tegen besmettelijke ziekten aan. Beide instellingen leveren de noodzakelijke wetenschappelijke ondersteuning aan voor het politiek beleid.
Gezondheidsunie
De samenwerking moet een stevige grondslag vormen voor de invulling van het voornemen dat Von der Leyen al op 12 november 2020 binnen de Europese Commissie bepleitte: een Gezondheidsunie. Angeltje was wel dat ze andermaal het Parlement wou negeren, en alles netjes binnen haar eigen Commissie wou houden. Op 15 september 2021 voorzag ze al 50 miljard in de meerjarenbegroting om haar plan te kunnen uitvoeren, 6 miljard is inmiddels al vrijgemaakt.
Heel nuttig, vindt Cindy Franssen, er is nog veel werk op de plank: “Het EU-Kankerplan moet verder worden uitgerold, de farmaceutische wetgeving is toe aan een dringende update, de grensoverschrijdende toegang tot de gezondheidsdiensten kan vlotter en makkelijker, en we hebben nood aan meer aandacht voor de personeelsleden in de zorg”. Van dat kankerbestrijdingsplan (gelanceerd in 2021) heeft de Europese Commissie in samenwerking met de OESO op 1 februari haar eerste doorlichting – landenprofielen –vrijgegeven. Niet verwonderlijk is dat zij grote ongelijkheden heeft vastgesteld tussen de lidstaten. Het sterftecijfer aan de ziekte mag dan redelijk gedaald zijn tussen 2011 en 2019, meer bij mannen dan bij vrouwen, een land als Hongarije (bijna 330 doden op 100.000 inwoners) of Kroatië (310) telt bijna dubbel zoveel sterfgevallen als de beste van de klas, Cyprus (190). België (229) doet het best aardig, want zit in de groep van de minst getroffenen met o.m. Finland, Noorwegen, Zweden en Spanje, met bovendien een heel sterke vermindering tegenover 2011.
Dat mag niet verwonderen, want België geeft, op Nederland en Duitsland na, het hoogste bedrag per hoofd uit aan kankerbestrijding, 522 euro. Toch is er een grote ongelijkheid in eigen land. Alleen Vlaanderen past behalve radioterapie en onderzoek naar borst- en darmkanker, als enige deelstaat ook screening toe voor baarmoederhalskanker. Bij stervensoorzaak – roken, alkohol, overgewicht – zit het land steevast onder het Europees gemiddelde.
Het is niet onmogelijk dat de bevoegde kommissaris in het team van Von der Leyen gekozen werd omdat ze zelf kanker overwon. Stella Kyriakides komt nochtans uit één van de zwakste lidstaten, Cyprus. Het was voor haar een ongelijke strijd om de akties te stroomlijnen tijdens de pandemie. Herhaaldelijk kloeg ze over een gebrek aan samenwerkingsbereidheid van de 27 regeringen. “On health, governments have never cededpowersto Brussels”, verzuchtte de kinderpsychologe in een interview met La Repubblica(30 maart 2020). “Coordination is the key to everything. We are at a critical moment for cooperation, I would have preferred to see more solidarity and support between governments”. Het was ieder voor zich, landen sloten afzonderlijke contracten voor de levering van entstoffen, het kritieke ogenblik is nog lang niet voorbij.
Maar ook haar eigen Commissie bleef niet zonder zonde. In haar State of the Union 2021 (15 september) ging Von der Leyen diep in op HERA (Health Emergency Preparedness and Response Authority), een nieuwe autoriteit die moet zorgen “voor de ontwikkeling, productie en aanschaf van geneeskundige tegenmaatregelen voor en tijdens een gezondheidscrisis”. Behalve het gevaar op grote overlappingen met andere bestaande instellingen – de vrijgemaakte 6 miljard waarvan sprake ging naar HERA, niet naar de andere gezondheidsinstellingen. Een deel van dat geld komt uit het coronafonds (NextGenerationEU) dat beschikt over 750 miljard ondersteuningsgeld. En dan is het best even te kijken naar Von der Leyens betoog. HERA moet zich wezenlijk inzetten voor “de ontwikkeling, aanmaak, bezorging en eerlijke verdeling van geneeskundige sleutelmiddelen om ziektes te bestrijden. Onder die middelen verstaat de Kommissie “entstoffen, antiobiotica, geneeskundige uitrusting, scheikundige bestijdingsmiddelen, terapieën, voorkomingsonderzoek, en persoonlijke beschermingsmateriaal” (handschoenen, mondmaskers en dies meer).
