Uit het niets verscheen ineens een zekere Rafael Correa. Hij werd einde 2006 met 56 procent tot Ecuadoraans president verkozen. Intussen won hij referendum op referendum en werd er een nieuwe grondwet goedgekeurd. Op 26 april 2009 zijn er opnieuw presidentsverkiezingen en Correa hoopt herkozen te worden.
De jonge Ecuadoraanse president heeft niet alleen veel politieke tegenstanders, ook binnen eigen kringen is er kritiek op zijn beleid. Zijn eigen medestanders verwijten hem linkse retoriek aan een neoliberaal beleid te paren.
Er heerst al jaren grote politieke instabiliteit in Ecuador, dat relatief kleine en gedollariseerde Andeslandje van veertien miljoen inwoners waarvan meer dan vijftig procent onder de armoededrempel leeft, is toch nog tien keer groter dan België. Met de verkiezing van de vrijwel onbekende Rafael Correa (° 1963, econoom uit de middenklasse, studies aan UCL en getrouwd met een Belgische en vertegenwoordiger van een christelijke en humanistische stroming binnen links) is er een heel nieuwe dynamiek in Ecuador ontstaan. Rafael Correa werd einde 2006 met 56 procent van de stemmen tot nieuwe Ecuadoraanse president verkozen.
Grondwetgevende Assemblee
Dadelijk na zijn verkiezing ging hij aan de slag. Op 13 februari 2007 stemde het Congres in met het voorstel van president Rafael Correa om op 15 april 2007 een referendum te houden over een grondwetswijziging. In het referendum konden de Ecuadoranen zich uitspreken over de vraag of er een Grondwetgevende Assemblee moet worden opgericht, die zich ging buigen over een hervorming van de grondwet. Na een overtuigende ja-stem van de kiezer kreeg dat nieuwe orgaan van 130 burgers en parlementariërs ongeveer 180 dagen de tijd om een nieuwe constitutie op te stellen – met een mogelijke verlenging van dertig dagen.
Binnen zes maanden moesten de Ecuadoranen nu opnieuw naar de stembus om de 130 leden van de grondwetgevende vergadering te kiezen. Deze leden kregen als huiswerk een nieuwe grondwet op te stellen. Op 25 juli 2008 en onder grote tijdsruk beëindigde de Grondwetgevende Assemblee haar werkzaamheden. Twee maanden later, op 28 september, werd dan een referendum gehouden waarop de kiesgerechtigde bevolking de nieuwe grondwet moest goedkeuren met een gewone meerderheid. Een meerderheid van 63,93 procent zijnde 4,69 miljoen stemmen sprak zich die datum uit voor een nieuwe grondwet tegenover 29,1 procent (2,06 miljoen) nee-stemmen. Het absenteïsme bedroeg bijna een kwart van de kiesgerechtigden (24,19 procent) wat voor Ecuador een normaal percentage is.
Een nieuwe grondwet
De nieuwe grondwet is een uitgebreid en ingewikkeld document – het telt niet minder dan 444 artikelen – waarmee Correa zijn socialisme van de 21ste eeuw hoopt te kunnen realiseren. Voor hem is het socialisme van de 21ste eeuw ‘de zoektocht naar sociale rechtvaardigheid, nationale soevereiniteit, verdediging van de eigen natuurlijke rijkdommen en een regionale integratie die steunt op coördinatie, coöperatie en complementariteit’. Marcelo Ossandon van de ULB (Université Libre de Bruxelles) beschouwt de nieuwe grondwet als een instrument om het dominante neoliberale model te overstijgen en te vervangen door een democratisch model waarin de mens centraal staat. (1)
De nieuwe grondwet voorziet in een uitbreiding van veel sociale voorzieningen, zoals gratis scholing tot aan universitair niveau, microkredieten voor kleine ondernemingen, gratis basisproducten al zaaigoed voor boeren, een fundamenteel recht op stromend water, en een medische verzekering voor huisvrouwen en mensen werkzaam in andere informele beroepen. Vraag is natuurlijk hoe al die sociale projecten zullen moeten worden gefinancierd. Een land als Ecuador blijft in de eerste plaats een producent van basisproducten als petroleum, koffie, bananen, suikerriet, cacao, goud en zilver, waarvan de prijzen in hoge mate onderhevig zijn aan de prijsschommelingen op de wereldmarkt. Ondanks de relatief hoge inkomsten van aardolie is de jaarlijkse groei toch niet meer dan twee procent. Bovendien wordt de inflatie in 2008, mede door de gestegen voedselprijzen, geschat op maar liefst tien procent. De buitenlandse investeringen daalden met bijna veertig procent.
