Guillermo Lasso, de neoliberale bankier die in 2021 President werd van Ecuador, heeft het Parlement ontbonden en moet nu binnen de 90 dagen nieuwe verkiezingen uitschrijven.
Hij deed dat omdat de wetgevende macht voor de tweede keer een ‘impeachment’ procedure was begonnen en hij naar alle waarschijnlijkheid zou worden afgezet. Lasso wordt beschuldigd van medeplichtigheid aan corruptie, vooral in verband met transportcontracten in de oliesector.
De President deed een beroep op art. 148 van de Grondwet, dat spreekt over een mogelijke ‘muerte cruzada’, wederzijdse dood. Maar volgens de oud-President van het land, Rafael Correa, is dit niet terecht. De grondwet spreekt over drie voorwaarden om dit artikel in te roepen: bevoegdheidsoverschrijding door het Parlement, handelingen in strijd met het nationale ontwikkelingsplan, en een zware politieke crisis. Géén van deze voorwaarden is vervuld.
Wel heerst er een zware sociale crisis met een zware golf van geweld. Sinds 2021 zijn niet minder dan vierhonderd gevangenen vermoord, meestal verbrand of onthoofd. Het geweld treft het hele land en heeft veel te maken met de strijd voor de routes van de drugshandel.
Guillermo Lasso werd ook al eerder genoemd in een dossier van de Pandora Papers. Hij haalde het in 2021 van de sociaal-democratische kandidaat Andrés Arauz, volgeling van Rafael Correa. En aangezien de President van de burgerrevolutie gehaat wordt door een deel van de linkerzijde en van de inheemse beweging, werd niet opgeroepen om links te stemmen.
Opvallend in deze hele zaak is dat wat nu in Ecuador gebeurt precies hetzelfde is als wat enkele maanden geleden in Peru gebeurde. De reactie van de westerse wereld en van de Organisatie van Amerikaanse Staten is echter geheel anders. Dit keer, niets geen veroordeling. De ex-President van Peru zit echter achter de tralies. De President van Ecuador kan deelnemen aan de verkiezingen die hij zal uitschrijven. Mét de steun van het leger. In Peru werd de President door het leger verraden.