Waarom zo gesloten
So far, sogood.Pas dan komt de aap uit de mouw. “The authority wiil engage withindustry, science, academia and clinical research organisation networks, with the aim of implementing successful public-private partnership”. De geldstromen vloeien volledig naar de fabrikanten, niet naar de patiënten, niet naar de burger.
Die burger zal profiteren van onderzoek en ontwikkeling, zeer zeker. Maar waarom een dergelijke geslotenheid ? Omdat, zoals ze al in 2020 aankondigde, de top-downstructuur gehandhaafd moet worden. Haar voorstel van 2021 bevestigt uitdrukkelijk dat HERA geen agentschap wordt maar “een structuur binnen de Europese Kommissie” zelf. Want dan kan die profiteren van “het volledige pakket aan financiële, proceduriële, technische en organisatorische middelen en de vakbekwaamheid die bij de Kommissie te vinden is”.
Met andere woorden, alle controle blijft in handen van de niet-verkozen ambtenarij. Von der Leyen handhaaft een strikte hiërarchie en discipline. Dat is allicht de voortzetting van haar beleid als minister van Defensie in de regering van Angela Merkel. (Niet toevallig staat de NAVO op de rem om Jens Stoltenberg als secretaris-generaal te vervangen, het is eigenlijk wachten tot zij haar werk in de Commissie afrondt).
Waarnemers zijn niet vergeten hoe zij ook al aan belangenvermenging deed als Duits minister. Politico schreef op 15 juli 2019: “An investigative committee of the German parliament — the toughest instrument that lawmakers can use to probe government misdeeds — is digging into how lucrative contracts from her ministry were awarded to outside consultants without proper oversight, and whether a network of informal personal connections facilitated those deals”. Wantrouwen is dan geen loze reactie.
HERA lokte, vooral bij Groen, korzelige reacties uit. Tilly Metz (een ondervoorzitster intussen van SANT) vroeg zich af waarom het Parlement buitenspel wordt gezet. Het is immers de taak van het Parlement de Kommissie te controleren, niet omgekeerd. “En dat nieuw orgaan HERA gaat over alle gebieden die onder de bevoegdheid vallen van het Parlement, wat is dan de zin van die eigen zaakjes eerst kultuur ?”, liet ze verstaan in Euractiv. Haar kollega Bas Eickhout vond de zelfbewieroking van Von der Leyen ongepast: “Global vaccination, not COVAX, is our next focus”. Inenting van iedereen, niet alleen toegang tot.
Ongestoord
Dat hoort Von der Leyen niet, ze gaat ongestoord door. De hele wereld bijspringen ? Europa is voor driekwart ingeënt, in Afrika en andere armere streken 1 procent. “Ja, dat is zeer onrechtvaardig”, aldus Von der Leyen. “Het is één van de belangrijkste geopolitieke uitdagingen van onze tijd”. Maar intussen hebben de wapenfabrikanten al lang het heft in handen genomen, en is Covid naar de achtergrond gedrongen. Wat blijft is de verdere technocratische uitbouw. HERA heeft al een groep van deskundigen voor Covid-19 opgezet, klinkt het, we hebben ook entstof tegen apenpokken aangekocht, EU FAB is in stelling gebracht (snelproduktie en opberging van entstoffen als er in de toekomst nog wat zou gebeuren; oudminister Maggie De Block wordt zo naar herinnerd aan eerdere beslissingen) en we leggen voorraden aan van uitrusting en tegengif om scheikundige of radioactieve dreigingen op te vangen.