Natuur als rechtspersoon
In de nieuwe grondwet staan nog enkele opmerkelijke wijzigingen. Zo krijgt elke Ecuadoraan vanaf zestien stemrecht en wordt de natuur als rechtspersoon aangemerkt. Dat betekent dat ‘de natuur het recht heeft op bestaan en het onbedreigd vernieuwen van haar natuurlijke cycli. Iedereen die deze rechten wil verdedigen krijgt bijstand in de rechtbank’.
Ook de rechten van de inheemse bevolking komen zeer nadrukkelijk aan bod. In de preambule spreekt men naast ‘God’ ook over de inheemse religie en spiritualiteit. Vervat in de grondwet is ook het sumak kausay, wat in het Quichua betekent in harmonie met zichzelf, met de samenleving en met de natuur leven. Verder wordt er ook veel belang gehecht aan multiculturaliteit en collectieve rechten.
De nieuwe grondwet heeft een hoofdstuk over het economisch systeem dat prioriteit verleent aan de nationale productie. Het ontwikkelingsconcept wil een geheel vormen van economische, politieke, culturele en ecologische systemen die het welzijn (sumak kausay) van de bevolking garanderen. De grondwet erkent tevens een aantal strategische sectoren: energie in al zijn vormen, telecommunicatie, natuurlijk niet-hernieuwbare grondstoffen, transport en raffinage van petroleum, biodiversiteit en het genetisch patrimonium.
Helga Serrano en Eduardo Tamayo merken echter op dat er bij bepaalde delen van de samenleving bezorgdheid blijft bestaan omdat volgens de grondwet het parlement specifieke beslissingen kan nemen in verband met mogelijke exploitaties in beschermde gebieden. (2) De inheemse beweging stelt dat men de ‘voorafgaandelijke, vrije en geïnformeerde goedkeuring’ verworven heeft, zoals in de Universele Verklaring van de Rechten van de Volkeren is opgenomen. De grondwetgevende vergadering keurde echter alleen de ‘voorafgaandelijke, vrije en geïnformeerde consultatie’ goed.
Soevereiniteit
Artikel vijf zegt “Ecuador is een grondgebied van vrede. Het installeren van buitenlandse militaire basissen of militaire installaties is niet toegestaan. Concreet betekent dit dat één van de verkiezingsbeloften van Correa hiermee worden uitgevoerd: de militaire VS-basis in Manta moet in de loop van 2009 ontruimd worden.
De nieuwe grondwet ondersteunt ook de strijd van de sociale sectoren tegen de terugbetaling van de buitenlandse schuld. Ecuador heeft niet minder dan tien miljard dollar buitenlandse schulden uitstaan. Veel daarvan zijn volgens een rapport van een Internationale Audit Commissie (waartoe ook de Belg Eric Toussaint behoort) ‘onrechtmatig’. Het rapport heeft het ook over manipulaties, onacceptabele voorwaarden en schulden die al vele keren zijn afbetaald: “Het land is bestolen,” aldus Correa. Esmeraldas die dit rapport citeert voegt er echter aan toe: ” De president kan wel gelijk hebben, maar een moratorium of stopzetting van de schuldaflossing kan een gevaar zijn voor het land omdat het buitenlandse investeerders kan afschrikken”. (3)
De nieuwe grondwet geeft de president ook verregaande bevoegdheden. Met de nieuwe regels komt de Centrale Bank en het monetaire beleid onder direct gezag van de president. Die krijgt daarnaast het recht om het Congres naar huis te sturen, al leidt dit wel direct tot nieuwe verkiezingen. Ook kan de president zich, in tegenstelling tot voorheen, herkiesbaar stellen voor een nieuwe ambtstermijn van vier jaar. In theorie betekent dit dat Correa tot 2017 in het centrum van de macht zou kunnen blijven.
Ook linkse kritiek
De linkse Ecuadoraanse president Rafael Correa krijgt steeds meer kritiek. In de eerste plaats van zijn grootste tegenstander Jaime Nebot, de burgemeester van Guayaquil en leider van de oppositiebeweging tegen Correa. Ook de katholieke kerk kon zich niet vinden in de nieuwe grondwet omdat het homohuwelijk en vormen van abortus daarin opgenomen werden.
