Pablo Solón Romero, zoon van een bekende Boliviaanse kunstenaar, is een internationaal bekende analist en sociale activist. Als Boliviaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties tussen 2009 en juni 2011 was hij de belangrijkste onderhandelbaar rond de klimaatverandering. Zijn inspanningen in naam van de Boliviaanse staat voor de erkenning van het recht op water door de VN en ook om een verklaring over de Rechten van Moeder Aarde op te nemen hebben hem voor het internationale voetlicht gebracht.
In oktober 2011 stuurde hij naar aanleiding van de TIPNIS-affaire (zie Uitpers nr. 136, november 2011) een open brief naar Evo Morales om hem erop te wijzen dat de houding van de regering rond een weg door een natuurgebied niet strookte met de Rechten van Moeder Aarde waarvoor Bolivia nationaal en internationaal opkomt. Hij maakt hieronder enkele kanttekeningen bij het verloop van de klimaatconferentie in Durban.
Na negen dagen van onderhandelen bestaat er geen twijfel over dat we deze film al eerder zagen. Het is al de derde remake van Kopenhagen en Cancun. Dezelfde acteurs. Hetzelfde script. De documenten worden gemaakt buiten het formele onderhandelingsscenario. Dat gebeurt dan meestal tijdens vergaderingen bij privé-etentjes, die niet worden bijgewoond door de 193 lidstaten. Het resultaat van deze privébijeenkomsten wordt alleen de laatste dag bekend gemaakt. In het geval van Kopenhagen was dat om twee uur ’s nachts op een ogenblik dat de top officieel al afgesloten was. In Cancun kregen we pas om 5 uur ’s namiddags van de laatste dag inzage van het ontwerp van besluiten, maar aan die tekst viel niets meer te veranderen, zelfs geen komma. Op deze twee plaatsen was de houding van Bolivia zeer duidelijk. Wij konden niet akkoord gaan met de zeer lage CO²-reductie waartoe de geïndustrialiseerde landen besloten, want dat zou leiden tot een toename van de globale temperatuur op aarde met meer dan vier procent. In Cancun (COP16) stond Bolivia volledig alleen. Wij konden niet anders. Hoe konden wij immers hetzelfde document aanvaarden, dat was verworpen in Kopenhagen (COP15), wetende dat elk jaar 350.000 personen sterven door natuurrampen veroorzaakt door de klimaatveranderingen? Onze stem niet laten horen zou betekend hebben dat we medeplichtig waren aan genocide en ecocide. Het aanvaarden van dat rampzalig document om niet geïsoleerd te raken zou getuigd hebben van een lafhartige vorm van diplomatie. Erger nog: hoe zou Bolivia dat kunnen rijmen met de conclusies die in 2010 getrokken werden in Cochabamba op de alternatieve top over klimaatveranderingen en de Rechten van Moeder Aarde?
De toestand in Durban ziet er nog erger uit dan in Kopenhagen en Cancun. Twee dagen voor het afsluiten van de top is de echte tekst waarover onderhandeld moet worden, nog steeds niet bekend. Iedereen weet dat het actuele document van 131 bladzijden waarover we nu beschikken alleen maar een compilatie is van voorstellen die maanden eerder in Panama al op tafel lagen. De formele onderhandelingen vorderen niet. Het definitieve document zal pas op de proppen komen bij het afsluiten van de 17de Conferentie van de Partijen (COP17) voor het VN Raamwerk verdrag voor klimaatsverandering (UNFCCC). De basis voor onderhandeling is echter onveranderd sinds Kopenhagen. Het aandeel van de geïndustrialiseerde landen in het terugdringen van de CO²-uitstoot bedraagt nog steeds 13 tot 19 procent met als basis het jaar 1990. Iedereen weet dat dit een ramp is. Maar in plaats van verontwaardigd te worden, tracht men dat sluipend gif een minder bittere smaak te geven. Onder de mooie verpakking van de slotresoluties zal in wezen hetzelfde schuil gaan als in Kopenhagen en Cancun: doe gedurende dit decennium zo goed als niets om de CO²-uitstoot te reduceren en zorg voor een mandaat om een akkoord te onderhandelen dat zwakker is dan het Kyoto Protocol en dat het in 2020 kan vervangen. The Great Escape is de naam van de film die het verhaal vertelt hoe de regeringen van de rijke landen, samen met de multinationals, naar uitwegen zoeken om hun verantwoordelijkheid in het verminderen van de gasuitstoot te kunnen ontlopen. In plaats van de strijd tegen de klimaatverandering op te voeren, wordt het een soft en flexibel gedoe met vrijblijvende verklaringen om de uitstoot terug te dringen. De vraag is welk land er deze keer zal opstappen om die toestand aan te klagen. Of zou het kunnen dat deze keer iedereen een remake van Kopenhagen en Cancun zal aanvaarden? Het einde van de film zal hetzelfde zijn als in Kopenhagen en Cancun: de mensheid en Moeder Aarde zullen de slachtoffers zijn van een in 800.000 jaar nooit geziene temperatuurstijging.