En toen de overgangsperiode voorbij was, wachten al twee nieuwe initiatieven voor de gezondheidsunie: de farmaceutische industrie en het kankerbestrijdingsplan. En toch alweer opvallend: er is, op een zelfdekoratie na, door Von der Leyen met geen woord meer gerept over de gezondheidsunie in de State of the Union 2022.
Dat moet de idealistischer ingestelde leden van de subkommissie Volksgezondheid toch zorgen baren. Over de eigengereidheid van Von der Leyen in de zaak Pfizer geeft het kabinet van Cindy Franssen toe dat er van helder en dus door te lichten optreden geen sprake was en is. Maar “ons is het te doen om het eindresultaat”. Groepsaankopen aanporren had een groot schaalvoordeel, daar heeft Von der Leyen op ingepikt. “De toegevoegde waarde dat elke lidstaat tegelijk toegang had, was nooit gelukt zonder samenaankoop. Nu kunnen we een wetgevend initiatief nemen om de samenaankoop beter te regelen”.
Klemtonen
Maar van uitstel komt afstel. Franssen legt de klemtoon liever op vier doelstellingen: gezondheid verbeteren, betere bescherming tegen gezondheidsbedreigingen, makkelijker toegang tot geneesmiddelen, en “een betere uitwisseling van gezondheidgegevens” om de “gezondheidsstelsels te versterken”.
Dat laatste is een hachelijke zaak. Iedereen die al eens in een ziekenhuis belandt voor een operatie of scans of een behandeling weet uit ervaring dat de dokter of heelmeester meer over je lichaam en geestelijke gesteldheid weet dan jijzelf. Ik neem mezelf als voorbeeld. Bij een vervelende breuk lig ik te wachten op behandeling. Intussen schuift men mij zes bladzijden toe die ik moet invullen (relatief moeilijk met een gebroken schouder). Tweemaal komt een dokter langs voor details. Of ik ingeënt ben tegen de geelkoorts ? Dat zal wel, de VRT heeft me met alles wat ze in voorraad hadden volgespoten. Dat is toch tien jaar geldig ? Vijf minuten later staat de dokter daar opnieuw. “Ja hoor, net op tijd, nog een half jaar. We zullen je maar een spuitje geven”. En of ik allergisch ben ? Waarvoor denk ik dan, tenzij voor dergelijke vragen. “Geen idee”. Triomfantelijk komt de dokter een paar minuten later terug. “Jawel, 35 jaar geleden heb je een naald in je ruggengraat gekregen, en je bent allergisch voor x-y-z”.
Helemaal niet aan zo’n epiduraal gedacht. Maar ze weten het wel allemaal. Als straks een hacker van of bij Pfizer een en ander bovenhaalt en mijn (schrale) ouwelverbruik nagaat, dan sta ik daar voor Piet Snot. Zeker omdat nu ook de huisdokter alle voorschriften voor de apotheker inlaadt op mijn identiteitskaart, die kruispuntbank voor alle geneeskundige raadselen en geldzaken en verkeersovertredingen en geslachtskenmerken. En dan zou ik als Europees burger nog blij moeten zijn ook, omdat men jongleert met en handelt in privégegevens ? Net als de banken en internetbedrijven en justitie en de politie en honderden andere instanties voor wie ik, net als jullie, een opslagplaats van informatie ben die te gelde kan gemaakt worden. Kabinet Franssen: “Het belang van de privacy is inderdaad een belangrijke bekommernis, het is vaak afwegen”.