Er komt echter niet alleen kritiek van zijn politieke tegenstanders. Er zijn ook medestanders die hem verwijten linkse retoriek aan een neoliberaal beleid te paren. “De regering heeft van bij het begin hervormingen gekoppeld aan neoliberale maatregelen”, zegt professor Politieke Wetenschappen Alejandro Moreano. “Hoe kunnen we die tegenstelling interpreteren? Zijn de links maatregelen enkel een rookgordijn voor een in wezen rechts beleid of is het omgekeerd?”
“De tegenstellingen binnen de regerende partij, Acuerdo País, groeien al een tijdje, met name tijdens de acht maanden durende zitting van een wetgevende vergadering die een nieuwe grondwet voor het land moest opstellen,” schrijft Kintto Lucas. (4)
“De linkse vleugel argumenteerde dat bedrijven verplicht zouden moeten worden om toestemming te krijgen van lokale en inheemse gemeenschappen voor ze activiteiten zoals mijnbouw of olieboringen mogen uitvoeren. Maar een rechtse vleugel stond achter het voorstel van de president, waarin inheemse gemeenschappen geen vetorecht kregen tegen dergelijke activiteiten op hun land.”
Een van de grootste conflicten draaide rond een vernieuwing van de concessies aan de Mexicaanse gsm-gigant América Móvil en het Spaanse Telefónica. In het jaar voor de vernieuwing liepen bij het Ecuadoraanse telecomagentschap veel klachten binnen over de service van beide bedrijven. Correa liet op verschillende gelegenheden uitschijnen dat hij de telecomsector zou nationaliseren, maar na onderhandelingen met de bedrijven kende hij ze opnieuw een concessie van vijftien jaar toe. Ook zijn belofte dat hij zou weigeren een deel van de staatsschuld af te betalen, die veel bijval oogstte bij de progressieve vleugel, trok Correa later in. (5)
Gevaar voor dedocracia?
De president hield zich bovendien niet in om de linkerzijde van de partij bij verschillende gelegenheden flink door het slijk te halen. “Waar ligt het grootste gevaar voor de burgerrevolutie? In het infantiele linkse discours, de infantiele pro-inheemsenbeweging, en de infantiele milieubeweging”, zei de president. “Ze worden opnieuw actief en organiseren zich om tegen de mijnbouw te protesteren.”
Correa wist met zijn felle retoriek ook in de eigen gelederen voor spanning te zorgen. Menig minister werd publiekelijk aan de schandpaal genageld en soms zelfs tot ‘infantiel’ bestempeld, als die niet tot tevredenheid van Correa opereerde. Alberto Acosta, vriend en medegrondlegger van Alianza País, stapte zelfs op als voorzitter van de Grondwetwijzigende Vergadering na en meningsverschil met Correa over de te bewandelen weg. De menserechtenactivist Alexis Ponce noemde het overwicht van Alianza País en de steeds groter wordende macht van president Correa een dedocracia (dedo betekent in het Spaans vinger), dus een met de vinger wijzende, autoritaire democratie. “Is er nog een ‘gezonde’ oppositie in het ‘nieuwe’ Ecuador of blijft alles bij het oude?” vraagt Esmeraldas zich af. (6)
“Wat ik zorgwekkend vind, is dat onderzoek uitwees dat slechts zeventig procent van de bevolking min of meer op de hoogte was van de inhoud van de grondwet. Correa vindt dat een mooie cijfer, maar ik vind het nogal laag,” zegt de econoom Oscar Arroyo. “Burgerparticpatie is mooi, maar de meerderheid heeft niet altijd gelijk. Correa wil de muren slechten van de oude politiek. Maar in een ding heeft hij geen verandering kunnen brengen: de neiging van mensen om te stemmen op een charismatische persoon in plaats van op inhoud.” (7)
(Uitpers, nr 105, 10de jg., januari 2009)
Voetnoten:
(1) Marcelo Ossandon, Oui, mille fois oui. In :Panoramica latinamericana, novembre-décembre 2008 , p. 8
(2) Helga Serrano en Eduardo Tamayo, Referendum in Ecuador : hoop op verandering. In: Vrede, november-december 2008, p. 20-21
(3) Esmeraldas december 2008, p. 10
(4) Kintto Lucas, Ecuadoraanse president krijgt kritiek uit eigen linkse hoek, IPS van 8 december 2008
(5) Kinti Lucas, IPS van 8 december 2008
(6) Esmeraldas, november, 2008, p. 4
(7) Frank Weijand, Nieuwe grondwet ‘meer goed dan slecht”, In: La Chispa, oktober 2008, p. 5