Het steeds weer opgeworpen argument van Israël en zijn apologeten is zijn recht op zelfverdediging tegen Palestijns ‘terrorisme’. Dat klinkt goed, zeker in mainstream media waar elke gewapende actie van Israël wordt vergezeld van de meme ‘als reactie op’ wat in essentie Palestijns verzet is tegen de bezetting. Wie ondertussen dat recht volledig wordt ontzegd zijn de Palestijnen.
Noam Chomsky, bekend politiek criticus van het buitenlands beleid van zijn eigen land, de VS – en daarom persona non grata in alle mainstream media daar – vat het zogenaamd recht op zelfverdediging van Israël gevat samen in een van zijn vele quotes:
“Wanneer Israëli’s in de bezette gebieden claimen dat zij het recht hebben zichzelf te verdedigen, verdedigen zij zichzelf in dezelfde zin als eender welke militaire bezetter die zich moet verdedigen tegen de bevolking die ze aan het verpletteren is… Je kan jezelf niet verdedigen wanneer je iemand anders’ land militair aan het bezetten bent. Dat is geen zelfverdediging. Noem het wat je wil, maar het is géén zelfverdediging’.
Er zijn veel meer gegronde redenen dan de scherpe veroordelingen van Chomsky en anderen om Israël het recht op zelfverdediging te ontzeggen. Bijna alle slachtoffers van Israëlische doelwitten zijn burgers. De overgrote meerderheid van de gedode slachtoffers zijn Palestijnen.
Het enige ‘recht’ dat een bezetter heeft volgens de Conventies van Genève over het oorlogsrecht is het garanderen van de bescherming van de bevolking in de grondgebieden die ze bezet.
Er is naast het principiële, morele en juridische argument tegen het ‘recht op zelfverdediging’ van Israël ook het proportionele argument. Israël heeft een van de best met de nieuwste technologieën uitgeruste legers ter wereld. Het Palestijns verzet heeft daartegen geen landleger, geen luchtmacht, geen zeemacht, geen drones, geen bommenwerpers en geen kernwapens ter beschikking.
Oorzaak en gevolg
De raketten die Hamas vanuit Gaza afvuurt zijn geen oorzaken maar gevolgen van de ultieme oorlogsmisdaad die Israël al jaren begaat door 2 miljoen inwoners van Gaza reeds jarenlang economisch en territoriaal te omsingelen en elke poging tot het herstel van een minimaal functionerende maatschappij te verhinderen.
Het VN-Handvest staat elk volk dat wordt gekoloniseerd of bezet het recht toe op gewapend verzet. Wat men verder ook mag denken over de conservatieve ideologie van Hamas, het is een verzetsorganisatie. Hamas is volgens de VS en de EU echter een ‘terroristische organisatie’, een kwalificatie die louter politiek en ideologisch is.
Op de lijst van terroristische organisaties van de EU prijkten ooit het ANC van Nelson Mandela in Zuid-Afrika, de SWAPO van Namibië, het FRELIMO van Mozambique en de PLO van Palestijns leider Yasser Arafat.
Tot 2016 stonden ook gewapende Oeigoerse strijders in Afghanistan op deze lijst. Sinds de VS en de EU het nut van de Oeigoeren in China ontdekten werden ze daar afgehaald en krijgen ze ruime steun voor acties in China (terwijl ze ondertussen nog steeds onverminderd met de Taliban tegen de VS en hun bondgenoten vechten in Afghanistan).
Verkiezingen van 2006
Tot 2006 werd Hamas nog erkend als politieke organisatie die de Palestijnse bevolking vertegenwoordigt naast Fatah, PLO en andere Palestijnse groeperingen. Toen Hamas tot westerse verrassing de enige democratische Palestijnse verkiezingen tot nu won in 2006, werd eerst een poging gedaan tot interne staatsgreep. Fatah werd uit Gaza verdreven, Hamas uit de bezette Westelijke Jordaanoever. Sindsdien worden Gaza en de Westelijke Jordaanoever elk afzonderlijk door Hamas en Fatah bestuurd, waarmee deels de doelstelling van Israël werd bereikt om ten allen prijze een gemeenschappelijk front van Palestijnse verzetsorganisaties te voorkomen. Toen Hamas vervolgens weigerde zich neer te leggen bij de eisen van Israël tot volledige overgave en integendeel overging tot gewapend verzet met o.a. raketten werd de organisatie ‘terroristisch’.
Gatling-gun tegenover pijl en boog
De veroordeling van de raketaanvallen van Hamas is verder zeer disproportioneel. Deze aanvallen worden veroordeeld omdat ze zonder onderscheid burgerdoelwitten aanvallen. Dit is een zeer gemeen argument omdat het essentiële informatie verzwijgt. Hoewel hun bereik drastisch is toegenomen blijven deze raketten klein bier op alle vlakken tegenover het wapenarsenaal dat Israël inzet. Het zijn ballistische raketten, wat concreet betekent dat Hamas na het afvuren geen enkele doelgerichte controle meer heeft op het projectiel. Bovendien is de explosieve lading die deze raketten kunnen vervoeren zeer klein. De meeste schade die deze raketten aanrichten zijn een gevolg van impact van het projectiel zelf op gebouwen en personen.
Daartegenover beschikt Israël over bommenwerpers, drones en tactische radiogeleide raketten die zeer nauwkeurig kunnen worden gericht, na lancering bestuurbaar blijven en zeer krachtige explosieve ladingen hebben.