Ik ben voor alle veiligheid even in de subkommissie Volksgezondheid gedoken om mijn angsten te bezweren. De antecedenten van enkelen nagetrokken. Niet van Cindy Franssen, die kende ik al, zij komt uit de christelijke arbeidersbeweging, en zat onder meer in de kommissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van het Vlaams Parlement, een goeie kombinatie. Als senator zetelde ze in de kommissie Sociale Zaken. Die lijn trekt ze, bescheiden, door. Geen tafelspringster. Nee, ik heb vooral gekeken naar het voorzitterschap en de vier ondervoorzitters.
Met enige argwaan zag ik dat van het vijftal er twee Polen zijn, die staan meestal niet bekend voor een kritische, vooruitstrevende aanpak. Voorzitter Bartosz Arłukowiczzit dan wel in de EVP, maar ook hij komt uit de centrumlinkse vleugel als lid van socialistische partijen en het Burgerplatform. Onder Donald Tusk was hij minister van gezondheid (2011-2015). Zijn tegenhanger wordt onder meer ondervoorzitster Joanna Kopcińska. “Geen curriculum vitae beschikbaar”, noteert de webstek van het Europees Parlement zelf bij het ledenbestand. De Poolse Wikipedia geeft wel aan dat ze uit de arbeidsgeneeskunde komt (geneeskundige Universiteit van Łódź). “Als sociaal activiste was ze mede-oprichtster van de Senior Health Academy”. Devoormalige woordvoerster van de regeringspartij PiS(2017-2019) is aangesloten bij de conservatieve EP-fraktie ECR. Arłukowicz komt geregeld tussen in de debatten over volksgezondheid. Zo brak hij op 3 oktober 2022 nog een lans voor het aanleggen van voorraden geneesmiddelen, toen bleek dat er een tekort was bij de plotse stijging van aandoeningen aan de luchtwegen. Op 17 januari 2023 hekelde hij de ongelijke toegang tot behandeling voor zeldzame ziekten en tot werkzame kankerbestrijding.
De man lijkt goed voorbereid op zijn taak. In datzelfde tekortendebat, maar nu op 14 februari 2023, klaagde Kopcińska over ontbrekende antibiotica om de gezondheidszekerheid te waarborgen. Maar, typisch ECR, zij dacht aan de producenten. Ze eist bescherming van fabrikanten tegen leveranciersschokken, en betere toezichtsmechanismen op de markt van geneesmiddelen.
Anderzijds bleef haar bespaard dat ze de kwalijke wetswijzigingen in Polen over vruchtafdrijving nog moest verdedigen. Sinds 2020 heeft de PiS immers het vrijwel onmogelijk gemaakt nog wettig abortus te laten uitvoeren. Amnesty en Europa beschouwen het verbod om foetussen met ernstige afwijkingen of weinig levensvatbaarheid nog te verwijderen als onverantwoord, vrouwdiscriminerend en onethisch. In 96 % van de gevallen gaat het daar evenwel om. De rest blijft toegelaten, bij verkrachting of incest dus. Zoals bij de verkrachte nonnen na de onafhankelijkheid van Kongo. Blijkbaar zijn de gezondheid en het welbevinden van de moeder quantiténégligeable. Links begonnen (ex-Burgerplatform), is Kopcińska vrij rechts geëvolueerd. Ze kreeg zelfs de Pro Patria Medaille, die normaal wordt toegekend aan oorlogsveteranen en onderdrukte personen. Wat de PiS vertaalt als Pools onafhankelijkheidsdenken. Dat kan nog pittige woordenwisselingen uitlokken. Maar zolang dat in het Pools gebeurt, zullen de andere ondervoorzitters daar weinig last van ondervinden.
Profielen
Het doopceel van de drie anderen lichten is eenvoudig. TudorCiuhodaru, een Roemeense arts bij de spoeddiensten, brandwondendeskundige en toxicoloog, volgde een even hobbelige weg alsJ oanna Kopcińska, maar dan van de sociaaldemocratie naar onafhankelijk parlementslid en daarna bij de UNPR, die intussen heeft opgehouden te bestaan. Hij is eerste ondervoorzitter namens S&D.
De Luxemburgse Tilly Metz van Déi Gréng vertegenwoordigt de Groen/EVA-fraktie. Ze studeerde psychologie en pedagogie, was lid van de socialistische kring Michel Welter, die zich vooral buigt over gezondheid, opvoeding en gebrekkigheid. In 2001 stapte ze over naar de Groenen. In het EP was ze vooral bekommerd om dierenwelzijn, als voorzitster van de bijzondere kommissie ANIT (Bescherming van dieren bij hun vervoer), die vanaf 19 juni 2020 twaalf maanden lang naging of de Europese lidstaten zich wel gedroegen naar de bepalingen van het Europees recht. Behalve met dieren houdt ze zich ook met specifieke menselijke aandoeningen bezig. Zo was ze elf jaar lang voorzitster van de vereniging Multiple Sclerosis Lëtzebuerg, fungeerde als schaduwrapporteur over de farmaceutische strategie en EMA.
De liberalen van hun kant (Renew) schoven de Sloveense IrenaJoveva naar voren, een centrumlinkse spring-in-’t veld van 35. Ze is van Noord-Makedonische afkomst. Een buitenbeentje dat zich vooral met klimaatverandering, biodiversiteit en duurzaamheid bezighoudt, maar tegelijkaktief is met kankerbestrijding. Als lid van de Vrijheidspartij (nu de grootste sinds vorig jaar; de partij maakte een einde aan het nogal nukkige, rechts-populistische bewind van Janez Janša) is ook zij een grote voorstander van strijd tegen de milieuvervuiling – de partij wil zelfs de enige bruinkoolmijn sluiten – en tegen plasticgebruik.
Voor België houdt de Vrijheidspartij vooral de asbestplaag in het oog, Eternit mag uitkijken. Onlangs nog drong Joveva aan op meer ethisch besef in het parlement: “Zero tolerance for corruption. (…) It is right to have a European ethics body with unified clea rrules of conduct within all institutions”. Die instelling komt er, ondanks bezwaren tegen de Europese Commissie die tegelijk rechter en toezichthouder wil zijn. Geert Bourgeois (ECR), lid van het komitee voor de gedragscode van parlementsleden, deed daar een scherpe tussenkomst in de plenaire vergadering van februari over: “Een nieuw controleorgaan oprichten waarbij de uitvoerende macht (Europese Commissie) het parlement mee kan controleren – rechtstreeks of onrechtstreeks – is onaanvaardbaar. (…) Er gelden andere regels voor de leden van het Parlement dan voor die van de uitvoerende macht. Het parlement hoort de executieve te controleren en niet omgekeerd”.
Toch is het goed dat, zeker bij Volksgezondheid, ook het etischeaspekt betrokken wordt. Patiënten bevinden zich altijd in een kwetsbare situatie, en hebben zelden een weerwoord op de behandelingswijze. Want als uitsluitend deskundigen – en dat blijken ze beroepsmatig wel degelijk te zijn – de Europese strategie moeten aanscherpen is het risiko van lobbybeïnvloeding (vooral door de farmaceutische industrie en de fabrikanten van geneeskundige apparatuur) redelijk hoog, en de neiging naar puur technocratische ingrepen intenser.
Dat is even voelbaar in de triloog over de Europese Dataverordening. Er moet een striktere afbakening komen van de mogelijkheid voor overheden om privégegevens op te eisen, laat Bourgeois verstaan. “Te veel (Europese en nationale) overheidsinstanties worden daartoe gemachtigd bij een ‘uitzonderlijke noodzaak’” (14 maart).Internetbedrijven en banken doen krek hetzelfde.De kritiek gaat ook op ook voor het persoonlijk gezondheidsbevinden.
Het wordt dan boeiend om na te gaan of de wensdroom van Cindy Franssen inderdaad in vervulling zal gaan: niet alleen de sociale laag dient altijd aanwezig zijn, maar ook “gezondheid in elke politieke aanpak”. Een gezonde geest in een gezonde politiek, zeg maar.