Wanneer Hamas raketten afvuurt is de organisatie slechts verzekerd van de algemene richting waarin ze vliegen en kunnen ze hoogstens ruwweg inschatten hoe ver ze zullen inslaan. Er vallen daarbij inderdaad burgerslachtoffers. De overgrote meerderheid van deze projectielen komt – zoals het Israëlisch leger zelf bevestigt – terecht in open velden en bossen.
Symbolisch verzet
De inzet van raketten door Hamas is dan ook vooral politiek symbolisch bedoeld, eerst en vooral naar de eigen bevolking en in de tweede plaats naar de internationale publieke opinie, om te tonen dat het verzet tegen de blokkade nog altijd niet gebroken is. Verder maakt Hamas zich bitter weinig illusies over de concrete impact van zijn aanvalswapens. Men kan inderdaad stellen dat Hamas door deze acties oorlogsmisdaden pleegt omdat ze geen onderscheid maken tussen burgers en militairen. Men kan echter evengoed stellen dat dit ‘zelfverdediging’ is tegen het proportioneel veel gewelddadiger gedrag van Israël.
Wanneer Israël bommenwerpers inzet, drones of geleide raketten afstuurt, zijn die zeer nauwkeurig. Met andere woorden, als deze wapens scholen, hospitalen, communicatiecentra, ambulances raken is dat het gevolg van bewuste en doelgerichte acties. Deze morele en juridische verantwoordelijkheid voor het aanvallen van burgerdoelwitten is met andere woorden veel groter.
Onderdrukker en onderdrukte zijn niet gelijk
Richard Falk, voormalig VN-Speciale Rapporteur voor de Mensenrechten in de Palestijnse Gebieden (2008-2014), zegt daarover: “Het is altijd bedrieglijk om de onderdrukker en de onderdrukte te behandelen alsof ze gelijk zouden zijn. De onderdrukker handelt tegen de toepasbare internationale wetten en tegen de elementaire moraal, terwijl de onderdrukte daar alleen zijn recht op verzet en het ontberen van zijn elementaire rechten tegenover kan plaatsen… Natuurlijk moeten de tactieken van verzet worden onderzocht op hun wettelijke en morele begrenzingen, maar zonder de overweldigende structuren van dominantie uit het oog te verliezen en het veel grotere leed dat staatsgeweld aanricht tegenover verzetsgeweld.”
Er is nog meer mis met de groteske gelijkstelling van Hamas-raketten met de militaire aanvallen van Israël. Die gelijkstelling laat immers het dagelijkse geweld van de bezetting van de Westelijke Jordaanoever en van Oost-Jeruzalem en van de blokkade van Gaza volledig buiten beeld – geweld waarvan de recente huisuitdrijvingen in bezet Oost-Jeruzalem slechts één voorbeeld zijn.
Oorlogsmisdaden
Israël weigert elke medewerking met het VN-Internationaal Strafhof naar mogelijke oorlogsmisdaden, ook al wil dat Hof hetzelfde doen met mogelijke Palestijnse oorlogsmisdaden. Deze weigering wordt unilateraal gesteund door de VS waar president Trump heeft beslist elke VN-rechter die een dergelijk onderzoek start de toegang tot de VS (en dus tot het VN-hoofdkwartier in New York City) te verbieden, een beslissing die president Biden niet heeft ingetrokken. (De VS is ook het enige land ter wereld dat zich openlijk het recht toe-eigent elke VS-soldaat of burger die door het VN-Strafhof in Den Haag zou worden berecht militair te ontzetten.)
Wereldwijd van Noord-Ierland tot Zuid-Afrika, van Sri Lanka tot Guatemala hebben mensen beslist zich gewapend te verzetten tegen onderdrukking, repressie, tirannie. Daarbij werden meermaals de morele grenzen van aanvaardbaar gewapend verzet overschreden.
De echte daders zijn echter nooit de gewapende verzetsorganisaties, maar de regimes die de mensen onder hun juk bij gebrek aan elk democratisch legitiem ongewapend verzet geen andere keuze laten dan geweld met geweld te beantwoorden. Wat verzetsorganisaties ook doen, het feit dat ze bestaan is de volledige morele en juridische verantwoordelijkheid van het regime waaronder ze ontstaan.
Wat men ook van de acties van het IRA, de Tamilstrijders, de Colombiaanse FARC, het ANC van Nelson Mandela moge denken, ze hebben allen met elkaar gemeen dat ze bestaan/bestonden omdat een regime hen in hun ogen geen andere keuze liet. Het drama van dergelijke situaties is dat de meest fanatieke verzetsstrijders dikwijls de overhand krijgen. Wanhoop drijft mensen tot wanhopige daden.
De ultieme verantwoordelijkheid ligt altijd bij deze regimes. Wat Hamas en andere gewapende Palestijnse verzetsorganisaties (in Gaza is Hamas niet de enige gewapende groepering) ook mogen uitrichten, de schuldige is het regime dat dagelijks zijn kolonialisme toepast, zijn apartheid, bezetting, dagelijkse discriminatie, wegblokkades, verbod om zieken en zwangere moeders te vervoeren, aanhouding van kinderen, foltering van gevangenen, huisuitzettingen, vernietiging van olijfboomgaarden. Zolang het regime in Israël die praktijken niet stopzet zal het verzet niet ophouden.
Mensen hebben een natuurlijke ingeboren verlangen naar vrijheid. Na 55 jaar is de Palestijnse bevolking nog steeds niet gebroken. Een jonge generatie staat klaar om de fakkel over te nemen (en Hamas noch Fatah moeten bij hen op veel bijval rekenen). Dat is ondanks alles een teken van hoop.
Dit artikel verscheen eerder op De Wereld Morgen: